nr. 150
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 maart 2010
Met genoegen bied ik u een advies en twee rapporten aan over supersnel
breedband.1
Op 16 maart jongstleden nam ik het advies «Supersnel
breedband voor al uw bewoners en bedrijven» in ontvangst van
de voorzitter van de TaskForce Next Generation Networks, de heer Ferd Crone.
Dat advies bestaat uit een aanbiedingsbrief, een Menukaart en een Toelichting.
Voormalig staatssecretaris Heemskerk had de TaskForce gevraagd te adviseren
hoe decentrale overheden, samen met (commerciële) ondernemingen en andere
partijen, de verdere uitrol en benutting van supersnel breedband kunnen stimuleren.
Hij vroeg daarbij om een «menukaart», met daarin expliciete aandacht
voor do’s en dont’s, die bruikbaar zou zijn als input of inspiratie
voor decentrale besturen.
Daarnaast heeft mijn ministerie opdracht gegeven voor een tweetal rapporten,
die zullen dienen als input voor breedbandbeleid en waar ook de TaskForce
NGN uit heeft kunnen putten.
o Het TNO rapport «Vraag en aanbod Next-Generation
Infrastructures 2010–2020» is een «feitenrapportage»
die een basis biedt voor aannames over de ontwikkeling van breedbandige netwerken
en van de breedbandbehoefte.
o Het PWC-rapport «De draad opgepakt» betreft een onderzoek naar de ontwikkeling van breedbanddiensten
in gemeenten en regio’s, en de aanjagende rol die bestuurders daarbij
kunnen spelen.
De kern van het advies van de TaskForce is dat gemeenten, provincies en
woningcorporaties aan zet zijn om de realisatie en het gebruik van een supersnelle
breedbandige infrastructuur voor heel Nederland verder aan te jagen. De menukaart
is geschreven om decentrale overheden een aantal concrete keuzemogelijkheden
te bieden. Volgens de menukaart kunnen ze enerzijds marktpartijen faciliteren
bij de uitrol van netwerken en de vraag bundelen, en anderzijds de uitrol
van breedbanddiensten en het gebruik daarvan op verschillende manieren bevorderen.
Daar bovenop kan eventueel financiering van de uitrol van supersnel
breedband aan de orde zijn. Nadrukkelijk is dat een zaak van marktpartijen,
die daarbij echter ondersteund kunnen worden door decentrale overheden, aldus
de TaskForce. Vaak zal faciliteren voldoende zijn, zoals ook blijkt uit het
voorbeeld dat de voorzitter van de TaskForce gaf bij de overhandiging van
het advies. In «zijn» stad Leeuwarden wordt glasvezel uitgerold
naar iedere woning, zonder dat daar overheidsgeld voor nodig is. Wat wèl
nodig is, is door de TaskForce in de Menukaart en de Toelichting handzaam
bijeengebracht.
De timing van het TaskForce advies is buitengewoon gunstig. Gemeenten
kunnen, geïnspireerd door dit advies, hun ambitie voor supersnel breedband
vastleggen in hun collegeprogramma’s. Ik ben de TaskForce zeer erkentelijk
dat ze er in is geslaagd in korte tijd veel werk te verzetten en te komen
met een advies waar gemeenten, provincies en woningcorporaties meteen mee
aan de slag kunnen.
Eveneens op 16 maart keurde de Eerste Kamer de Crisis- en Herstelwet
goed, en daarmee de wijziging van art. 5.14 van de Telecommunicatie Wet. Daardoor
hebben gemeenten vanaf 1 april wat meer mogelijkheden om –
marktconform dan wel conform het Europese staatssteunregime – te participeren
in de aanleg van netwerken voor elektronische communicatie.
Het volgende kabinet zal reageren op de motie 32 (32 123-XIII) van
de leden Vendrik en Van der Ham van 29 oktober 2009, behelzende het verzoek
aan de regering om in het voorjaar van 2010 met een uitgewerkt plan te komen
hoe in Nederland in de komende vijf tot tien jaar voorzien wordt in een landelijk
dekkende aanleg van de volgende generatie aansluitnetwerken en daarbij, ook
in de tussenliggende tijd, een actieve rol te erkennen en te ondersteunen
van decentrale overheden. Bij die reactie zal het kabinet de opgedane inzichten
en adviezen betrekken.
De minister van Economische Zaken,
M. J. A. van der Hoeven