26 643 Informatie- en communicatietechnologie (ICT)

30 821 Nationale Veiligheid

Nr. 1036 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 juni 2023

Hierbij bied ik u – zoals toegezegd in het comissiedebat Internationale cyberveiligheid op 13 april 2022 (Kamerstuk 26 643, nr. 853) – mede namens de Ministers van Justitie en Veiligheid, Economische Zaken en Klimaat, Defensie, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de Internationale Cyberstrategie (ICS) 2023–2028 aan.

Deze ICS volgt tevens op de belangrijkste aanbevelingen uit de IOB-evaluatie «Verbeter de verbinding1» die in september 2021 verscheen. IOB adviseerde het Ministerie van Buitenlandse Zaken in die evaluatie een nieuwe strategie op te stellen voor het internationaal cyberbeleid, als onderdeel van- of aansluitend bij een nationale cybersecuritystrategie. Die nationale strategie verscheen in oktober 2022 in de vorm van de Nederlandse Cybersecuritystrategie2 (NLCS). Deze nieuwe ICS is vooral een uitwerking van pijler III uit de NLCS – «Tegengaan van digitale dreigingen van staten en criminelen», maar ziet ook op uitdagingen die voorbij de reikwijdte van de NLCS liggen.

De ICS beschrijft primair de diplomatieke inzet die nodig is om te werken aan een open, vrij en veilig digitaal domein. De diplomatieke inzet wordt voor een belangrijk deel vormgegeven door het Ministerie van Buitenlandse Zaken (inclusief het postennet), maar kan alleen effectief worden ingevuld middels intensieve samenwerking met de Ministeries van Economische Zaken en Klimaat (EZK), Justitie en Veiligheid (J&V), Defensie (DEF), Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) alsook het NCSC, de AIVD en de MIVD. Deze organisaties dragen een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling en uitvoering van het internationaal cyberbeleid.

Het cyberdomein laat zich vanwege de omvang en complexiteit niet eenvoudig afbakenen. Deze strategie beperkt zich dan ook niet tot het traditionele domein van Buitenlandse Zaken, maar vindt haar uitwerking ook in de beleidsterreinen van andere departementen. Beleidsonderwerpen zoals digitalisering, open strategische autonomie en (internationale) veiligheid zijn ook relevant voor de uitvoering van het internationaal cyberbeleid. De ICS heeft daarmee veel raakvlakken met bestaande en nog te verschijnen beleidsstukken op het gebied van digitalisering zoals de «Werkagenda Waardengedreven Digitaliseren» en de «Strategie Digitale Economie». Dat geldt eveneens voor de beleidsstukken op het gebied van Open Strategische Autonomie, en op het gebied van veiligheid zoals de Defensienota, de kamerbrief over de aanpak van statelijke dreigingen, de Veiligheidsstrategie voor het Koninkrijk der Nederlanden, de Buitenland en Veiligheid Visie die binnenkort verschijnt en het Beleidskader Mondiaal Multilateralisme.

Met deze ICS komt het kabinet ook tegemoet aan de gewijzigde motie van het lid Brekelmans c.s. die het kabinet oproept in EU- en NAVO-verband te pleiten voor een draaiboek om snel tot een gemeenschappelijke reactie te komen en te oefenen met scenario’s voor cyberaanvallen.3

De Minister van Buitenlandse Zaken, W.B. Hoekstra

Naar boven