Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1998-1999 | 26663 nr. 1 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1998-1999 | 26663 nr. 1 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Zoetermeer, 2 juli 1999
In Nederland wordt een breed debat gevoerd over de toekomstige ruimtelijke inrichting van Nederland. Opmerkelijk en verheugend daarbij is de aandacht die uitgaat naar de culturele dimensie van de ruimtelijke inrichting. Culturele identiteit en het behouden van de daarmee samenhangende regionale verscheidenheid zijn uitgangspunt voor de inrichtingsopgave voor de komende decennia. Hieruit blijkt een hernieuwd besef voor de ruimtelijke ordening als culturele daad, maar ook weerspiegelt het de zorg van velen dat als belangrijk ervaren cultuurhistorische kwaliteiten op het spel staan in het licht van de snelle en omvangrijke ruimtelijke veranderingen in Nederland.
De nota Belvedere, beleidsnota over de relatie tussen cultuurhistorie en ruimtelijke inrichting geeft invulling aan de voornemens die zijn aangekondigd in de Cultuurnota 1997–2000; pantser of ruggengraat en in de Nota over het Architectuurbeleid 1997–2000; de Architectuur van de Ruimte. Tevens vormt de nota een uitwerking van uitspraken over het belang van cultuurhistorie in het Structuurschema Groene Ruimte, in de Actualisering van de Vierde Nota Ruimtelijke Ordening Extra en in de Startnota Ruimtelijke Ordening 1999: de Ruimte van Nederland.
Over de voorbereiding van onze beleidsvoornemens is uw Kamer geïnformeerd per brief van 11 december 1997 (Kamerstuk 25 818, nr. 1) en per brief van 5 januari 1999. Op 10 maart 1998 hebben de vaste commissies voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, voor Landbouw, Natuurbeheer en Visserij en voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer overleg gevoerd over een meer ontwikkelingsgerichte benadering van de cultuurhistorie met de toenmalige staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en met de toenmalige minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (Kamerstuk 25 818, nr. 8).
De in het Algemeen Overleg door de Kamer gemaakte opmerkingen zijn naar onze overtuiging in belangrijke mate geëffectueerd in de hierbij gevoegde nota Belvedere.
Het in de nota Belvedere verwoorde beleid beoogt de alom aanwezige cultuurhistorische waarden sterker richtinggevend te laten zijn bij de inrichting van Nederland. Daarmee kan het aanzien van Nederland aan kwaliteit winnen en tegelijkertijd kunnen de cultuurhistorische waarden op het terrein van de archeologie, gebouwde monumenten en historisch cultuurlandschap in onderlinge samenhang worden versterkt.
De noodzaak om als rijksoverheid een dergelijk beleid te formuleren is gelegen in het feit dat het cultuurhistorisch erfgoed – ondanks de vele goede bedoelingen en plannen die er op onderdelen worden ontwikkeld – nog onvoldoende structureel en in samenhang betrokken wordt bij de inrichting van Nederland.
Door te appelleren aan een ontwikkelings- en ontwerpgerichte aanpak richt het beleid zich daarom op het herkenbaar houden van de cultuurhistorische identiteit in zowel het stedelijk als landelijk gebied. Cultuurhistorie kan een inspiratiebron vormen voor (landschaps) architectuur en vormgeving. Integratie, vermaatschappelijking, verbreding en een ontwikkelingsgerichte benadering zijn daarbij kernbegrippen. Anderzijds richt het beleid zich op het actief instandhouden en verbeteren van met name grotere cultuurhistorische structuren zoals bijvoorbeeld de Nieuwe Hollandse Waterlinie en andere regionale landschappen waar cultuurhistorische structuren een ruggengraat vormen.
Tevens kan de cultuurhistorie benut worden als basis voor een kwaliteitsimpuls bij de inrichting van Nederland als het gaat om ruimtelijke opgaven die het aanzien van Nederland in de komende tien jaar sterk zullen bepalen. Daarmee wordt gedoeld op de ontwikkeling van nieuwe woonwijken, bedrijventerreinen en natuurgebieden, de (her)inrichting van agrarische gebieden en op de aanleg, inpassing en vormgeving van infrastructurele en andere bouwwerken. Dergelijke grootschalige ruimtelijke ontwikkelingen vragen om een continue en diepgaande reflectie op de vormgeving.
De in de nota Belvedere gepresenteerde intenties vragen om verdere uitwerking en nadere verankering. Zo zal in de Vijfde Nota over de Ruimtelijke Ordening de aandacht voor cultuurhistorische waarden een meer structurele basis krijgen in het ruimtelijke beleid. Andere voornemens zullen worden uitgewerkt in de nieuwe Cultuurnota. Ook in de nota Natuur, Bos en Landschap in de 21e eeuw, de nota Vitaal Platteland en mogelijk een nieuw Structuurschema Groene Ruimte zal versterking van de cultuurhistorie aspect van beleid zijn. Tegelijkertijd zullen er in het kader van deze nota's afwegingen worden gemaakt over de concrete inzet van middelen voor specifieke gebieden en maatregelen, waarbij ook de bestuurlijke partners een inbreng zullen hebben.
Het betrekken van de cultuurhistorie zal een vast onderdeel moeten gaan vormen van de planvorming en -uitvoering. Het spreekt voor zich dat hier niet alleen een taak en verantwoordelijkheid ligt van het rijk, maar ook van bestuurlijke partners en private partijen. Samenwerken in complementariteit dus. Ook in financiële zin wordt er van uit gegaan dat andere overheden en private partijen aan de uitvoering van het beleid zullen bijdragen. Vooruitlopend hierop worden door het rijk hiervoor reeds middelen gereserveerd.
Tijdens het overleg met diverse partners ter voorbereiding van deze nota is duidelijk geworden hoe betrokken alle partijen zijn bij het onderwerp. Het is deze betrokkenheid die ons doet geloven dat de zorg en aandacht die wij aan het erfgoed, in relatie met de kwaliteit van de inrichting van Nederland, willen besteden niet alleen gerechtvaardigd is, maar ook in een voedingsbodem valt die maakt dat het beoogde beleid daadwerkelijk vorm kan krijgen.
Met het verschijnen van de nota Belvedere is een einde gekomen aan de interdepartementale projectorganisatie die was opgezet om dit document voor te bereiden. Onderwerp van gesprek tussen de betrokken departementen is thans de wijze waarop de uitvoering van de voorstellen in organisatorische zin zal worden gegarandeerd. Hierover zal de Kamer te zijner tijd worden geïnformeerd. Tevens zal uw Kamer twee-jaarlijks aan de hand van de Belvedere-monitor worden geïnformeerd over de voortgang van het in de nota Belvedere verwoorde beleid.
De nota zal ter advisering worden voorgelegd aan de Raad voor Cultuur. De Raad zal worden verzocht haar advies af te stemmen met de VROM-Raad, de Raad voor het Landelijk Gebied en de Raad voor verkeer en waterstaat.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-26663-1.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.