nr. 16
AMENDEMENT VAN HET LID STELLINGWERF
Ontvangen 17 januari 2000
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel J, wordt aan punt 3 een nieuw punt toegevoegd,
luidende:
e. Na onderdeel j (nieuw) wordt, onder vervanging van de punt aan het
slot van onderdeel j (nieuw) door een puntkomma, een nieuw onderdeel toegevoegd,
luidende:
k. besluiten, bedoeld in artikel 40, vijfde lid, en artikel 41b, eerste
lid, onderdeel e, indien een omroepinstelling een beroep doet op de laatste
volzin van artikel 40, vijfde lid, of op artikel 41b, eerste lid, onderdeel
e.
II
In artikel I, onderdeel GG, wordt aan artikel 40, vijfde lid, een volzin
toegevoegd, luidende: Dit leidt er niet toe dat een op basis van een beleidsplan
als bedoeld in artikel 32, tweede lid, een erkende instelling belemmerd wordt
in het realiseren van de programmatische doelstellingen vastgelegd in dat
beleidsplan.
III
In artikel I, onderdeel KK, wordt na punt 1 een nieuw punt ingevoegd,
luidende:
1a. Aan het eerste lid wordt, onder weglating van «en» aan
het slot van onderdeel c en onder vervanging van de punt aan het slot van
onderdeel d door «; en», een nieuw onderdeel toegevoegd, luidende:
e. de kenmerkende programmaonderdelen van instellingen die zendtijd hebben
verkregen voor landelijke omroep, voor wat betreft het tijdstip, evenwichtig
worden uitgezonden.
IV
In artikel I, onderdeel DDD, wordt aan artikel 55b, eerste lid, een volzin
toegevoegd, luidende: Een instelling die zendtijd heeft verkregen voor landelijke
omroep is verantwoordelijk voor, en bepaalt vorm en inhoud van deze activiteiten.
Toelichting
Het amendement beoogt dat de vergaande bevoegdheden
van de Raad van Bestuur niet ten koste mogen gaan van de journalistieke onafhankelijkheid
van programmamakers en de missie van omroepinstellingen. Een herkenbare
zenderprofilering mag niet ten koste gaan van de eigen identiteit en profileringsmogelijkheden
van de omroepinstellingen. Dat geldt ook voor plaatsing van kenmerkende programma's,
ook als die programma's voor een smal publiek bedoeld zijn. Indien dergelijke
fundamentele belangen in het geding zijn, behoeft het betreffende besluit
van de Raad van Bestuur, de instemming van de Raad van Toezicht.
Stellingwerf