26 643 Informatie- en communicatietechnologie (ICT)

Nr. 690 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 juni 2020

Hierbij bied ik u de rapportage aan van de Toezichtsraad Bureau ICT-toetsing (BIT) over het tweede halfjaar van 20191.

In de rapportage benoemt de Toezichtsraad dat hij zijn samenwerking met BIT en het waarnemend hoofd BIT als open en constructief ervaart. De Toezichtsraad meldt opnieuw zijn intensievere betrokkenheid bij het BIT en dat hij die zal blijven continueren in de toekomst. Goed om verder te vernemen dat de Toezichtsraad zich kan vinden in het door mij genomen besluit om het BIT na 2020 verder te laten gaan als een adviescollege met wettelijke grondslag. In mijn brief van 20 december vorig jaar heb ik u geïnformeerd over de verdere besluitvorming over de toekomst van het BIT.2

De Toezichtsraad uit in zijn rapportage zijn zorgen over de operationele capaciteit van het BIT. Ik deel de zorg van de Toezichtsraad dat dit kwetsbaar is gezien het hoge niveau van expertise dat bij het opstellen van BIT-adviezen verlangd is. De operationele capaciteit blijft daarom continu een punt van aandacht. Ten aanzien van de korte termijn wil ik u hierover melden dat de operationele capaciteit is toegenomen, het aantal toetsspecialisten is gegroeid. Ik bracht uw Kamer hiervan reeds tijdens het Algemeen Overleg van 4 december vorig jaar op de hoogte (Kamerstuk 26 643, nr. 665). Verder heb ik u in mijn brief van 3 september vorig jaar3 gemeld welke maatregelen ik nog meer heb genomen om het BIT verder te versterken. Ook op de lange termijn blijft zowel de ondersteunende als toetsende capaciteit een aandachtspunt. In mijn reactie op het rapport «Beleidsdoorlichting BIT»4 heb ik aangegeven dat ik de bekostigingssystematiek van het BIT verder uit zal werken in mijn plan van aanpak voor de omvorming naar een adviescollege. Ik beoog daarin een structurele uitbreiding van de BIT-toetscapaciteit om te voorzien in de taakuitbreiding naar toetsing en advisering binnen de gehele levenscyclus van ICT-voorzieningen. Overigens worden alle grote ICT-projecten ook voorzien van een intern CIO-oordeel; in de toekomst zal dit oordeel ook worden gegeven voor grote ICT-onderhoudsactiviteiten. Om die reden wordt doorontwikkeling van het toetskader BIT en ontwikkeling van een kwaliteitskader CIO-oordelen in samenhang uitgevoerd.

Met betrekking tot de aanstelling van een nieuw hoofd BIT wil ik melden dat gegeven het besluit van het kabinet om het BIT om te vormen tot een adviescollege, besloten is om een transitiemanager aan te stellen die sturing gaat geven aan dit proces. Het huidig waarnemend hoofd BIT blijft tijdens deze omvorming de dagelijkse leiding geven aan het BIT en de kwaliteit van de toetsen borgen. Als duidelijk is hoe het adviescollege in zijn onafhankelijke vorm er precies uit gaat zien en wat het definitieve takenpakket van het hoofd BIT in die context zal worden, zal de wervingsprocedure voor het hoofd BIT opnieuw worden gestart.

Eind februari van dit jaar zijn de Toezichtsraad en ik akkoord gegaan met een Informatieprotocol, waarin we afspraken hebben gemaakt over de informatie die tussen de Toezichtsraad BIT, het ministerie en het BIT zelf gedeeld worden. Deze afspraken geven blijk van een hersteld vertrouwen en een goede basis voor de onderlinge samenwerking. In dit verband kan ik u ook melden dat ik zeer recentelijk een derde lid van de Toezichtsraad van het BIT heb benoemd, waarmee de Toezichtsraad weer op volle sterkte is.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.W. Knops


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
2

Kamerstuk 26 643, nr. 656.

X Noot
3

Kamerstuk 26 643, nr. 628.

X Noot
4

Kamerstuk 26 643, nr. 656.

Naar boven