26 643 Informatie- en communicatietechnologie (ICT)

36 200 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2023

Nr. 1023 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 mei 2023

Hierbij bied ik u het rapport «De rol van encryptie in de opsporing» aan dat in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) door onderzoekers van de NHL Stenden Hogeschool, de Open Universiteit en de Politieacademie is uitgevoerd.

De digitalisering van onze maatschappij is sterk toegenomen en voor het beveiligen van gegevens wordt encryptie steeds vaker standaard toegepast. Deze ontwikkelingen kunnen impact hebben op de effectiviteit van de inzet van bestaande bevoegdheden in het Wetboek van Strafvordering.

Signalen over deze impact komen bijvoorbeeld uit de rapporten die Europol jaarlijks over encryptie uitbrengt1, de Europese Raadsresolutie op encryptie2 en het «National Center for Missing & Exploited Children».3 Om het belang van cybersecurity, fundamentele rechten en de opsporing te kunnen afwegen en in balans te brengen is het nodig meer inzicht te verkrijgen naar de effecten van encryptie op de opsporing. Om deze reden is het WODC gevraagd om hiernaar onderzoek te doen.

De onderzoekers hebben ervoor gekozen in plaats van de impact, de rol van encryptie in de opsporing te onderzoeken. Deze rol werkt twee kanten uit. Encryptie speelt enerzijds een belemmerende rol in de opsporing, maar anderzijds ook een praktische om de opsporing te verbeteren. Daarbij geven de onderzoekers aan dat alles overziend kan worden geconcludeerd dat het niet goed mogelijk is om die rol in kwantitatieve termen weer te geven. Dit geldt zowel voor de positieve als negatieve rol. Er kan niet worden vastgesteld hoeveel zaken er vanwege encryptie niet worden opgelost en/of hoeveel tijd er door de encryptie verloren gaat. Tegelijk kan ook niet worden vastgesteld hoeveel zaken er extra worden opgelost en/of hoeveel tijd wordt gewonnen. Dát encryptie een grote rol speelt in opsporingsonderzoeken wordt echter wel duidelijk. Zoals de onderzoekers beschrijven: «De geïnterviewden vertellen dat encryptie vrijwel overal voorkomt: «er zijn geen zaken met encryptie of zonder encryptie; encryptie is overal.»» In termen van delictscategorieën komt encryptie volgens de geïnterviewden het meest voor bij ondermijning en in vrij grote mate ook bij high impact crimes, maar minder bij veelvoorkomende criminaliteit. Specifiek speelt encryptie het meest een rol bij drugsmisdrijven, kinderporno en cybercrime in ruime en enge zin.

Het onderzoek geeft een waardevol inzicht in hoe diverse betrokkenen in de strafrechtketen omgaan met de versleuteling van gegevens en producten. Uit het onderzoek blijkt hoe complex en veelzijdig het onderwerp is. Het geeft inzicht in de verschillende typen encryptie en de verschillende toepassingen ervan. De geïnterviewden vertellen vanuit hun perspectief wat de rol van encryptie is in het verloop van opsporingsonderzoeken, de opbrengst van opsporingsonderzoeken en bij welke type misdrijf men met encryptie te maken krijgt. Uit het onderzoek worden zowel de voordelen als de nadelen die betrokkenen ervaren duidelijk.

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius


X Noot
2

Kamerstuk 26 643, nr. 729.

X Noot
3

Statement of the National Center for Missing & Exploited Children Regarding the End-to-End Encryption Discussion. 3 oktober 2019.

Naar boven