26 629
Leerlinggebonden financiering

nr. 4
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAPPEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Zoetermeer, 4 oktober 1999

Conform mijn toezegging aan de Tweede Kamer tijdens het Algemeen Overleg op 23 juni 1999 (26 629, nr. 3) over de voortgang van het beleidstraject leerlinggebonden financiering, treft u bijgevoegd het Werkplan LGF 1999 2001 aan. In dit werkplan is een overzicht en planning opgenomen van de activiteiten die ten behoeve van de wettelijke invoering LGF met ingang van 1 augustus 2001 zullen worden verricht.

Tijdens het Algemeen Overleg heb ik eveneens toegezegd schriftelijk terug te komen op de vragen die tijdens het overleg niet zijn beantwoord. Dit betreft enkele vragen naar gedetailleerde aspecten van de toekomstige uitwerking van LGF. Deze vragen hebben betrekking op de inrichting van de onafhankelijke indicatiestelling, de versterking van de positie van ouders bij de onafhankelijke indicatiestelling, de bestuurlijke inrichting van de REC's en het budgettair kader. Op elk van deze punten worden in het werkplan uitwerkingen aangekondigd, waarover de Kamer nader geïnformeerd zal worden. De beantwoording van resterende vragen kan het beste geschieden binnen deze uitwerkingen. Ik stel dan ook voor het gesprek met de Kamer aan de hand van deze uitwerkingen verder te voeren. Voor de genoemde onderwerpen ziet de planning er als volgt uit:

In het Werkplan LGF 1999–2001 is aangegeven dat met betrekking tot de definitieve inrichting van de onafhankelijke indicatiestelling eerst de resultaten van de praktijktoetsing indicatiestelling worden afgewacht. Goede positionering van de ouders is daarin belangrijk aandachtspunt. De resultaten van de praktijktoetsing zullen conform de opgenomen planning eind dit jaar bekend zijn. Ik zal de Kamer zo spoedig mogelijk daarna op de hoogte brengen van deze resultaten en de conclusies die ik na overleg met de onderwijsorganisaties trek ten behoeve van de wettelijke regeling van de onafhankelijk indicatiestelling.

Met betrekking tot de REC-vorming is tijdens het Algemeen Overleg afgesproken dat thans wordt gewerkt aan de opzet van een landelijk Experimenteerkader REC's dat in aanloop tot de definitieve wettelijke regeling van de regionale expertise-centra, scholen voldoende helderheid moet bieden over de ontwikkelkaders van de REC's. In dit Experimenteerkader zal ook de kwestie van de bestuurlijke inrichting van de REC's aan de orde komen. Conform de planning in het Werkplan LGF streef ik ernaar in december dit jaar te komen met een publicatie in Uitleg van een regeling Experimenteerkader REC's. Voorafgaand aan de publicatie zal ik de Kamer informeren over het Experimenteerkader.

Vervolgens wijs ik er op dat een aantal uitwerkingen plaats zal vinden in het kader van het taken- en functiesonderzoek REC's. In het Werkplan LGF heb ik aangegeven in januari 2000 te komen met een eindrapportage van het onderzoek. Zodra de eindrapportage beschikbaar is, zal ik de Kamer daarover informeren.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

K. Y. I. J. Adelmund

Werkplan LGF 1999–2001

Op 23 juni 1999 heeft de Staatssecretaris van Onderwijs naar aanleiding van de notitie die bij brief van 15 juni 1999 aan de Tweede Kamer is verzonden, algemeen overleg in de Tweede Kamer gevoerd over de voortgang LGF. Gestreefd zal worden naar de invoering van de eerste fase wetgeving LGF m.i.v. 1 augustus 2001. In voorbereiding op deze wetgeving zal komende periode helderheid moeten komen ten aanzien van o.m. de praktijktoetsing indicatiestelling, het onderzoek naar taken en functies van de REC's, het Experimenteerkader REC's en de financiering. Conform verzoek van de Tweede Kamer volgt in deze notitie een overzicht van de activiteiten die in het kader van de invoering van LGF zullen worden verricht alsmede een planning voor de periode 1999–2001.

I Planning van activiteiten LGF

1 Regelingen aanvullende formatie zml

Conform toezegging aan de TK zal op korte termijn gewerkt worden aan regelingen die leiden tot het wegnemen van belemmeringen in wet- en regelgeving m.b.t. de faciliteiten voor zml-kinderen in het regulier onderwijs. Het betreft hier een overgangsregeling zml voor de periode 1 januari 2000–1 augustus 2000 en voor de periode 1 augustus 2000–1 augustus 2001, aangezien beoogd is dat m.i.v. 1 augustus 2001 de nieuwe wetgeving van kracht zal zijn.

Planning

September 1999Publicatie Uitleg overgangsregeling zml 1/1/2000–1/8/2000
December 1999Publicatie Uitleg regeling aanvullend formatiebeleid (v)so (inclusief zml-regeling) 1/8/2000–1/8/2001

2 REC-vorming

2.1 Facilitering REC's

In het overleg dat in het najaar van 1998 met het georganiseerde veld heeft plaatsgevonden heeft de staatssecretaris toegezegd om ter facilitering van het REC-proces incidenteel extra middelen van 5 mf beschikbaar te stellen. Deze middelen zullen in 2 tranches van 2,5 mf voor de jaren 1999 en 2000 worden toegekend. De toekenning daarvan zal verbonden worden aan voorwaarden te publiceren in een regeling in Uitleg. T.b.v. de toekenning van de eerste tranche is inmiddels op 7 april 1999 een publicatie in Uitleg verschenen. Dit najaar zal in overleg met de onderwijsorganisaties en de Wegbereiders de regeling worden opgesteld t.b.v. de 2de tranche.

Planning

DecemberPublicatie Uitleg regeling Facilitering REC's 2de tranche

2.2 Experimenteerkader REC's

Tijdens het Algemeen Overleg op 23 juni 1999 is de Tweede Kamer ermee akkoord gegaan dat aan scholen die met de inhoudelijke en organisatorische inrichting van een REC voorop lopen de mogelijkheid wordt geboden om op basis van de Experimentenwet op korte termijn te komen tot een volledige inrichting van een REC. Daartoe zal een landelijk experimenteerkader worden opgesteld op basis waarvan REC's experimenteerplannen kunnen opstellen en indienen. Dit kader zal worden neergelegd in een regeling te publiceren in Uitleg. De ontwikkelingen in de experimentele REC's zullen worden geëvalueerd met het oog op structurele wettelijke regeling van de REC's (m.i.v. op z'n vroegst 2002). In het Experimenteerkader zullen in ieder geval zaken aan de orde komen als vulling, omvang en regionale spreiding van de REC, bestuurlijke inrichting, de spreiding van de onderwijslokaties, de voorwaarden ten aanzien van de toelaatbaarheidsbepaling, het onderwijskundige plan en de bekostiging.

Planning

Oktober 1999Overleg onderwijsorganisaties over concept-regeling
December 1999Publicatie Uitleg Experimenteerkader REC's

3 Praktijktoetsing Indicatiestelling

In februari 1999 is de praktijktoetsing Indicatiestelling LGF formeel van start gegaan. Via deze praktijktoetsing zal inzicht moeten worden verkregen in de vraag of de in de eindrapportage van Smets en Hover voorgestelde indicatiecriteria en procedures in de praktijk zullen werken. De resultaten uit de praktijktoetsing zullen moeten worden meegenomen in de definitieve wet- en regelgeving die met ingang van 1 augustus 2001 van kracht zal zijn. Dit najaar wordt de rapportage van de evaluatie verwacht die wordt uitgevoerd door het onderzoeksinstituut GION.

Planning

November 1999tussenrapportage
December 1999eindrapportage

4 Inventarisatie taken en functies clusters/rec's

Tijdens het Algemeen Overleg van 23 juni 1999 is de mogelijkheid van een aparte taakfinanciering van de REC's, naast de invoering van een leerlinggebonden financiering aan de orde geweest. Dit vanuit de verwachting dat een toepassing van de thans beschikbare onafhankelijke indicatiecriteria zal leiden tot een zodanige afbakening van de doelgroep van het 2/3-onderwijs dat scholen geconfronteerd kunnen worden met een afbouw van op zich wenselijke taken van het (v)so. Door deze taken en functies van het huidige (v)so niet te bekostiging via de systematiek van leerlinggebonden financiering, maar via een aparte bekostiging ter uitvoering van deze taken en functies, kan deze ontwikkeling worden opgevangen. Te denken valt daarbij aan taken als preventieve ambulante begeleiding, observatie en crisisplaatsing. Komende periode zal aan de hand van een overleg en onderzoek per REC-cluster gewerkt worden aan een identificatie van de taken en functies die voor deze taak- en functiebekostiging in aanmerking zouden kunnen komen. Daarin zal ondermeer de positie van kinderen met autisme, ADHD, dyslexie, aan de orde komen. Daarvoor worden thans verkenningen uitgevoerd. Ook zal er aandacht zijn voor de afstemming vo-vso, de afstemming LGF-WSNS en de afstemming onderwijs-zorg. Het resultaat zal worden omgeslagen in een eindrapportage in januari op basis waarvan vaststelling kan plaatsvinden van het leerlinggebonden deel van de bekostiging (gerelateerd aan de toepassing van de onafhankelijke indicatiestelling) en de uitvoering van taken waarvan de bekostiging niet aan de indicatiestelling van individuele leerlingen gekoppeld hoeft te worden. In een aparte notitie zal de opzet en inrichting van het onderzoek verder uitgewerkt worden.

Planning

Okt. 1999Notitie opzet en inrichting taken- en functieonderzoek
Januari 1999Eindrapportage verkenning taken en functies REC's

5 Wet- en regelgeving

1e Fase wetgeving LGF

Tijdens het Algemeen Overleg van 23 juni 1999 is overeenstemming bereikt over de hoofdlijnen LGF zoals neergelegd in de notitie Voortgang LGF. Deze hoofdlijnen zullen worden vertaald in wetgeving en worden meegenomen in het reeds in gang gezette wetgevingstraject LGF. Gestreefd wordt naar een invoeringstermijn m.i.v. 1 augustus 2001. Deze 1e fase wetgeving LGF regelt op hoofdlijnen onder meer de onafhankelijke indicatiestelling, alsmede de organisatie hiervan, de invoering van de (leerlinggebonden) financiering en de REC-vorming i.v.m. de inrichting van onderzoeks- en adviescentra.

Concept-besluiten LGF

Afhankelijk van de resultaten uit de Praktijktoetsing Indicatiestelling, en de uitkomst van het onderzoek naar de taken- en functies van de REC's die begin 2000 worden verwacht, zullen bij Algemene Maatregel van Bestuur de indicatiecriteria en de (taak)bekostiging nader worden geregeld. De bedoeling is dat deze besluiten tegelijk met de invoering van de eerste fase wetgeving LGF m.i.v. 1 augustus 2001 in werking zullen treden.

2de Fase wetgeving LGF

In een tweede fase wetgeving zullen de wettelijke kaders REC's worden vastgelegd. Deze wettelijke kaders zullen op z'n vroegst met ingang van 1 augustus 2002 van kracht kunnen zijn. Voor de tussenliggende periode zal het onder punt 2.2 beschreven Experimenteerkader REC's voldoende helderheid aan scholen moeten bieden over de ontwikkelkaders van de REC's. De evaluatie van de uitvoering van dit experimenteerkader zal betrokken worden bij de definitieve wetgeving van de REC's.

Planning

Okt./nov.1999Overleg onderwijsorganisaties over inhoud 1e fase wet LGF
Voorjaar 2000Wetsvoorstel 1e fase LGF in de TK
Voorjaar 2000Overleg onderwijsorganisaties over AmvB's LGF
Najaar 2000AmvB's LGF in de TK
Januari 2001Publicatie Staatsblad
Januari 2001Start wetgeving REC's (2de fase)
Jan-Aug 2001Voorlichting en implementatie 1e fase wetgeving LGF
Augustus 2001Inwerkingtreding zomogelijk 1e fase wetgeving LGF en AmvB's LGF

6 Kwaliteit

Voor een deel parallel aan en voor een deel volgend op de inventarisatie taken en functies van de REC's zal in het kader van de 2de fase wetgeving LGF worden gewerkt aan trajecten gericht op de (inhoudelijke) kwaliteitsverbetering van het speciaal onderwijs. Een concreet traject is reeds in gang gezet, te weten het vernieuwingstraject (onderwijsdoelen en leer- en hulpmiddelen) onderwijs aan zeer moeilijk lerende kinderen. Een volgend onderwerp wordt gevormd door de (wijze van) toepassing van de kerndoelen basisonderwijs voor leerlingen die geïndiceerd zijn voor het speciaal onderwijs alsmede het hanteren van een handelingsplan als richtsnoer voor afspraken tussen ouders en school m.b.t. de te bereiken (onderwijs-)doelen en de inzet van middelen. Met betrekking tot het reguliere onderwijs zal eveneens bezien worden welke voorzieningen noodzakelijk zijn voor een adequate opvang van gehandicapte kinderen. In dat kader zal er aandacht zijn voor ondermeer deskundigheidsbevordering en noodzakelijke vernieuwingen in het curriculum van de pabo's. In het kader van de inventarisatie van taken en functies REC's zal worden vastgesteld welke kwaliteitsverbeteringstrajecten met het oog op de 2de fase wetgeving nog meer noodzakelijk zijn.

Planning

December 1999Concept-onderwijsdoelen ZML Rapportage inventarisatie leermiddelen ZML
Aug 2000/jul 2001Try-out toepassing onderwijsdoelen
1e helft 2002Besluit Onderwijsdoelen ZML
Jan/juli 2000Onderzoeken mogelijkheden toepassing kerndoelen
Aug 2000/jul 2001Try-out toepassing kerndoelen
1e helft 2002Wettelijke regeling toepassing kerndoelen in so
Augustus 2000Model-handelingsplan is beschikbaar

7 Voorlichtings- en ondersteuningstraject ouders en scholen

Parallel aan het wet- en regelgevingstraject zal tevens gewerkt moeten worden aan de ontwikkeling, vervaardiging en verspreiding van voorlichtings- en ondersteuningsproducten die tot doel hebben ouders, reguliere en speciale scholen te informeren over de voortgang en inhoud van de onafhankelijke indicatiestelling en van de leerlinggebonden financiering en de in dat kader op handen zijnde wet- en regelgeving. Daarnaast zal in het kader van de implementatie van de wetgeving aandacht zijn voor de formulering van inhoudelijke handreikingen aan scholen waar het gaat om de adequate opvang van gehandicapte kinderen.

Planning

September 1999Voorlichtingsplan gereed
Okt-Dec. 1999Vervaardiging en verspreiding algemene info inhoud en voortgang LGF
Jan-Dec. 2000Vervaardiging en verspreiding gerichte info inhoud en voortgang LGF en start inhoudelijke ondersteuning ouders
Jan-Dec. 2001Vervaardiging en verspreiding gerichte info en handreikingen i.k.v. implementatie wetgeving LGF en continuering ondersteuning en begeleiding ouders

8 Rapportage wachtlijsten en thuiszitters

Het plaatsingsbeleid tot het speciaal onderwijs categorie 2/3 zal door de inspectie worden gevolgd. Dit mede in verband met het voorkomen van thuiszitters, dat wil zeggen leerlingen die in afwachting van plaatsing op een speciale school gedurende korte of langere tijd van onderwijs verstoken zijn. In dit kader zal de komende maanden ook overleg plaatsvinden tussen OCenW, Inspectie, VNG en de Vereniging van Leerplichtambtenaren, waarbij gestreefd wordt naar het komen tot eenduidige en heldere afspraken over de te volgen werkwijze m.b.t. het verwijderen en plaatsen van leerlingen die zijn geïndiceerd voor toelating tot het speciaal onderwijs.

Planning

December 1999Rapportage met conclusies overleg naar TK
Februari 2000Rapportage Inspectie naar TK

9 Afstemming onderwijs en zorg

Op dit terrein zijn enkele vraagstukken die in het traject naar LGF wetgeving om een antwoord vragen. Het betreft in ieder geval de afstemming tussen KDC en ZML, de lijfgebonden zorg en de afstemming m.b.t. de toegang tot onderwijs en zorg (één loket). In de praktijk doen zich naast deze thema's meerdere vraagstukken voor die zich bewegen in het raakvlak tussen onderwijs zorg en welzijn. De hiervoor noodzakelijke inventarisatie en analyse zal plaats vinden in het kader van het taken- en functieonderzoek.

9.1 KDC-ZML

Het streven is om in de eerste helft van 2000 met pilots te starten waarin zal worden onderzocht in hoeverre en voor welke populatie jonge leerplichtige kinderen in KDC's, tijdelijke gemengde zorg/onderwijs trajecten mogelijk gemaakt moeten worden en in hoeverre onderwijs vanuit een ZML school een meerwaarde heeft voor zeer laag functionerende kinderen die nu ook op latere leeftijd niet naar school gaan. In het kader van het takenen functieonderzoek zal verkend worden in hoeverre deze gemengde trajecten ingepast kunnen worden in de taken van de REC's. In dit kader zal ook worden onderzocht inhoeverre hiervoor een bekostigingsarrangement kan worden ingericht. Dit zal plaatsvinden in nauw overleg met het departement van VWS. Medio 2000 zal op basis van de ingediende pilotvoorstellen en de eerste bevindingen daaruit en het onderzoek in het kader van de taken- en functies van de REC's, besluitvorming moeten plaatsvinden over een meer structurele basis voor kdc-zml-samenwerking en over een eventueel noodzakelijke regeling.

Planning

eerste helft 2000start pilots
januari 2000rapportage taken- en functiesonderzoek REC's
medio 2000besluitvorming t.b.v. structurele regeling KDC-ZML

9.2 Lijfgebonden zorg

VWS heeft extra middelen gereserveerd voor lijfgebonden zorg in het speciaal onderwijs. VWS en OCenW overleggen over de wijze waarop deze middelen voor dit doel ingezet kunnen worden. De Tweede Kamer zal eind 1999 geïnformeerd worden over de resultaten van dit overleg.

Planning

Eind 1999concept voorstel naar TK

9.3 Afstemming toegang onderwijs en zorg

Nu zowel bij onderwijs als bij zorg de toegang centra(a)l(er) geregeld gaat worden via onafhankelijke indicatiestelling verdient de afstemming aandacht, met name waar het complexe problematiek betreft die een gezamenlijke inzet vanuit beide sectoren vraagt. Er is een onderzoek aanbesteed bij het NIZW naar een aantal dossiers van meervoudig gehandicapte leerlingen om de afstemmingsproblemen waar ouders mee geconfronteerd worden in kaart te brengen. De eindrapportage hiervan wordt verwacht in december 1999. Op basis daarvan zal een analyse van problemen gemaakt worden en met deskundigen uit beide sectoren gesproken worden over betere afstemmingsmogelijkheden.

Planning

December 1999Eindrapport onderzoek NIZW

II Organisatie van het overleg

Uitwerkingsoverleg

In navolging van voorgaande periode zal ook komende periode intensief overleg met de onderwijsorganisaties worden gevoerd over de uitwerkingen die op basis van dit werkplan zullen worden verricht. Dit betekent dat komende maanden tot en met januari 2000, volgens onderstaande planning maandelijks een uitwerkingsoverleg zal plaatsvinden met de organisaties over de in dit plan aangekondigde regelingen en rapportages. Het Uitwerkingsoverleg zal worden voorbereid in het agendaoverleg LGF.

Clusteroverleg

Daarnaast zullen in het kader van het taken- en functieonderzoek komende maanden tot januari 2000 onder leiding van het departement per cluster (cluster 1 visueel gehandicapten, cluster 2 auditief gehandicapten, cluster 3 verstandelijk gehandicapten en cluster 4 kinderen met gedragsproblemen) gesprekken worden georganiseerd ter uitvoering van dit onderzoek. Bij dit overleg zullen de werkverbanden, de wegbereiders, de besturen-, vak- en ouderorganisaties betrokken zijn. Ter ondersteuning van dit overleg zullen extra middelen beschikbaar worden gesteld.

Kerngroepen

Voorgestelde organisatie van het overleg heeft consequenties voor het overleg dat tot voor de zomer 1999 in de Kerngroepen Indicatiestelling, Kwaliteit en Bestuurlijke Randvoorwaarden is gevoerd. De Kerngroep Indicatiestelling wordt vervangen door bovenbeschreven clusteroverleg. De Kerngroep Kwaliteit zal worden gecontinueerd ter uitvoering van de activiteiten onder punt 6 en 7 van het Werkplan. Met betrekking tot de Kerngroep bestuurlijke randvoorwaarden zal afhankelijk van de resultaten uit het clusteroverleg worden bezien wanneer nadere uitwerkingen in deze Kerngroep aan de orde zijn.

Naar boven