26 643 Informatie- en communicatietechnologie (ICT)

Nr. 779 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 september 2021

Zoals ik heb aangekondigd in de voortgangsrapportage van de strategische I-agenda 2019–20211, kies ik voor de opvolging van de I-agenda voor een I-strategie met een meerjarig perspectief. De I-strategie Rijk 2021 – 2025 sluit aan op de Nederlandse Digitaliseringsstrategie – de kabinetsbrede, gebundelde ambities en doelstellingen voor een succesvolle digitale transitie in Nederland – en de Agenda Digitale Overheid (NL DIGIbeter), die zich richt op de opgaven voor de hele overheid. De nieuwe I-strategie geeft invulling aan de keuzes die nodig zijn voor de rijksoverheid. Deze I-strategie Rijk 2021 – 2025 bied ik u bij deze brief aan2.

Aanleiding

Digitale middelen zijn inmiddels vitaal voor het functioneren van onze samenleving en voor de overheid. Burgers, bedrijven, instellingen en overheid zijn bezig met de digitale transformatie; door corona is dat in een versnelling gekomen. Innovaties zorgen voor vele kansen, maar ook voor nieuwe bedreigingen. Nederland heeft de ambitie om samen met mede EU-lidstaten innovaties te omarmen en bedreigingen in de kiem te smoren, met onze democratische rechtsstaat als uitgangspunt.

In deze turbulente tijden ontstond de behoefte verder vooruit te kijken, mede omdat ontwikkelingen steeds meer vragen om toekomstbestendige oplossingen die een langere planningshorizon kennen. Tegelijkertijd is de toekomst niet zeker. De I-strategie gaat daarom uit van wat we wel weten. Jaarlijks wordt de strategie geactualiseerd op basis van behoeften uit de samenleving, technische ontwikkelingen, financiële mogelijkheden en politieke prioriteiten; een routekaart die meebeweegt met de actualiteit en steeds in verbinding staat met de maatschappelijke opgaven. Deze actualisaties worden jaarlijks voorgelegd aan uw Kamer.

Reikwijdte

De I-strategie Rijk beschrijft de gezamenlijke richting en daaruit voortvloeiende keuzes van de CIO’s van het Rijk, en is in die zin de basis voor de «eigen» I-strategieën en -plannen van de departementen. De I-strategie Rijk focust zich op de gezamenlijke opgaven, de rijksbrede voorzieningen die daarvoor nodig zijn en de onderlinge afhankelijkheden. Waar zijn rijksbrede kaders nodig? Waar trekken we beter samen in op? Welke Europese en interbestuurlijke ontwikkelingen krijgen een doorvertaling naar rijksbrede acties en plannen?

Samen met de CIO’s van alle ministeries en hun grote uitvoeringsorganisaties heb ik de tien belangrijkste thema’s voor de informatievoorziening voor de komende jaren bepaald. Met informatievoorziening bedoel ik niet alleen de informatieverstrekking aan uw Kamer, maar het geheel van mensen, middelen en maatregelen, gericht op de informatiebehoefte van de rijksoverheid, ten dienste van parlement en samenleving. Dan gaat het zowel om operationele informatie in de bedrijfsprocessen, besturingsinformatie en verantwoordingsinformatie.

Bij deze I-strategie vormen de maatschappelijke waarden van informatievoorziening het uitgangspunt. Naast efficiëntere overheidsprocessen zijn dat bijvoorbeeld inclusieve en klantgerichte digitale dienstverlening voor burgers en bedrijven, en meer transparantie in de verantwoording over informatie-aspecten aan parlement en samenleving.

Voorbeelden van de tien inhoudelijke thema’s zijn «versterken van de digitale weerbaarheid», «bestendigen van het ICT-landschap», en «versterken van de besturing in het informatiedomein». Ook de inspanningen voor de informatiehuishouding – zoals vastgesteld in de aanpak van «Open op Orde»3 – hebben een plek gekregen in de I-strategie Rijk, binnen het thema «de basis op orde met informatiehuishouding». In ieder thema worden de prioriteiten voor de komende jaren uitgewerkt in speerpunten, praktische producten en/of projecten.

Rode draden I-strategie Rijk 2021–2025

In de I-strategie zijn vier rode draden te onderscheiden.

1. Versterken uitvoering

We willen de uitvoering en de dienstverlening aan burgers en bedrijven verbeteren. De kwaliteit van dienstverlening is belangrijk voor het vertrouwen dat burgers hebben in de (rijks)overheid. De overheid moet mensen beter helpen door de burger centraal te stellen in de (digitale) dienstverlening van de overheid. Gebruiksvriendelijk, veilig en effectief, en met de nadrukkelijke intentie onze digitale dienstverlening voor zoveel mogelijk mensen toegankelijk te maken.

Goede uitvoering en dienstverlening beginnen bij het begin: bij het maken van beleid in een goede wisselwerking tussen beleid en uitvoering. Vanuit het thema «I in het hart» (met de I van informatie) streven we daarin een meer multidisciplinaire samenwerking na. Wanneer beleid en uitvoering hun kennis al in het beleidsproces bundelen, komen de kansen en risico’s van digitalisering eerder in beeld. Met moderne samenwerkingsvormen – denk aan agile scrum en design thinking – kunnen we beter uitvoerbaar en inclusiever beleid maken.

Voor goede uitvoering en dienstverlening zijn ook investeringen aan de achterkant nodig. Het ICT-landschap biedt daar «onder de motorkap» de randvoorwaarden voor, zoals de wendbaarheid, de schaalbaarheid en het verandervermogen van uitvoeringsorganisaties. De rijksoverheid moet keuzes maken in wat ze zelf doet, samen doet en wat ze overlaat aan de markt. Het rijk stelt daarvoor bijvoorbeeld een sourcingsbeleid en een cloudbeleid op. Het stap voor stap opruimen van verouderde systemen – de zogenaamde legacy – geeft weer ruimte voor verdere vernieuwing.

2. De mogelijkheden van data verantwoord benutten

Datamogelijkheden zijn geen sluitstuk meer, maar het vertrekpunt. Met goed gebruik van data kan de rijksoverheid beter beleid maken, de processen verbeteren en vernieuwen, en betere en innovatievere besluiten nemen. Ook zijn we wendbaarder wanneer we door inzet van data sneller inspelen op maatschappelijke veranderingen. De basis voor datagedreven werken ligt in een organisatie die bewust met data omgaat; het eigenaarschap van data goed heeft belegd, het beheer op orde heeft, verantwoord gebruik maakt van data en bereid is tot het delen ervan. We moeten er daarbij steeds voor waken dat we mensen buitensluiten met nieuwe technologie; de mens moet centraal staan. Dat vraagt om aandacht voor de impact op belangrijke grondrechten en publieke waarden die de inzet van datatechnologie heeft. Bijvoorbeeld door ervoor te zorgen dat data niet discrimineren. En te zorgen voor menselijke controle op uitkomsten in de gevallen waar publieke waarden in het geding zijn en/of beslissingen worden genomen die grote invloed hebben op individuen.

De rijksoverheid wil de bewustwording over kansen en risico’s bij gebruik van data en algoritmen vergroten. Dat vraagt om investeringen in structuren die helpen om kritisch te blijven, in kennis van de juiste waarborgen, in vakmanschap en in kennis van de ICT-markt. Maar ook vraagt het om investeringen in de kennisontwikkeling en kennisuitwisseling van I-professionals bij het rijk.

3. Mens als sterkste schakel

Digitaal transformeren binnen de overheid vraagt óók om investering in onze mensen, organisaties en cultuur: daar ligt een flinke veranderkundige opgave. Daarvoor zijn vernieuwingen nodig in de besturing van de informatievoorziening, maar ook digitaal leiderschap vanuit de CIO. Zo neemt deze laatste – als gevolg van het «Besluit CIO-stelsel Rijksdienst» – zitting in de bestuursraad, en krijgt daardoor een meer directe rol in het aansturen van de digitale transformatie binnen het departement of de organisatie.

De veranderkundige opgave bevindt zich ook op het personele vlak. Het rijk heeft meer I-professionals nodig die beschikken over actuele kennis en vaardigheden. Dat doen we door nieuw talent aan te trekken, de samenwerking met onderwijs en wetenschap te versterken (I-Partnerschap) en investeren in onze eigen medewerkers (I-vakmanschap). Met oog voor cyberveiligheid en de ethische aspecten van ons werk. Maar het gaat breder: rijksambtenaren hebben steeds meer digitale kennis en vaardigheden nodig om hun werk goed te kunnen uitvoeren; in alle functies, in alle domeinen en op alle opleidingsniveaus. Bewustwording, aandacht en goed aanbod van trainingen en opleidingen zijn noodzakelijk.

Rijksambtenaren werken bovendien steeds meer thuis. Dat stelt extra eisen aan onze digitale weerbaarheid en de bewustwording daarbij. Datzelfde geldt voor werken in de cloud. Voor het versterken van de digitale weerbaarheid van het rijk is het bijvoorbeeld zaak om de deskundigheid binnen de departementen goed te benutten en uit te zoeken wat we het beste centraal kunnen organiseren. Ook komt er een rijksbrede aanpak voor een digitale weerbaarheidscultuur.

4. Open en transparant

Transparantie en inzicht zijn belangrijke voorwaarden voor het vertrouwen van het parlement en de maatschappij. Het Kabinet heeft een ruime informatieverstrekking aan het parlement toegezegd, onder meer door de achterliggende nota’s en stukken bij besluitvorming openbaar te maken.

De I-strategie Rijk 2021–2025 focust daarnaast op de «informatievoorziening over de informatievoorziening». Zorgen dat het parlement, de maatschappij en ook het rijk zelf voldoende vergelijkbare informatie heeft voor inzicht in digitalisering en de sturing daarop. Door stap-voor-stap meer inzicht te bieden in de kosten voor beheer en onderhoud van bestaande systemen, naast de informatie over nieuwe grote projecten met een ICT-component. Maar vooral ook in informatie over de toegevoegde waarde van ICT: hoe draagt digitalisering bij aan onze maatschappelijke opgaven?

Het realiseren van de I-strategie doet de rijksoverheid niet alleen en vaak samen met medeoverheden, en met het hoger onderwijs, de wetenschap en marktpartijen. De komende jaren is het zaak die samenwerking verder te benutten.

Deze rijksbrede I-strategie zelf ook een voorbeeld van samenwerking: een gezamenlijk beeld, met gezamenlijke ambities en opgaven. De CIO’s van de ministeries en hun grote uitvoerders zijn intensief betrokken geweest bij de totstandkoming van de strategie, alle thema’s worden getrokken door één van de CIO’s of een duo. Met deze I-strategie Rijk pakken de CIO’s van het rijk de handschoen op om de veranderkracht van digitalisering in te zetten voor een veilige en menselijke maatschappij. Met elkaar en met de belanghebbenden. Op weg naar een veilige, mensgerichte, inclusieve, transparante, effectieve digitale toekomst.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.W. Knops


X Noot
1

Kamerstukken 26 643 en 31 490, nr. 713

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
3

Kamerstuk 29 362, nr. 291

Naar boven