26 673
Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (adoptie door personen van hetzelfde geslacht)

nr. 14
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID DITTRICH C.S. TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 8

Ontvangen 6 september 2000

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel D, wordt onderdeel c vervangen door:

c. Het derde lid komt te luiden:

3. Het verzoek kan alleen worden toegewezen, indien de adoptie in het kennelijk belang van het kind is, op het tijdstip van het verzoek tot adoptie vaststaat en voor de toekomst redelijkerwijs te voorzien is dat het kind niets meer van zijn ouder of ouders in de hoedanigheid van ouder te verwachten heeft, en aan de voorwaarden, genoemd in art. 228, wordt voldaan.

Toelichting

Door het begrip «vaststaat» in de wettekst te formuleren creëert de regering verwarring.

In het heden kan nooit vaststaan of een toekomstige gebeurtenis in het intermenselijk verkeer zich zal voordoen. Het blijft een inschatting.

De regering schrijft zelf al dat het begrip «vaststaat» niet al te letterlijk moet worden genomen, maar beperkt is in zijn betekenis, omdat met een redelijkerwijs niet te voorziene verandering in de verhouding tussen de ouder(s) en hun kind geen rekening behoeft te worden gehouden.

Daarom is in het amendement ervoor gekozen te omschrijven wat de voorwaarde voor toewijzing van het adoptieverzoek in feite behelst. De rechter zal zich naast de andere voorwaarden moeten afvragen of redelijkerwijs te voorzien is of het kind niets meer van zijn ouder(s) te verwachten heeft.

Voor alle helderheid is er nog aan toegevoegd dat die verwachting slaat op hetgeen te verwachten is in de hoedanigheid van ouder. Deze aanvulling is conform de toelichting van de regering.

Dittrich

Santi

Vos

Halsema

Naar boven