nr. 1
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, VOOR GROTE STEDEN- EN
INTEGRATIEBELEID EN VAN JUSTITIE EN VAN DE STAATSSECRETARISSEN VAN VERKEER
EN WATERSTAAT, VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAPPEN EN VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
's-Gravenhage, 21 juni 1999
In de ICT-sector dreigt een versnippering van overheidsinitiatieven te
ontstaan. Het Kabinet wil hier meer samenhang in aanbrengen.
Deze nota1 beschrijft hoe de overheid bedrijven,
burgers en zichzelf wil aanzetten om beter gebruik te maken van de mogelijkheden
die ICT biedt. De nota onderscheidt vijf pijlers, die tezamen van essentieel
belang zijn voor onze uitgangspositie. Het kabinet wil met deze nota duidelijk
aangeven welke ambities er met betrekking tot die vijf pijlers zijn, welke
rol de overheid daar voor zichzelf ziet en met welke ICT-activiteiten dit
kabinet deze rol invult.
De nota concentreert zich, wat betreft de publieke sector, op het beleid
om de inzet van ICT in de publieke sector in zijn totaliteit te stimuleren.
Dat laat uiteraard onverlet dat ICT ook kan bijdragen aan het realiseren van
afzonderlijke beleidsdoelstellingen van de overheid, zoals het mobiliteitsbeleid,
het veiligheidsbeleid en het realiseren van meer efficiency in de sociale
zekerheid en de gezondheidszorg.
«De Digitale Delta» is het vervolg op het Nationaal Actieplan
Elektronische Snelwegen en vormt het kader waarbinnen tal van concrete ICT-maatregelen
van de overheid kunnen worden geplaatst. Deze maatregelen zijn voor een deel
al beschreven in nota's die recent aan de Tweede Kamer zijn toegestuurd zoals
het Actieplan Electronic Commerce, het Actieplan Investeren in Voorsprong
(inmiddels «Onderwijs Online»), de Nota Wetgeving voor de Elektronische
Snelweg, het Actieprogramma Elektronische Overheid, de notitie «Kabel
en Consument» en de notitie over de zogeheten «Trusted Third Parties».
Ook zullen verdere concrete maatregelen op dit gebied worden uitgewerkt in
nota's die uw Kamer binnenkort worden toegestuurd, zoals de evaluatie van
het Software Actieplan, de vervolgnota over de kabel en de nota over telecommunicatie-ontwikkelingen. «De Digitale Delta» hanteert
een tijdshorizon van drie tot vijf jaar. Aanvullend daarop, want met een langere
tijdshorizon, zal Staatssecretaris Van der Ploeg van OCenW de gedachtevorming
over het beleid van de overheid in de informatiemaatschappij verder uitwerken.
Tussen 1999 en 2001 zal daarvoor het programma «Infodrome», een
programma van studies, kennisoverdracht en communicatieprojecten, worden uitgevoerd.
«Infodrome» is gericht op agendering van de relevante politieke
en bestuurlijke ICT-vraagstukken vanaf 2002.
De Minister van Economische Zaken,
A. Jorritsma-Lebbink
De Minister voor het Grote Steden- en Integratiebeleid,
R. H. L. M. van Boxtel
De Minister van Justitie,
A. H. Korthals
De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,
J. M. de Vries
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,
F. van der Ploeg
De Staatssecretaris van Financiën,
W. A. F. G. Vermeend