Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 december 2018
Met deze brief informeer ik over de stand van zaken met betrekking tot de verkenning
cybersecurity.
Naar aanleiding van de brief van de cybersecurity hoogleraren (d.d. 24 oktober 2017)
en de motie van de leden Verhoeven en Arno Rutte1, tijdens de begrotingsbehandeling van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (Handelingen
II 2017/18, nr. 29, item 8), is door mij besloten een verkenning te laten uitvoeren. Deze verkenning heeft tot
doel inzichtelijk te maken welke aandachtspunten er zijn bij de realisatie van de
kabinetsambitie op het gebied van kennis en innovatie in cybersecurity. In september
van dit jaar is gestart met de oriëntatiefase van de verkenning.
Na een te houden afstemmingsronde met de andere betrokken departementen, zal ik per
brief verslag doen van de eerste fase van het gezamenlijke verkenningstraject, op
basis van de door de verkenners aangedragen aandachtspunten voor het vervolg, alsmede
mijn reactie daarop.
De verkenning staat overigens niet op zich zelf. U bent al eerder geïnformeerd over
de impulsen vooruitlopend op het advies van de verkenner. NWO heeft een brede nationale
cybersecurity onderzoeksoproep vanuit het Kennis- en Innovatiecontract ICT 2018–2019.
Deze onderzoeksoproep is 17 oktober jl. open gegaan. Het totale budget voor deze call
is maximaal € 5,5 miljoen.
Ik kan u ook melden dat de meest betrokken departementen, in het kader van het nieuwe
thema Veiligheid binnen het Topsectorenbeleid, bezig zijn een cybersecuritymissie
te formuleren in publiek privaat samenspel.
Ik acht het van belang de deelnemende partijen voldoende de ruimte te geven hun behoefte,
hun belangen en hun bijdrage concreet te maken in een meerjarige Kennis en Innovatie
Agenda voor Cybersecurity.
De aandachtspunten uit de verkenning en de uitwerking van het onderdeel cybersecurity
binnen het nieuwe Topsectoren thema Veiligheid, kunnen dan ook niet los van elkaar
worden gezien. Ik streef er naar uw Kamer in het eerste kwartaal van 2019 te informeren
over de eerste bevindingen uit de verkenning.
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,
M.C.G. Keijzer