26 643 Informatie- en communicatietechnologie (ICT)

Nr. 162 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 juni 2010

1 Aanleiding

Het Nationaal Regieorgaan voor ICT-onderzoek en -innovatie (ICTRegie) is in 2004 opgericht. Bij de oprichting hebben de convenantpartners – de ministers van Economische Zaken en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en het algemeen bestuur van NWO – bepaald dat dit een tijdelijk orgaan is. Het besluit tot voortzetting van ICTRegie na 2009 is gekoppeld aan een onafhankelijke eindevaluatie.1

In het najaar van 2009 hebben de convenantpartners het mandaat van ICTRegie met een jaar verlengd tot ultimo 2010 en de opdracht gegeven aan de Technopolis Group en Dialogic voor het uitvoeren van de eindevaluatie.

Met deze brief doen wij de eindevaluatie aan u toekomen en informeren wij u over onze overwegingen en besluit ten aanzien van het al dan niet voortzetten van het regieorgaan of deeltaken daarvan.

2 Voorgeschiedenis

Een belangrijke reden voor de oprichting van ICTRegie in 2004 was de wens om meer eenheid en consistentie aan te brengen in de strategische aansturing van het ICT-onderzoek in Nederland. In het kabinetsbesluit (kamerstuk 2003–2004, 26 643, nr. 55, Tweede Kamer) worden drie grote uitdagingen voor het regieorgaan geschetst:

  • Samen: versterken van de aansluiting tussen onderzoek, ontwikkeling en toepassing, tussen vraag naar en aanbod van onderzoek. Onder meer door stimulering van de verbindingen in het ICT-innovatiesysteem.

  • Strategischer: aanbrengen van samenhang en focus in onderzoeksbeleid (strategische ICT-onderzoeks- en -innovatieagenda met zwaartepunten), over de gehele kennisketen van fundamenteel tot en met toegepast onderzoek en valorisatie.

  • Sterker: structureel versterken van het ICT-onderzoek (kwaliteit, focus, en massa en kwantiteit).

Om deze uitdagingen aan te gaan, kreeg ICTRegie de volgende missie mee: «Het formuleren en ten uitvoer brengen van een nationale ICT-kennis en -innovatiestrategie binnen de daartoe in het Kabinetsbesluit Regieorgaan ICT-onderzoek en -innovatie uiteengezette lijnen».

De activiteiten van ICTRegie vanaf 2005 zijn gericht op visieontwikkeling, deelname aan bestaande en oprichten van nieuwe netwerken, (co-)financiering van onderzoeks- en innovatieprogramma’s, uitbrengen van adviezen en organiseren van evenementen, congressen en prijsvragen. De hoofdactiviteit van ICTRegie is het financieren van onderzoek en projecten. Van de € 29,1 miljoen aan overheidsgeld is € 27,8 miljoen besteed aan onderzoeksprogramma’s en projecten. De resterende € 1,3 miljoen (4,4%) is aan de organisatie zelf besteed, maar daar vallen ook het organiseren van de ICTDelta-congressen, het opstellen van adviezen en de coördinatie van ICT-Innovatieplatforms onder.

3 Uitkomst van de evaluatie

In de evaluatie zijn de voorgenomen en feitelijke activiteiten van ICTRegie met elkaar vergeleken en is o.m. via enquêtes in het veld nagegaan of de bij aanvang geconstateerde problemen zijn opgelost. De onderzoekers concluderen dat ICTRegie:

  • niet sterk heeft kunnen bijdragen aan het aanbrengen van eenheid en consistentie in de strategische aansturing;

  • de doelstelling van het structureel versterken en vernieuwen van het ICT-onderzoek maar ten dele heeft weten te realiseren;

  • de doelstelling van het stimuleren van actieve vraagarticulatie en publiek-private samenwerking vooral heeft ingevuld door de oprichting van de ICT-Innovatieplatforms (IIP’s). Binnen de IIP’s werken bedrijven en kennisinstellingen samen aan strategic research agenda’s (SRA’s) die gezamenlijk sturing moeten geven aan het ICT-onderzoek.

  • valorisatie van de ICT-onderzoeksresultaten slechts in beperkte mate heeft gerealiseerd;

  • er voor heeft gekozen om geen prioriteit te geven aan de internationale positie en samenwerking van het ICT-landschap in Nederland;

  • onder moeilijke omstandigheden zijn werk heeft moeten doen. Een zeer brede opdracht in een complex en «druk» bestuurlijk veld heeft (te) veel gevergd van een kleine organisatie met weinig financiële speelruimte.

Voor het eventueel voortzetten van een regieorgaan doen de onderzoekers een aantal aanbevelingen, die vooral betrekking hebben op de voorwaarden die moeten zijn vervuld, wil zo’n regieorgaan een duidelijke meerwaarde hebben. Het betreft o.a. zeggenschap over meer middelen, een duidelijker opdracht met meer focus en daadwerkelijke overdracht van de regiefunctie door de overheid.

De onderzoekers onderscheiden drie niveaus van regie: op het hoogste niveau is behoefte aan het ontwikkelen van één nationale ICT-agenda en het vrijmaken van de financiële middelen voor versterking van het ICT-onderzoek. Geënquêteerden geven aan dat op dit punt nog steeds behoefte is aan regie. De kans dat de overheid dit geheel uit handen geeft, achten de onderzoekers gering.

Op het middelste niveau gaat het om coördinatie van de verschillende partijen: vooral over de vraag langs welke weg het ICT-veld het beste geregisseerd kan worden, over de programmatische invulling en afstemming en via welk soort programma’s ICT-onderzoek het beste kan worden gefinancierd. De onderzoekers constateren een grote «bestuurlijke drukte» in het veld, er zijn veel partijen (zowel (semi)overheid als privaat) actief. Voor het bijeenbrengen van partijen en afstemmen van de inspanningen zien de onderzoekers wel ruimte, maar er moeten geen overdreven verwachtingen worden gekoesterd over de mate waarin een regieorgaan ook zeggenschap kan krijgen over de aanwending van de middelen van deze partijen.

Op het laagste niveau gaat «regie» over het stimuleren van publiek-private samenwerking. De belangrijkste meerwaarde van ICTRegie bestaat uit haar faciliterende rol bij het tot stand brengen van publiek-private samenwerking in verschillende toepassingsgebieden. Het is van groot belang dat de bestaande IIP’s geborgd worden en voldoende perspectief hebben. Daarbij gaat het met name om het zeker stellen van financiering (door het anders richten van reeds bestaande middelen of het aantrekken van additionele financiering) voor de verwezenlijking van de strategische agenda’s. Het regieorgaan zal daarvoor wel de meest kansrijke gebieden moeten selecteren.

4 Overwegingen en besluit

Ondanks de complexe opdracht, in een druk veld, met beperkte financiële middelen, is op de punten «samen» en «strategischer» het nodige tot stand gebracht. Met de 14 ICT-innovatieplatforms is op velerlei gebied samenwerking gekomen tussen onderzoekers, producenten en gebruikers. Met de strategische agenda ICT2030, aangevuld met de onderzoeksagenda van IPN en een advies over de ICT-infrastructuur voor wetenschappelijk onderzoek, is een leidraad voor de komende jaren gegeven. Echter structurele versterking van het ICT-onderzoek is, onder meer bij gebrek aan (gerichte) overheidsmiddelen, niet gerealiseerd en regie heeft er niet toe geleid dat het – overigens uitstekende – wetenschappelijke onderzoek voldoende aansluiting heeft gevonden bij de praktijk van innovatie in de ICT.

Voor een meer succesvolle regie op het hoogste of het middelste niveau achten wij de voorwaarden niet aanwezig, vooral omdat er momenteel geen sprake is van het besteden van additionele onderzoeksbudgetten. Bovendien is beperking van het aantal organisaties, dat zich met ICT bezighoudt, wenselijk.

Op basis van de uitkomsten van de evaluatie en de hiervoor genoemde overwegingen, hebben wij besloten het tijdelijke mandaat van ICTRegie niet te verlengen na 2010. Dat betekent niet dat de bereikte resultaten verloren zullen gaan. Wij bouwen daarop voort op de volgende terreinen.

Stimulering van ICT-onderzoek

Het ICT-onderzoek achten wij van onverminderd belang voor de Nederlandse economie en wetenschap. In 2009 is SURFnet van start gegaan met het GigaPort3-project als opvolger van het GigaPort Next Generation Netwerk-project, en heeft als doel om de SURFnet netwerkinfrastructuur naar een hoger plan te brengen. SURF heeft voor dit project €32 mln uit het Fes gekregen. Op dit moment werkt NWO samen met SURF aan de oprichting van een e-Science Research Center en neemt Nederland vooralsnog deel aan PRACE als Principal Partner. Voor het creëren van innovatiekansen speelt het op peil houden van een ICT-kennisbasis een grote rol. Stimulering hiervan, via NWO maar ook, zoals vorig jaar, via toegang tot de WBSO en recenter de programma’s Service Innovation and ICT en COMMIT, blijft nodig. Voor het COMMIT-voorstel heeft het kabinet op 28 mei een reservering gemaakt van €50 mln, waarbij een onafhankelijke internationale adviesraad per COMMIT-deelproject een bindend advies zal geven of het betreffende deelproject in aanmerking komt voor een Fes-bijdrage en zo ja, voor welk bedrag (kamerstuk 27 406 nr. 178).

Gebruiken van de IIP’s

Bij ICT komt een wezenlijk deel van de ontwikkeling voort uit de toepassing in enig gebied. Met de IIP’s is de basis gelegd voor die toepassing. Opdracht aan ICTRegie tot ultimo 2010 is dan ook om de IIP’s zo goed mogelijk te verankeren via de Innovatieprogramma’s op sleutelgebieden, de Maatschappelijke Innovatieprogramma’s, of het ICT-beleid van de overheid (bijvoorbeeld: aanhaken bij COMMIT, ICT&Diensten, en rijksbrede/nationale ICT-agenda). Duidelijk is dat niet alle 14 IIP’s hierop zullen passen. De vraag en betekenisvolle synergie blijven hierbij leidend. De IIP’s bevinden zich in verschillende stadia van ontwikkeling. Enkele hebben hun levensvatbaarheid aangetoond en hebben zelfstandig fondsen weten te verwerven, andere zijn nog bezig de Strategische Research Agenda te ontwikkelen. In 2011 wordt de begeleiding van IIP’s, die dat dan nog nodig hebben, opgedragen aan Agentschap NL in samenwerking met NWO. Ultimo 2011 moet duidelijk zijn welke IIP’s zelfstandig verder kunnen.

Wat nodig blijft is het leggen van een kennisinhoudelijke verbinding tussen toepassingen van gelijksoortige ICT in verschillende gebieden: transsectorale innovatie en ontwikkeling van de wetenschappelijke dimensie van het vakgebied ICT.

Het leggen van verbindingen tussen IIP’s onderling en tussen IIP’s en de onderzoekswereld en het verankeren van de IIP’s, voor zover in 2010 nog niet gebeurd, wordt opgedragen aan Agentschap NL in combinatie met NWO. Wij zullen er daarbij op toezien dat de ontwikkeling naar vraaggestuurde programmering wordt versterkt.

Platform voor ICT

De sector beraadt zich in overleg met de overheid op de beste manier om als geheel van alle geledingen op te treden als strategische gesprekspartner. Het bijeen brengen van partijen via een congres kan worden overgenomen door bestaande organisaties.

Organisatie ICTRegie

Zonder verlenging van het mandaat zullen het bureau van ICTRegie en zijn organen automatisch ophouden te bestaan per ultimo 2010. De door Agentschap NL en NWO bij het bureau van ICTRegie gedetacheerde medewerkers zullen kunnen terugkeren naar hun moederorganisatie.

De minister van Economische Zaken,

M. J. A. van der Hoeven

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven