Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1998-1999 | 26609 nr. 2 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1998-1999 | 26609 nr. 2 |
Het begrotingskader werd bij 2e suppletoire begroting 1998 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) vastgesteld op f 7 452,0 mln. voor de uitgaven en f 971,9 mln. voor de ontvangsten.
De werkelijke uitgaven voor 1998 zijn vastgesteld op f 7 352,0 mln., hetgeen f 100,0 mln. minder is dan het begrotingskader bij de 2e Suppletoire begroting.
De gerealiseerde ontvangsten zijn f 1 011,7 mln. waardoor er sprake is van een meeropbrengst ter grootte van f 39,8 mln.
De aansluiting met de mutaties opgenomen in dit wetsvoorstel is als volgt:
uitgaven | ontvangsten | |
---|---|---|
Stand Najaarsnota 1998 (TK 26 297, nr. 1 (p. 11/12)) | 7 452,0 | 971,9 |
nadere mutaties: | ||
– beleidsmatige mutaties | ||
– meevallers | – 89,2 | 58,0 |
– tegenvallers | 6,4 | – 4,8 |
– desalderingen | – 4,5 | – 13,5 |
– interdepartementale overboekingen | – 12,9 | 0,0 |
totaal nadere mutaties | – 100,2 | 39,8 |
Realisatie 1998 | 7 351,9 | 1 011,7 |
In de hiernavolgende artikelsgewijze toelichting worden de mutaties tussen de tweede suppletoire begroting en de Slotwet op artikelniveau verwerkt en toegelicht. Om overlappingen te voorkomen worden de mutaties in de eerste en de tweede suppletoire begroting niet opnieuw van een toelichting voorzien.
Wetsartikel 1 (uitgaven/verplichtingen)
01.01 Personeel en materieel ministerie
Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (x f 1 000,–)
verplichtingen | uitgaven | |
---|---|---|
Stand ontwerp-begroting 1998 | 200 121 | 200 121 |
1e suppletoire wet 1998 | 29 101 | 29 101 |
2e suppletoire wet 1998 | 13 703 | 13 703 |
Slotwetmutaties | ||
Mee/tegenvallers | ||
• Millenniumproblematiek | – 5 300 | |
• Onderbesteding Jupiter | – 1 300 | – 1 300 |
• Diverse mee/tegenvallers | 1 083 | 622 |
Desalderingen | 2 100 | 2 100 |
Interdepartementale overboekingen | – 86 | – 86 |
Overhevelingen | ||
• Justitie in de buurt en pilots accountmanagement | – 1 863 | – 1 863 |
• Diverse overhevelingen | – 5 | – 5 |
Stand Slotwet 1998 | 242 854 | 237 093 |
Een deel van de uitgaven voor de oplossing van de millenniumproblematiek kon niet meer in 1998 worden gedaan. Deze uitgaven zullen in 1999 alsnog moeten worden gedaan.
In 1998 is besloten de ontwikkeling van het nieuwe salarisinformatiesysteem voor de rijksoverheid R-IPA, een systeem van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, stop te zetten. De beslissing om de ontwikkeling van het R-IPA stop te zetten, heeft verregaande consequenties voor de ontwikkeling van Jupiter. Als gevolg hiervan wordt een deel van de voor Jupiter gereserveerde gelden in 1998 niet besteed.
Het betreft hier voornamelijk de budgettaire consequenties van de oprichting van het nieuwe Directoraat-generaal Rechtshandhaving, die nog niet volledig in de raming waren verwerkt.
De uitgaven op dit artikel zijn verhoogd voor onderhoudskosten van het SAP en voor de salariskosten van personeel dat via interimfunctievervulling werkzaam is binnen andere Justitieonderdelen. Tegenover deze verhoging van de uitgaven staan extra ontvangsten op het ontvangstenartikel 01.01 Diverse ontvangsten ministerie.
01.03 Bijdragen en contributies
Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (x f 1 000,–)
verplichtingen | uitgaven | |
---|---|---|
Stand ontwerp-begroting 1998 | 2 322 | 2 322 |
1e suppletoire wet 1998 | 100 | 100 |
2e suppletoire wet 1998 | 50 | – 550 |
Slotwetmutaties | ||
Mee/tegenvallers | ||
• Diversen | 186 | 28 |
Stand Slotwet 1998 | 2 658 | 1 900 |
De gerealiseerde uitgaven op dit artikel wijken in geringe mate af van de raming.
Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (x f 1 000,–)
verplichtingen | uitgaven | |
---|---|---|
Stand ontwerp-begroting 1998 | 10 924 | 10 924 |
1e suppletoire wet 1998 | 0 | 0 |
2e suppletoire wet 1998 | 2 491 | 2 491 |
Slotwetmutaties | ||
Mee/tegenvallers | ||
• Post-actieven andere justitieonderdelen | 1 226 | 1 226 |
Stand Slotwet 1998 | 14 641 | 14 641 |
Post-actieven andere Justitieonderdelen
In de raming was uitsluitend rekening gehouden met de kosten van post-actieven van de voormalige Rijkspolitie. Er zijn op dit artikel ook uitgaven gerealiseerd voor post-actieven van andere justitieonderdelen.
Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (x f 1 000,–)
verplichtingen | uitgaven | |
---|---|---|
Stand ontwerp-begroting 1998 | 4 000 | 4 000 |
1e suppletoire wet 1998 | 0 | 0 |
2e suppletoire wet 1998 | – 3 000 | – 3 000 |
Slotwetmutaties | ||
Mee/tegenvallers | ||
• Diversen | – 1 000 | – 1 000 |
Stand Slotwet 1998 | 0 | 0 |
Op dit artikel zijn in 1998 geen uitgaven gedaan.
Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (x f 1 000,–)
verplichtingen | uitgaven | |
---|---|---|
Stand ontwerp-begroting 1998 | 500 | 500 |
1e suppletoire wet 1998 | 0 | 0 |
2e suppletoire wet 1998 | 0 | 0 |
Slotwetmutaties | ||
Mee/tegenvallers | ||
• Diversen | – 500 | – 500 |
Stand Slotwet 1998 | 0 | 0 |
Op dit artikel zijn in 1998 geen uitgaven gedaan.
Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (x f 1 000,–)
verplichtingen | uitgaven | |
---|---|---|
Stand ontwerp-begroting 1998 | 1 039 | 1 039 |
1e suppletoire wet 1998 | 34 458 | 34 458 |
2e suppletoire wet 1998 | – 35 497 | – 35 497 |
Stand Slotwet 1998 | 0 | 0 |
Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (x f 1 000,–)
verplichtingen | uitgaven | |
---|---|---|
Stand ontwerp-begroting 1998 | 0 | 0 |
1e suppletoire wet 1998 | 0 | 0 |
2e suppletoire wet 1998 | 0 | 0 |
Stand Slotwet 1998 | 0 | 0 |
Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (x f 1 000,–)
verplichtingen | uitgaven | |
---|---|---|
Stand ontwerp-begroting 1998 | 89 859 | 89 859 |
Amendement Kalsbeek-Jasperse | – 7 500 | – 7 500 |
Nota van wijziging slachtofferhulp | – 1 300 | – 1 300 |
1e suppletoire wet 1998 | – 37 794 | – 37 794 |
2e suppletoire wet 1998 | 19 843 | 19 843 |
Slotwetmutaties | ||
Mee/tegenvallers | ||
• Millenniumproblematiek | – 3 900 | – 3 900 |
• Diverse meevallers | – 1 306 | – 984 |
Overhevelingen | ||
• Kosten landsadvocaat | 1 200 | 1 200 |
• Diverse overhevelingen | – 300 | – 300 |
Stand Slotwet 1998 | 58 802 | 59 124 |
Een deel van de uitgaven voor de oplossing van de millenniumproblematiek kon niet meer in 1998 worden gedaan. Deze uitgaven zullen in 1999 alsnog moeten worden gedaan.
Omdat de in 1997 toegezegde bijdrage van de Directie Voorlichting aan DJI voor de oprichting van een gevangenismuseum pas in 1998 is betaald, heeft dit geleid tot een tekort op het voorlichtingsbudget. Dit tekort is binnen de justitiebegroting gecompenseerd.
De meevallers op dit artikel hebben voornamelijk betrekking op betalingen voor de viering van 200-jaar Justitie die niet meer in 1998 konden plaatsvinden en die derhalve overlopen naar 1999. Voorts vinden enkele activiteiten in het kader van het 200-jarige bestaan eerst in 1999 plaats, zoals het tweedaags Privaatrechtelijk Symposium en een tentoonstelling in het Haagsch Historisch Museum.
Ter compensatie van de kosten die worden gemaakt voor de werkzaamheden die de Landsadvocaat verricht ten behoeve van het OM wordt een bedrag van f 1,2 mln. overgeheveld van artikel 09.05 Dienst Rechtspleging/Openbaar Ministerie/Rijksrecherche.
In verband met voorlichtingsactiviteiten is naar artikel 09.05 Dienst Rechtspleging/Openbaar Ministerie/Rijksrecherche f 0,2 mln. overgeheveld.
Ten behoeve van de aanschaf van automatiseringsapparatuur wordt f 0,1 mln. naar artikel 01.01 Personeel en materieel ministerie overgeheveld.
01.11 Internationale samenwerking
Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (x f 1 000,–)
verplichtingen | uitgaven | |
---|---|---|
Stand ontwerp-begroting 1998 | 1 772 | 1 772 |
1e suppletoire wet 1998 | 416 | 416 |
2e suppletoire wet 1998 | 1 214 | 1 214 |
Slotwetmutaties | ||
Mee/tegenvallers | ||
• Diversen | – 1 321 | – 1 426 |
Stand Slotwet 1998 | 2 081 | 1 976 |
De meevaller doet zich met name voor op het budget dat was gereserveerd voor Indonesië-projecten (Azië-faciliteit). Daarnaast zijn de WIPO-bijdragen in 1998 niet tot betaling gekomen.
01.13 Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum
Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (x f 1 000,–)
verplichtingen | uitgaven | |
---|---|---|
Stand ontwerp-begroting 1998 | 17 887 | 19 387 |
1e suppletoire wet 1998 | 330 | 330 |
2e suppletoire wet 1998 | 144 | 144 |
Slotwetmutaties | ||
Mee/tegenvallers | ||
• Verschil realisatie verplichtingen | 10 921 | |
• Diversen | 27 | 27 |
Stand Slotwet 1998 | 29 309 | 19 888 |
De gerealiseerde uitgaven op dit artikel wijken in geringe mate af van de raming.
Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (x f 1 000,–)
verplichtingen | uitgaven | |
---|---|---|
Stand ontwerp-begroting 1998 | 35 | 35 |
1e suppletoire wet 1998 | 0 | 0 |
2e suppletoire wet 1998 | 2 | 2 |
Slotwetmutaties | ||
Mee/tegenvallers | ||
• Diversen | – 34 | – 34 |
Stand Slotwet 1998 | 3 | 3 |
Met ingang van 1998 zijn de kosten voor de adviesraden voor het eerst op een afzonderlijk artikel in de begroting opgenomen. De oorspronkelijke raming blijkt te hoog te zijn geweest.
07 INTERNATIONALE AANGELEGENHEDEN EN VREEMDELINGENZAKEN
07.01 Bijdrage Immigratie- en Naturalisatiedienst
Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (x f 1 000,–)
verplichtingen | uitgaven | |
---|---|---|
Stand ontwerp-begroting 1998 | 285 923 | 285 923 |
1e suppletoire wet 1998 | 114 627 | 114 627 |
2e suppletoire wet 1998 | 40 062 | 40 062 |
Slotwetmutaties | ||
Overhevelingen | ||
• Onderbrengen tentenkampen bij opvang | – 2 500 | – 2 500 |
Stand Slotwet 1998 | 438 112 | 438 112 |
Onderbrengen tentenkampen bij opvang
De verantwoordelijkheid voor de opvang van asielzoekers die wachten op behandeling van hun asielaanvraag in een aanmeldcentrum, is opgedragen aan een projectgroep onder verantwoordelijkheid van de Directeur-Generaal internationale aangelegenheden en vreemdelingenzaken. In verband hiermee is het budget van f 2,5 mln. overgeheveld naar artikel 07.02 Opvang asielzoekers.
Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (x f 1 000,–)
verplichtingen | uitgaven | |
---|---|---|
Stand ontwerp-begroting 1998 | 893 745 | 893 745 |
1e suppletoire wet 1998 | 211 890 | 211 890 |
2e suppletoire wet 1998 | 458 560 | 458 560 |
Slotwetmutaties | ||
Mee/tegenvallers | ||
• Verschil realisatie verplichtingen | 359 959 | |
• Overloop investeringsuitgaven en lagere instroom | – 49 371 | – 49 371 |
• Bijstelling verplichtingenraming tentenkampen | 27 500 | 0 |
• Desaldering renteopbrengst | 9 000 | 9 000 |
Overhevelingen | ||
• Onderbrengen tentenkampen bij opvang | 2 500 | 2 500 |
Stand Slotwet 1998 | 1 913 783 | 1 526 324 |
Verschil realisatie verplichtingen
Dit verschil is ontstaan door het hoger vaststellen van de subsidie voor 1999 aan het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers als gevolg van de hogere instroom in 1998 en 1999.
Overloop investeringsuitgaven en lagere instroom
De onderuitputting op dit artikel wordt met name veroorzaakt door het nog niet in 1998 tot betaling komen van een deel van de investeringsuitgaven en door een iets lagere instroom dan waar bij Najaarsnota nog rekening mee werd gehouden.
Bijstelling verplichtingenraming tentenkampen/Onderbrengen tentenkampen bij opvang
De verantwoordelijkheid voor de opvang van asielzoekers die wachten op behandeling van hun asielaanvraag in een aanmeldcentrum is opgedragen aan een projectgroep onder verantwoordelijkheid van de Directeur-Generaal internationale aangelegenheden en vreemdelingenzaken. In verband hiermee is het budget van f 2,5 mln. overgeheveld van artikel 07.01 Bijdrage Immigratie- en Naturalisatiedienst. De verplichtingenraming is eveneens bijgesteld om het mogelijk te maken om verplichtingen aan te gaan die pas volgend jaar tot betaling komen, zodat ook contracten kunnen worden aangegaan met een duur van meer dan enige maanden.
08 PREVENTIE, JEUGD EN SANCTIES
08.01 Personeel en materieel Raad voor de Kinderbescherming
Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (x f 1 000,–)
verplichtingen | uitgaven | |
---|---|---|
Stand ontwerp-begroting 1998 | 135 557 | 135 557 |
Amendement Kalsbeek-Jasperse | 7 500 | 7 500 |
1e suppletoire wet 1998 | 8 027 | 8 027 |
2e suppletoire wet 1998 | 3 900 | 3 900 |
Slotwetmutaties | ||
Mee/tegenvaller | ||
• Millenniumproblematiek | – 396 | – 396 |
• Diversen | 2 979 | 960 |
Interdepartementale overboekingen | ||
• Huisvesting | – 299 | – 299 |
Stand Slotwet 1998 | 157 268 | 155 249 |
Een deel van de uitgaven voor de oplossing van de millenniumproblematiek kon niet meer in 1998 worden gedaan. Deze uitgaven zullen in 1999 alsnog moeten worden gedaan.
De tegenvaller heeft met name betrekking op automatiseringskosten.
Interdepartementale overboekingen
Er wordt voor een totaalbedrag van f 0,3 mln. overgeboekt naar het Ministerie van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (Rijksgebouwendienst) ten behoeve van huisvestingsuitgaven voor de Raad voor de Kinderbescherming.
08.02 Subsidies Preventie, Jeugdbescherming en Reclassering
Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (x f 1 000,–)
verplichtingen | uitgaven | |
---|---|---|
Stand ontwerp-begroting 1998 | 669 606 | 669 606 |
Nota van wijziging slachtofferhulp | 1 300 | 1 300 |
1e suppletoire wet 1998 | 43 389 | 43 389 |
2e suppletoire wet 1998 | 24 295 | 24 295 |
Slotwetmutaties | ||
Mee/tegenvaller | ||
• Realisatieverschil | 132 999 | 170 |
• Millenniumproblematiek | – 137 | – 137 |
Overhevelingen | ||
• Grote Stedenbeleid | 69 | 69 |
Stand Slotwet 1998 | 871 521 | 738 692 |
De verplichtingen op dit artikel worden over het algemeen aangegaan in het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de betaling plaatsvindt (t-1). Uitzondering hierop zijn de verplichtingen voor bedragen die in de loop van het jaar bij suppletoire wet aan de begroting worden toegevoegd. Hiervoor worden zowel de verplichtingen voor betalingen in hetzelfde jaar als voor het volgende jaar aangegaan (t en t-1). Er is bij de mutaties die in de 1e en 2e suppletoire wet 1998 zijn aangemeld ten onrechte van uitgegaan dat slechts voor één jaar verplichtingen zouden worden aangegaan. Dit verklaart een realisatieverschil van circa f 115 mln. op de verplichtingen. Het resterende verschil heeft betrekking op de verplichtingen aan de Halt-bureau's waar dit jaar de verplichtingen voor zowel 1998 als 1999 zijn vastgelegd.
Een deel van de uitgaven voor de oplossing van de millenniumproblematiek kon niet meer in 1998 worden gedaan. Deze uitgaven zullen in 1999 alsnog moeten worden gedaan.
Er wordt een bedrag van f 0,1 mln voor Grote Stedenbeleid overgeheveld van artikel 01.01 Personeel en materieel Ministerie.
08.03 Schadefonds geweldsmisdrijven
Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (x f 1 000,–)
verplichtingen | uitgaven | |
---|---|---|
Stand ontwerp-begroting 1998 | 2 955 | 2 955 |
1e suppletoire wet 1998 | 60 | 60 |
2e suppletoire wet 1998 | 368 | 368 |
Slotwetmutaties | ||
Mee/tegenvallers | ||
• Millenniumproblematiek | – 267 | – 267 |
Stand Slotwet 1998 | 3 116 | 3 116 |
Een deel van de uitgaven voor de oplossing van de millenniumproblematiek kon niet meer in 1998 worden gedaan. Deze uitgaven zullen in 1999 alsnog moeten worden gedaan.
08.04 Bijdrage Centraal Justitieel Incassobureau
Opbouw uitgavenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (x f 1 000,–)
verplichtingen | uitgaven | |
---|---|---|
Stand ontwerp-begroting 1998 | 45 630 | 45 630 |
1e suppletoire wet 1998 | 639 | 639 |
2e suppletoire wet 1998 | 1 736 | 1 736 |
Slotwetmutaties | 0 | 0 |
Stand Slotwet 1998 | 48 005 | 48 005 |
08.05 Bijdrage Dienst Justitiële Inrichtingen
Opbouw verplichtingen-, uitgaven- en ontvangstenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (x f 1 000,–)
verplichtingen | uitgaven | |
---|---|---|
Stand ontwerp-begroting 1998 | 1 675 297 | 1 675 297 |
1e suppletoire wet 1998 | – 39 074 | – 39 074 |
2e suppletoire wet 1998 | 45 156 | 45 156 |
Slotwetmutaties | ||
Mee/tegenvaller | ||
• Te hoge bijdrage huisvestingsoverboeking | 120 | 120 |
Interdepartementale overboekingen | ||
• Overboeking huisvesting | – 12 537 | – 12 537 |
• Overname defensiepersoneel | 416 | 416 |
Overhevelingen | ||
• Diverse overhevelingen | 218 | 218 |
Stand Slotwet 1998 | 1 669 596 | 1 669 596 |
Het budget op dit artikel wordt met f 0,1 mln. overschreden omdat de bijdrage die aan de Dienst Justitiële Inrichtingen is overgemaakt, f 0,1 mln. te hoog was. Bij het vaststellen van de bijdrage was nog niet bekend dat een bedrag van f 0,1 mln rechtstreeks aan de Rijksgebouwendienst zou worden betaald, in plaats van aan de Dienst Justitiële Inrichtingen. Omdat dit aan het eind van het jaar bekend werd, bleek het niet meer mogelijk dit nog in 1998 te corrigeren.
Interdepartementale overboekingen
De overboeking van f 12,5 mln. naar het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer heeft betrekking op kleine verbouwingen en groot onderhoud aan diverse gevangenissen, jeugdinrichtingen en tbs-inrichtingen.
Ten behoeve van het defensiepersoneel dat is overgenomen wordt door het Ministerie van Defensie een bedrag van f 0,4 mln. overgeboekt naar dit artikel.
Voor de gemaakte kosten als gevolg van afvaardiging van leden en voorzitter voor de Departementale ondernemingsraad (DOR) wordt f 0,183 mln. overgeheveld van artikel 01.01 Personeel en Materieel Ministerie.
Voor de kosten van trainees wordt van artikel 01.01 Personeel en Materieel Ministerie f 0,035 mln. overgeheveld.
Opbouw verplichtingen-, uitgaven- en ontvangstenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (x f 1 000,–)
verplichtingen | uitgaven | |
---|---|---|
Stand ontwerp-begroting 1998 | 30 225 | 30 225 |
1e suppletoire wet 1998 | 10 133 | 10 133 |
2e suppletoire wet 1998 | 3 511 | 3 511 |
Slotwetmutaties | ||
Mee/tegenvallers | ||
• Millenniumproblematiek | – 750 | – 750 |
• Diversen | 6 299 | – 1 832 |
Stand Slotwet 1998 | 49 418 | 41 287 |
Een deel van de uitgaven voor de oplossing van de millenniumproblematiek kon niet meer in 1998 worden gedaan. Deze uitgaven zullen in 1999 alsnog moeten worden gedaan.
Er is minder uitgegeven aan de tolkencentra en het College van Toezicht op de Kansspelen dan geraamd.
09 WETGEVING, RECHTSHANDHAVING EN RECHTSPLEGING
09.01 Personeel en materieel Gerechtelijke Laboratoria
Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (x f 1 000,–)
verplichtingen | uitgaven | |
---|---|---|
Stand ontwerp-begroting 1998 | 32 159 | 32 159 |
1e suppletoire wet 1998 | 405 | 405 |
2e suppletoire wet 1998 | 715 | 715 |
Slotwetmutaties | ||
Desaldering | 523 | 523 |
Mee/tegenvallers | ||
• Diversen | – 842 | 11 |
Stand Slotwet 1998 | 32 960 | 33 813 |
De extra uitgaven en ontvangsten, waarvoor het budget met f 0,5 mln. wordt verhoogd, hebben onder meer betrekking op gedetacheerd personeel en onderzoeken verricht in opdracht van derden. Hiertegenover staan extra ontvangsten voor hetzelfde bedrag op artikel 09.01 Diverse ontvangsten politie.
09.02 Bijzondere uitgaven politie
Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (x f 1 000,–)
verplichtingen | uitgaven | |
---|---|---|
Stand ontwerp-begroting 1998 | 77 102 | 77 102 |
1e suppletoire wet 1998 | – 11 550 | – 11 550 |
2e suppletoire wet 1998 | – 7 189 | – 7 189 |
Slotwetmutaties | ||
Mee/tegenvallers | ||
• Diverse tegenvallers | 3 781 | 3 318 |
Overhevelingen | ||
• Integriteit financiële sector | 1 700 | 1 700 |
• Diversen | – 100 | – 100 |
Stand Slotwet 1998 | 63 744 | 63 281 |
De tegenvaller heeft met name betrekking op de verhoging van de bijdrage voor de toegenomen activiteiten van het Landelijk Selectie- en Opleidingsinstituut voor de Politie (LSOP).
De verantwoordelijkheid voor het deel van het budget integriteit van de financiële sector dat betrekking heeft op MOT wordt ondergebracht bij het Directoraat-generaal voor de Rechtshandhaving. Derhalve wordt een bedrag van f 1,7 mln. overgeheveld van artikel 09.05 Dienst Rechtspleging/Openbaar Ministerie/Rijksrecherche.
Voor de kosten van personeel van het Directoraat-Generaal voor de Rechtshandhaving wordt f 0,2 mln. overgeheveld naar artikel 01.01 Personeel en materieel ministerie.
De bijdrage van het Parket-generaal aan DNA-onderzoek (f 0,1 mln.) wordt overgeheveld van artikel 09.05 Dienst Rechtspleging/Openbaar Ministerie/Rijksrecherche.
09.03 Personeel en materieel overige diensten
Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (x f 1 000,–)
verplichtingen | uitgaven | |
---|---|---|
Stand ontwerp-begroting 1998 | 74 526 | 74 526 |
1e suppletoire wet 1998 | 10 000 | 10 000 |
2e suppletoire wet 1998 | – 179 | – 179 |
Slotwetmutaties | ||
Mee/tegenvallers | ||
• Diversen | – 56 | – 137 |
Desalderingen | ||
• Hogere uitgaven i.v.m. groei reizigers | 7 709 | 7 709 |
Overhevelingen | ||
• Uitvoering WAM | 2 700 | 2 700 |
Stand Slotwet 1998 | 94 700 | 94 619 |
Er heeft zich een kleine onderuitputting voorgedaan die voornamelijk betrekking heeft op de personele uitgaven.
Hogere uitgaven i.v.m. groei reizigers
Als gevolg van de toename van het aantal passagiers zijn ook de uitgaven en ontvangsten voor bewakingskosten toegenomen. De uitgaven op dit artikel worden derhalve verhoogd met f 7,7 mln. Hiertegenover staan de hogere ontvangsten beveiligingsheffing van f 7,7 mln. op artikel 09.01 Overige ontvangsten politie.
De uitgaven voor het verrichten van controle op de WAM-verzekeringsplicht (Wet aansprakelijkheid motorvoertuigen) worden verantwoord op artikel 09.03 Overige diensten politie. In verband hiermee wordt het budget van f 7 mln. van dit artikel overgeheveld naar artikel 09.03.
09.04 Bijdrage Korps landelijke politiediensten
Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (x f 1 000,–)
verplichtingen | uitgaven | |
---|---|---|
Stand ontwerp-begroting 1998 | 399 320 | 399 320 |
1e suppletoire wet 1998 | 19 670 | 19 670 |
2e suppletoire wet 1998 | 47 699 | 47 699 |
Slotwetmutaties | ||
Mee/tegenvallers | ||
• Diversen | – 3 873 | – 3 873 |
Desalderingen | ||
• Bijdrage IT-organisatie | – 23 800 | – 23 800 |
Interdepartementale overboekingen | ||
• Huisvesting | – 405 | – 405 |
Stand Slotwet 1998 | 438 611 | 438 611 |
De meevaller op dit artikel heeft voornamelijk betrekking op het automatiseringsbudget, ten laste waarvan minder projecten zijn uitgevoerd door de IT-organisatie dan oorspronkelijk werd voorzien.
Het Ministerie van Binnenlandse Zaken heeft haar aandeel in de automatiseringsprojecten bij de IT-organisatie rechtstreeks aan deze organisatie betaald in plaats zoals oorspronkelijk geraamd via de begroting van het Ministerie van Justitie. Dit betekent dat zowel de uitgaven op artikel 09.04 Bijdrage Korps landelijke politiediensten als de ontvangsten op artikel 09.01 Overige ontvangsten Politie met f 23,8 mln worden verlaagd.
Interdepartementale overboekingen
Ten behoeve van de huisvesting van het Korps landelijke politiediensten in Driebergen en de Centrale Recherche Informatiedienst in Zoetermeer wordt een bedrag van f 0,4 mln. overgeboekt naar het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.
09.05 Dienst Rechtspleging/Openbaar Ministerie/Rijksrecherche
Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (x f 1 000,–)
verplichtingen | uitgaven | |
---|---|---|
Stand ontwerp-begroting 1998 | 1 161 990 | 1 161 990 |
1e suppletoire wet 1998 | 76 384 | 76 384 |
2e suppletoire wet 1998 | 32 900 | 32 900 |
Slotwetmutaties | ||
a. Rechtspraak | ||
Mee/tegenvallers | ||
• Diversen | – 2 454 | – 2 687 |
Overhevelingen | ||
• Ontvlechtingsmutaties rechterlijke organisatie | 1 478 | 1 478 |
b. Openbaar Ministerie | ||
Mee/tegenvallers | ||
• Diversen | – 2 345 | – 2 400 |
Interdepartementale overboekingen | ||
• Fraudeofficier | 150 | 150 |
Overhevelingen | ||
• Uitvoering WAM | – 2 700 | – 2 700 |
• Justitie in de buurt en pilots accountmanagement | 1 863 | 1 863 |
• Integriteit financiële sector | – 1 700 | – 1 700 |
• Ontvlechtingsmutaties rechterlijke organisatie | 1 270 | 1 270 |
• Kosten landsadvocaat | – 1 200 | – 1 200 |
• Compensatie OM tbv aanschaf servers door FDRO | – 1 107 | – 1 107 |
• Diversen | 2 687 | – 82 |
c. Beheerdiensten | ||
Mee/tegenvallers | ||
• Millenniumprobleem | – 8 495 | – 8 495 |
Interdepartementale overboekingen | ||
• Huisvesting | – 314 | – 314 |
Overhevelingen | ||
• Ontvlechtingsmutaties rechterlijke organisatie | – 52 523 | – 52 523 |
• Gemeenschappelijke infrastructuur | 1 500 | 1 500 |
• Compensatie door OM tbv aanschaf servers FDRO | 1 107 | 1 107 |
• Voorlichting | 200 | 200 |
d. Landelijke diensten | ||
Interdepartementale overboekingen | ||
• Commissie gelijke behandeling | 200 | 200 |
Overhevelingen | ||
• Ontvlechtingsmutaties rechterlijke organisatie | 49 775 | 49 775 |
• Gemeenschappelijke infrastructuur | – 1 500 | – 1 500 |
Mee/tegenvallers | ||
• Realisatieverschil verplichtingen | 1 989 | |
Stand Slotwet 1998 | 1 259 155 | 1 254 109 |
De lagere uitgaven op dit artikelonderdeel hebben te maken met het onvervuld blijven van vacatures.
Ontvlechtingsmutaties rechterlijke organisatie
In de begroting 1998 is in het kader van het Project Beheersstructuur rechterlijke organisatie 1998 het totale budget voor de rechterlijke macht op basis van een voorlopige raming in vier onderdelen gesplitst. Op basis van de realisatie is hierop een correctie nodig.
De meevaller wordt veroorzaakt door vertraging op een aantal geplande activiteiten en projecten zoals expertisecentra parketten, financiering pilots fraudeclusters en justitie in de buurt.
Interdepartementale overboekingen
Van Financiën ontvangen voor het aanstellen van een fraudeofficier (f 0,15 mln.).
De uitgaven voor het verrichten van controle op de WAM-verzekeringsplicht (Wet aansprakelijkheid motorvoertuigen) worden verantwoord op artikel 09.03 Overige diensten politie. In verband hiermee wordt het budget van f 7 mln. van dit artikel overgeheveld naar artikel 09.03.
Justitie in de buurt en pilots accountmanagement
De projecten Justitie in de buurt en pilots accountmanagement vielen voorheen onder de Directie Algemene Justitiële Strategie maar zijn nu ondergebracht bij het Openbaar Ministerie. In verband hiermee wordt f 1,9 mln. overgeheveld van artikel 01.01 Personeel en materieel ministerie.
De verantwoordelijkheid voor het deel van het budget integriteit van de financiële sector dat betrekking heeft op het MOT wordt ondergebracht bij het Directoraat-generaal voor de Rechtshandhaving. Derhalve wordt een bedrag van f 1,7 mln. overgeheveld van artikel 09.05 Dienst Rechtspleging/Openbaar Ministerie/Rijksrecherche naar artikel 09.02 Bijzondere uitgaven politie.
Ontvlechtingsmutaties rechterlijke organisatie
In de begroting 1998 is in het kader van het Project Beheersstructuur rechterlijke organisatie 1998 het totale budget voor de rechterlijke macht op basis van een voorlopige raming in vier onderdelen gesplitst. Op basis van de realisatie is hierop een correctie nodig.
Ter compensatie van de kosten die worden gemaakt voor werkzaamheden die de Landsadvocaat verricht ten behoeve van het Openbaar Ministerie wordt f 1,2 mln. overgeheveld naar artikel 01.09 Diversen.
Compensatie OM t.b.v. aanschaf servers voor FDRO
Ten behoeve van een opdracht die de Facilitaire Dienst Rechterlijke Organisatie (FDRO) voor het Openbaar Ministerie (OM) uitvoert zijn 19 Alpha servers nodig. Hiervoor wordt f 1,1 mln. naar artikelonderdeel c. Beheerdiensten overgeheveld.
In verband met een bijdrage van het Parket-generaal aan een DNA-onderzoek wordt naar artikel 09.02 Bijzondere uitgaven politie f 0,1 mln. overgeheveld.
Voor de kosten van trainees wordt van artikel 01.01 Personeel en materieel ministerie voor f 0,018 mln. overgeheveld.
Een deel van de uitgaven voor de oplossing van de millenniumproblematiek kon niet meer in 1998 worden gedaan. Deze uitgaven zullen in 1999 alsnog moeten worden gedaan.
Interdepartementale overboekingen
Naar het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, directie Rijksgebouwendienst wordt wegens te verrekenen huur van het FDRO te Zeist f 0,3 mln. overgeboekt.
Ontvlechtingsmutaties rechterlijke organisatie
In de begroting 1998 is in het kader van het Project Beheersstructuur rechterlijke organisatie 1998 het totale budget voor de rechterlijke macht op basis van een voorlopige raming in vier onderdelen gesplitst. Op basis van de realisatie is hierop een correctie nodig.
Gemeenschappelijke infrastructuur
Ten behoeve van de gemeenschappelijke infrastructuur rechterlijke organisatie wordt van 09.05d. Landelijke diensten naar 09.05c. Beheerdiensten een bedrag van f 1,5 mln overgeheveld.
Compensatie OM tbv aanschaf servers voor FDRO
Ten behoeve van een opdracht die de Facilitaire Dienst Rechterlijke Organisatie (FDRO) voor het Openbaar Ministerie (OM) uitvoert zijn 19 Alpha servers nodig. Hiervoor wordt f 1,1 mln. van artikelonderdeel b. Openbaar Ministerie overgeheveld.
Ten behoeve van voorlichtingsactiviteiten die in eigen beheer zijn uitgevoerd wordt f 0,2 mln. van het budget van artikel 01.09 Diversen overgeheveld.
Interdepartementale overboekingen
Als compensatie voor de financiële consequenties van het rapport Producten en middelen Commissie Gelijke Behandeling wordt van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties f 0,1 mln. en van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid eveneens f 0,1 mln. overgeboekt.
Ontvlechtingsmutaties rechterlijke organisatie
In de begroting 1998 is in het kader van het Project Beheersstructuur rechterlijke organisatie 1998 het totale budget voor de rechterlijke macht op basis van een voorlopige raming in vier onderdelen gesplitst. Op basis van de realisatie is hierop een correctie nodig.
Gemeenschappelijke infrastructuur
Ten behoeve van de gemeenschappelijke infrastructuur van de rechterlijke organisatie is + 1,5 mln. van 09.05d. Landelijke diensten overgeheveld naar 09.05c. Beheerdiensten.
Realisatieverschil verplichtingen
Naar aanleiding van de realisatie worden de verplichtingen met f 2 mln. naar boven bijgesteld.
Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (x f 1 000,–)
verplichtingen | uitgaven | |
---|---|---|
Stand ontwerp-begroting 1998 | 89 007 | 89 007 |
1e suppletoire wet 1998 | – 5 000 | – 5 000 |
2e suppletoire wet 1998 | – 5 694 | – 5 694 |
Slotwetmutaties | ||
Mee/tegenvallers | ||
• Diversen | – 4 385 | – 4 385 |
Stand Slotwet 1998 | 73 928 | 73 928 |
De groei in de uitgaven van de gerechtskosten in 1998 heeft zich niet in de verwachte omvang voorgedaan. Het niveau van de realisatie heeft zich ongeveer gestabiliseerd en ligt op het niveau van de uitgaven in 1997.
09.07 Gefinancierde Rechtsbijstand
Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (x f 1 000,–)
verplichtingen | uitgaven | |
---|---|---|
Stand ontwerp-begroting 1998 | 408 424 | 408 424 |
1e suppletoire wet 1998 | 33 327 | 33 327 |
2e suppletoire wet 1998 | – 14 026 | – 14 026 |
Slotwetmutaties | ||
Mee/tegenvaller | ||
• Verschil realisatie verplichtingen | 404 085 | |
• Diversen | 114 | 114 |
Stand Slotwet 1998 | 831 924 | 427 839 |
Verschil realisatie verplichtingen
De overschrijding van de verplichtingenraming betreft een technische correctie. Tot het jaar 1998 werden de verplichtingen jegens de raden voor rechtsbijstand vastgelegd op het moment van het verzenden van de subsidiebrief (d.w.z. uiterlijk 15 januari van het jaar waarvoor de subsidie werd verleend). Omdat het hier gaat om subsidies die in continuïteit worden verstrekt is besloten de onderhavige verplichtingen ingaande het boekjaar 1998 vast te leggen in het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar. De realisatie van de verplichtingen 1998 heeft dan ook betrekking op de subsidiejaren 1998 en 1999.
De gerealiseerde uitgaven op dit artikel wijken in geringe mate af van de raming.
Opbouw verplichtingen- en uitgavenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (x f 1 000,–)
verplichtingen | uitgaven | |
---|---|---|
Stand ontwerp-begroting 1998 | 0 | 0 |
1e suppletoire wet 1998 | 25 000 | 25 000 |
2e suppletoire wet 1998 | – 14 166 | – 14 166 |
Stand Slotwet 1998 | 10 834 | 10 834 |
01.01 Diverse ontvangsten ministerie
Opbouw ontvangstenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (x f 1 000,–)
ontvangsten | |
---|---|
Stand ontwerp-begroting 1998 | 8 294 |
1e suppletoire wet 1998 | 200 |
2e suppletoire wet 1998 | 3 050 |
Slotwetmutaties | |
Desalderingen | |
• Diversen | 2 100 |
Mee/tegenvallers | |
• Diversen | 5 806 |
Stand Slotwet 1998 | 19 450 |
De ontvangsten op dit artikel zijn verhoogd voor verhaalde bijdrage voor de onderhoudskosten van het SAP en voor de salariskosten van personeel dat via interim-functievervulling werkzaam is binnen andere justitieonderdelen. Tegenover deze verhoging van de ontvangsten staan extra uitgaven op het uitgavenartikel 01.01 Personeel en materieel ministerie.
Het betreft hier extra ontvangsten ten gevolge van restitutie van pensioenbijdrage voor voormalig COA-personeel door het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (f 3,6 mln.), restitutie uitkeringen wegens arbeidsongeschiktheid (f 1,1 mln.), meerontvangsten bij het WODC (f 0,7 mln.) en diverse terugontvangsten op subsidies en voorschotten (f 0,7 mln.)
Opbouw ontvangstenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (x f 1 000,–)
ontvangsten | |
---|---|
Stand ontwerp-begroting 1998 | P.M. |
1e suppletoire wet 1998 | |
2e suppletoire wet 1998 | |
Stand Slotwet 1998 | P.M. |
07 INTERNATIONALE AANGELEGENHEDEN EN VREEMDELINGENZAKEN
07.01 Diverse ontvangsten Vreemdelingenzaken
Opbouw ontvangstenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (x f 1 000,–)
ontvangsten | |
---|---|
Stand ontwerp-begroting 1998 | 1 300 |
1e suppletoire wet 1996 | 0 |
2e suppletoire wet 1998 | 0 |
Slotwetmutaties | |
Mee/tegenvallers | |
• Minder ontvangsten n.a.v. afrekeningen | 7 757 |
Stand Slotwet 1998 | 9 057 |
Minderontvangsten n.a.v. afrekeningen
Er is f 1,2 mln. minder ontvangen naar aanleiding van afrekeningen van voorschotten dan geraamd.
08 PREVENTIE, JEUGD EN SANCTIES
08.01 Diverse ontvangsten Preventie, Jeugdbescherming en Reclassering
Opbouw ontvangstenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (x f 1 000,–)
ontvangsten | |
---|---|
Stand ontwerp-begroting 1998 | 10 235 |
1e suppletoire wet 1998 | 0 |
2e suppletoire wet 1998 | 3 753 |
Slotwetmutaties | |
Mee/tegenvallers | |
• Meer ontvangsten n.a.v. afrekeningen | 1 834 |
Stand Slotwet 1998 | 15 822 |
Meerontvangsten n.a.v. afrekeningen
Er is f 1,8 mln. meer ontvangen naar aanleiding van afrekeningen van subsidies dan geraamd.
Opbouw ontvangstenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (x f 1 000,–)
ontvangsten | |
---|---|
Stand ontwerp-begroting 1998 | 17 600 |
1e suppletoire wet 1998 | 0 |
2e suppletoire wet 1998 | 0 |
Slotwetmutaties | |
Mee/tegenvallers | |
• Diversen | – 16 |
Stand Slotwet 1998 | 17 584 |
Het tekort is een saldo van kleine meevallers op retributies vennootschappen en naamsveranderingen en kleine tegenvallers op retributies testamentenregister en leges kansspelvergunningen.
09 WETGEVING, RECHTSHANDHAVING EN RECHTSPLEGING
09.01 Diverse ontvangsten politie
Opbouw ontvangstenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (x f 1 000,–)
ontvangsten | |
---|---|
Stand ontwerp-begroting 1998 | 91 900 |
1e suppletoire wet 1998 | 0 |
2e suppletoire wet 1998 | 0 |
Slotwetmutaties | |
Desalderingen | |
• Hogere ontvangsten beveiligingsheffing i.v.m. groei reizigers | 7 709 |
• Automatiseringsprojecten ITO met BZK | – 23 800 |
• Gerechtelijke laboratorium/Laboratorium voor gerechtelijke pathologie | 523 |
Mee/tegenvallers | |
• Hogere ontvangsten beveiligingsheffing | 9 635 |
• Diversen | 2 107 |
Stand Slotwet 1998 | 88 074 |
Hogere ontvangsten beveiligingsheffing i.v.m. groei reizigers
Als gevolg van de toename van het aantal passagiers zijn ook de uitgaven en ontvangsten voor bewakingskosten toegenomen. De ontvangsten op dit artikel worden derhalve verhoogd met f 7,7 mln. Hiertegenover staan de hogere uitgaven van f 7,7 mln. op artikel 09.03 Personeel en materieel overige diensten.
Automatiseringsprojecten ITO met BZK
Het Ministerie van Binnenlandse Zaken heeft haar aandeel in de automatiseringsprojecten bij de IT-organisatie rechtstreeks aan deze organisatie betaald in plaats zoals oorspronkelijk geraamd via de begroting van het Ministerie van Justitie. Dit betekent dat zowel de uitgaven op artikel 09.04 Bijdrage Korps landelijke politiediensten als de ontvangsten op artikel 09.01 Overige ontvangsten politie met f 23,8 mln worden verlaagd.
Gerechtelijk laboratorium/Laboratorium voor Gerechtelijke Pathologie
De ontvangsten op dit artikel worden verhoogd met f 0,5 mln. Hiertegenover staan extra uitgaven voor hetzelfde bedrag op uitgavenartikel 09.01 Gerechtelijk laboratorium/Laboratorium voor gerechtelijke pathologie. De extra uitgaven en ontvangsten hebben onder meer betrekking op gedetacheerd personeel en onderzoeken verricht in opdracht van derden.
Hogere ontvangsten beveiligingsheffing
Door een eenmalige versnelling in de afdracht van de geïnde beveiligingsheffing liggen de gerealiseerde ontvangsten in 1998 f 9,6 mln. hoger dan geraamd.
De ontvangsten ten behoeve van deze post hebben voor f 1,2 mln. betrekking op bijdragen van de ministeries van Financiën en Economische Zaken in het project crypto. Van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is f 0,1 mln. ontvangen als bijdrage in de kosten van een DNA-onderzoek naar een serieverkrachter. De resterende ontvangsten hebben betrekking op afrekeningen op verleende bijdragen/subsidies.
Opbouw ontvangstenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (x f 1 000,–)
ontvangsten | |
---|---|
Stand ontwerp-begroting 1998 | 611 600 |
1e suppletoire wet 1998 | 0 |
2e suppletoire wet 1998 | 10 999 |
Slotwetmutaties | |
Mee/tegenvallers | |
• Hogere ontvangsten | 29 908 |
Stand Slotwet 1998 | 652 507 |
De opbrengst van de boeten en transacties is meer gestegen dan bij de Najaarsnota werd voorzien. De oorzaak ligt in de stijging van het aantal processen verbaal.
Opbouw ontvangstenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (x f 1 000,–)
ontvangsten | |
---|---|
Stand ontwerp-begroting 1998 | 223 750 |
1e suppletoire wet 1998 | – 47 000 |
2e suppletoire wet 1998 | – 5 000 |
Slotwetmutaties | |
Mee/tegenvallers | |
• Lagere ontvangsten | – 2 176 |
Stand Slotwet 1998 | 169 574 |
Als gevolg van een tegenvallende autonome groei in het zaakaanbod ligt de realisatie van de griffierechten f 2,2 mln. lager dan geraamd.
09.04 Diverse ontvangsten Rechtspraak
Opbouw ontvangstenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (x f 1 000,–)
ontvangsten | |
---|---|
Stand ontwerp-begroting 1998 | 56 100 |
1e suppletoire wet 1998 | – 34 500 |
2e suppletoire wet 1998 | 11 135 |
Slotwetmutaties | |
Mee/tegenvallers | |
• Heffingen registratiekamer | – 2 600 |
• Diversen | – 466 |
Stand Slotwet 1998 | 29 669 |
De legesheffing voor de registratiekamer is in 1998 niet ingevoerd. Derhalve zijn er ook geen ontvangsten gerealiseerd.
De meevaller is een saldo van een tegenvaller op ontvangsten PLUKze die f 1,7 mln. lager uitvielen dan de raming en overige ontvangsten rechtspleging (+ f 1,8 mln.)
09.05 Diverse ontvangsten Rechtsbijstand
Opbouw ontvangstenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (x f 1 000,–)
ontvangsten | |
---|---|
Stand ontwerp-begroting 1998 | 8 500 |
1e suppletoire wet 1998 | 0 |
2e suppletoire wet 1998 | 0 |
Slotwetmutaties | |
Mee/tegenvallers | |
• Diversen | 1 416 |
Stand Slotwet 1998 | 9 916 |
De exploitatiebaten voor rechtsbijstand zijn f 1,4 mln. hoger dan de raming.
5.3 Toelichting bij de rekening van de agentschappen met de bijbehorende balans en toelichting
01 Immigratie- en Naturalisatiedienst
Rekening van Baten en Lasten van het agentschap IND
Omschrijving | Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie | Slotwetmutaties (+ = tekort t.o.v. beschikbaar bedrag) |
---|---|---|---|
BATEN | |||
opbrengst moederdepartement | 282 823 | 380 436 | 97 613 |
opbrengsten derden | 13 460 | 16 218 | 2 758 |
* naturalisatie | 6 000 | 5 374 | – 626 |
* leges toelating | 5 600 | 8 482 | 2 882 |
* diversen | 1 860 | 2 362 | 502 |
rentebaten | pm | 1 307 | 1 307 |
Totaal baten | 296 283 | 397 961 | 101 678 |
LASTEN | |||
apparaatskosten | 282 937 | 364 235 | 81 298 |
* personele kosten | 132 640 | 182 606 | 49 966 |
* materiële kosten | 150 297 | 181 629 | 31 332 |
subsidies | 3 500 | 4 998 | 1 498 |
rentelasten | pm | ||
afschrijvingskosten materieel | 18 484 | 22 095 | 3 611 |
buitengewone lasten | 0 | 0 | 0 |
Totaal lasten | 304 921 | 391 328 | 86 407 |
Saldo van baten en lasten | – 8 638 | 6 633 | 15 271 |
Hieronder wordt door middel van een overzicht de toename ten opzichte van de ontwerp-begroting nader gespecificeerd (bedragen x f 1 000,–). In het overzicht is niet opgenomen de investeringsbijdrage van het departement voor uitgaven eerste inrichting bij onder meer (ver)bouw en automatisering. De hiervoor ontvangen middelen zijn opgenomen in het kasstroomoverzicht.
Ontwerp-begroting 1998 | 282 823 |
Mutaties: | |
– hogere instroom asielzoekers | 120 800 |
– vrijval middelen Hoger Beroep | – 6 100 |
– informatisering | 6 000 |
– loon- en prijsbijstelling 1998 | 4 994 |
– IT-deel koppeling VAS/GBA | 1 500 |
– HAVANK | 280 |
– Task-force mensensmokkel | 200 |
– diversen | – 61 |
Sub-totaal | 410 436 |
AF: Overlopende post | – 30 000 |
Totaal | 380 436 |
In de begroting van 1998 is uitgegaan van het aantal nieuw ingediende asielverzoeken van 27 000 per jaar. Gedurende het jaar nam de instroom echter sterk toe en zijn extra middelen aan de IND begroting toegevoegd. Bijstelling hiervan vond in verschillende tranches plaats. De laatste tranche (van 40 000 naar 47 000) is toereikend om de asielverzoeken t/m de beslissing eerste aanleg af te handelen.
Als gevolg van de vertraging van de invoering van het Hoger Beroep in Vreemdelingenzaken valt in 1998 een bedrag van f 6,1 mln. «vrij» op het onderdeel personeel en materieel. Ten behoeve van de Taakgroep Informatievoorziening Vreemdelingenketen (TIV) is het kader van de IND in 1998 verhoogd met een bedrag van f 6 mln. Doel van de TIV is de bedrijfsprocessen in de totale vreemdelingenketen inzichtelijk te maken en de inrichting en de afstemming in de keten te verbeteren. Het bedrag voor loon- en prijsbijstelling is technisch en houdt verband met de bijstelling van de loon- en prijsgevoelige posten van de begroting. Het bedrag van de koppeling VAS/GBA omvat de bijdrage aan de politie-organisatie in het kader van de koppeling decentrale vreemdelingenadministratie en de gemeentelijke basisadministratie.
Verder is het kader van de IND eenmalig verhoogd (f 0,3 mln.) als aandeel in de kosten van de vervanging van het vingerafdrukkensysteem HAVANK/Quick check. Tenslotte is het kader bijgesteld in verband met het besluit in de Ministerraad tot de oprichting van een task-force mensensmokkel. De toegekende middelen (f 0,2 mln.) zijn bedoeld voor de ondersteuning vanuit de IND.
De post diversen bestaat enerzijds uit het bedrag (f 0,3 mln.) in verband met de overheveling van een tweetal formatieplaatsen van de IND naar het kerndepartement en anderzijds uit het bedrag (ruim f 0,2 mln.) in verband met de ontvlechting bedrijfsrestaurant. Laatstgenoemd bedrag heeft betrekking op de overdracht van het beheer van het bedrijfsrestaurant en de schoonmaak van de Terminal. Genoemde kosten werden tot voor kort door het kerndepartement betaald.
De wijze waarop de IND wordt gefinancierd (input-basis) impliceert dat er aan het einde van een jaar sprake kan zijn van een overlopende post. Een dergelijke post ontstaat indien het werkelijke prestatieniveau afwijkt van het in de bijdrage (begroting) opgenomen prestatieniveau. In 1998 blijkt hiervan sprake. Als gevolg hiervan is de bijdrage afgestemd op de werkelijk geleverde prestaties en is – op grond van de vigerende voorschriften – het bedrag van deze post op de balans opgenomen als «vooruitontvangen bijdrage kerndepartement». De specificatie hiervan is als volgt:
– Hoeveelheidsverschil (zie ook bijlage 1) | 25 |
– TIV | 5 |
Totaal | 30 |
De opbrengst naturalisatie is opgebouwd uit een bedrag van f 1,6 mln. op basis van de «oude» regeling waarbij rechtstreeks aan de IND werd betaald, en een bedrag van f 3,8 mln. op basis van de regeling die in werking is getreden op 1 april 1998. De gemeenten zijn door de invoering van deze regeling gemachtigd de verschuldigde leges voor een naturalisatieverzoek te innen. Zij behouden een bepaald bedrag per verzoek en dragen het resterende deel af aan de IND.
Bij de leges om toelating is de raming gebaseerd op 56 000 aanvragen en een gemiddeld tarief van f 100,– Uiteindelijk werden in 1998 76 421 aanvragen ingediend. Het gemiddeld gerealiseerd bedrag komt uit op f 108,–.
Doordat gemiddeld een credit saldo op de rekening courant van het Ministerie van Financiën heeft gestaan is een bedrag van f 1,3 mln. aan rente gegenereerd.
De apparaatskosten (personeel en materieel) zijn ten opzichte van de oorspronkelijke begroting (f 282,9 mln.) substantieel gestegen. De realisatie op dit onderdeel komt uit op een bedrag van ruim f 364 mln. Een stijging derhalve van circa 29%. Belangrijke oorzaak hiervoor vormt de hogere instroom van het aantal asielzoekers in de loop van 1998. Werd bij het opstellen van de begroting nog uitgegaan van een instroom van 27 000, gedurende het uitvoeringsjaar nam dit aantal toe tot ruim 45 000.
In procenten kunnen de apparaatskosten als volgt worden weergegeven:
Apparaatskosten in percentages
ontwerp-begroting | realisatie | |
---|---|---|
1998 | 1998 | |
Personeel | 47% | 50% |
Automatisering | 15% | 11% |
Huisvesting | 9% | 9% |
Verwijderingen | 6% | 4% |
Tolkwerkzaamheden | 5% | 7% |
Procesvertegenwoordiging | 4% | 4% |
Opvang aanmeldcentra | 2% | 2% |
Proceskosten | 2% | 2% |
Overig | 10% | 11% |
Totaal | 100% | 100% |
Aangezien een belangrijk deel van de kosten van personele aard is, wordt onderstaand een nadere specificatie van dit onderdeel gegeven.
ontwerp-begroting | realisatie | |
---|---|---|
ambtelijk personeel | ||
– bezetting (fte's) | 1 592 | 2 012 |
– begrotingsbeslag (x f 1 000,–) | 119 290 | 145 744 |
– aantal niet-actief (fte's) | 14 | 35 |
– begrotingsbeslag (x f 1 000,–) | 750 | 1 943 |
overig personeel | ||
– niet-regulier | 1 000 | 650 |
– servicekrachten | 8 000 | 26 789 |
– opleiding en vorming | 1 500 | 5 705 |
post-actief personeel | 2 100 | 1 775 |
Totaal | 132 640 | 182 606 |
De gemiddelde bezetting in 1998 bedroeg 1763 fte. Per ultimo december bedraagt de bezetting 2012 fte. De gerealiseerde loonsom komt uit op een bedrag van f 77 125,= per fte.
De toename van het aantal niet-actieven wordt vooral veroorzaakt door het aantal personen dat gebruik maakt van het ouderschapsverlof. Het percentage ziekteverzuim (exclusief zwangerschap) in 1998 komt uit op 6,8% (1997: 6,6%).
Fluctuaties in de instroom van asielzoekers en daarmee gepaard fluctuaties in de bijdrage aan de IND betekenen dat veel gebruik wordt gemaakt van de inzet van tijdelijk personeel (o.a. uitzendkrachten). Het aantal uitzendkrachten in 1998 bedraagt circa 325.
De realisatie op dit onderdeel heeft vooral betrekking op de bijdrage in het kader van de Terugkeerregeling IOM en de bijdrage aan de politie-organisatie in het kader van de koppeling decentrale vreemdelingen administratie en de gemeentelijke basisadministratie.
Voor de waarderingsgrondslagen en afschrijvingsmethodiek wordt verwezen naar de toelichting bij de balans.
(1) | (2) | (3) | (4)=(1)+(2)+(3) | (5) | (6) | |
---|---|---|---|---|---|---|
Omschrijving | Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Mutaties (=of –) op grond van eerste suppletoire begroting | Mutaties (+ of –) op grond van tweede suppletoire begroting | Totaal geraamd | Realisatie | Slotwetmutaties (+ of –) |
Liquide middelen 1 januari | 9 427 | 57 138 | 47 711 | |||
1 a. saldo van baten en lasten | – 8 638 | 6 633 | 15 271 | |||
1 b. vooruitontvangen bijdrage kerndepartement | 30 000 | 30 000 | ||||
1 c. gecorrigeerd voor afschrijvingen/mutaties voorzieningen | 18 484 | 22 394 | 3 910 | |||
1 d. gecorrigeerd voor mutaties in het werkkapitaal* | 5 465 | 5 465 | ||||
–> 1. Kasstroom uit operationele activiteiten | 9 846 | 64 492 | 54 646 | |||
2 a. uitgaven onroerende zaken | – 4 612 | – 4 612 | ||||
2 b. uitgaven overige kapitaalgoederen | – 12 946 | – 40 626 | – 27 680 | |||
2 c. gecorrigeerd voor desinvesteringen | 1 011 | 1 011 | ||||
–> 2. Kasstroom uit investeringsactiviteiten | – 12 946 | – 44 227 | – 31 281 | |||
3 a. leningen moederdepartement | 0 | 0 | ||||
3 b. investeringsbijdrage van het departement | 3 100 | 27 676 | 24 576 | |||
3 c. aflossingen | 0 | 0 | ||||
–> 3. Netto kasstroom uit financieringsactiviteiten | 3 100 | 27 676 | 24 576 | |||
Liquide middelen 31 december | ||||||
(1 januari +1. +2. +3.) | 9 427 | 105 079 | 95 652 |
Deze post bestaat in hoofdzaak uit de rekening-courant met de Rijkshoofdboekhouding van het Ministerie van Financiën. De liquide middelen zijn noodzakelijk om de kortlopende verplichtingen te kunnen betalen en de reeds geaccordeerde projecten te kunnen uitvoeren.
Kasstroom uit operationele activiteiten
Dit saldo komt tot stand op basis van de cijfers zoals opgenomen in de rekening van baten en lasten en de balans. Het werkkapitaal betreft het verschil tussen de vlottende activa (voorraden, debiteuren en nog te ontvangen) en vlottende passiva (crediteuren en nog te betalen).
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
Dit betreft het totaal van de door de IND in 1998 gedane (vervangings)investeringen gecorrigeerd voor het bedrag van de desinvesteringsactiviteiten.
De vervangingsinvesteringen hebben vooral betrekking op de vervanging van automatiseringsapparatuur (aanpak millenniumproblematiek) aangevuld met investeringen voor voorzieningen aan gebouwen en voor meubilair.
De uitbreidingsinvesteringen hebben betrekking op de uitgaven voor eerste inrichting in het kader van de getroffen maatregelen naar aanleiding van de verhoogde instroom van asielzoekers. Dit betreft onder meer de uitbreiding van de aanmeldcentra in Zevenaar en Rijsbergen, de oprichting van regio Midden en de uitplaatsing van regio Zuid-West.
De vervangingsinvesteringen worden gefinancierd uit de afschrijvingen (onttrekking bestemde middelen). De uitbreidingsinvesteringen vinden plaats op basis van een investeringsbijdrage van het kerndepartement.
Netto kasstroom uit investeringsactiviteiten
Op dit onderdeel is het bedrag opgenomen van de investeringsbijdrage van het kerndepartement. De specificatie hiervan is als volgt:
Investeringsbijdrage kerndepartement
(x f 1 mln) | |
---|---|
– Instelling projectorganisatie | 14,1 |
– Uitbreiding capaciteit aanmeldcentra | 6,5 |
– Aanpak millenniumproblematiek | 4,0 |
– Invoering Hoger Beroep | 3,1 |
Totaal | 27,7 |
begroting | realisatie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|
volume | prijs | beslag | volume | prijs | beslag | |
(prod) | (xf 1,–) | (xf 1,–) | (prod) | (xf 1,–) | (x f 1,–) | |
– aanmeldcentra | 27 000 | 1 699 | 45,9 | 45 217 | 1 270 | 57,5 |
– gehoor | 22 540 | 1 631 | 36,8 | 38 866 | 1 430 | 55,6 |
– beslissing | 22 540 | 855 | 19,3 | 31 030 | 1 220 | 37,9 |
– bezwaar | 13 194 | 1 454 | 19,2 | 16 799 | 1 920 | 32,2 |
– beroep | 7 809 | 1 033 | 8,1 | 10 368 | 1 420 | 14,7 |
– voorlopige voorziening | 10 758 | 1 346 | 14,5 | 8 494 | 1 330 | 11,3 |
– overige kosten | 6,7 |
begroting | realisatie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|
volume | prijs | beslag | volume | prijs | beslag | |
(prod) | (xf 1,–) | (xf 1,–) | (prod) | (xf 1,–) | (x f 1,–) | |
– 1e aanleg | 54 083 | 484 | 26,2 | 56 836 | 860 | 48,9 |
– bezwaar | 14 666 | 1 338 | 19,6 | 16 738 | 1 650 | 27,6 |
– beroep | 3 550 | 1 332 | 4,7 | 6 507 | 1 960 | 12,8 |
– voorlopige kosten | 4 038 | 1 558 | 6,3 | 6 620 | 1 650 | 10,9 |
– overige kosten | 10,1 |
begroting | realisatie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|
volume | prijs | beslag | volume | prijs | beslag | |
(prod) | (xf 1,–) | (xf 1,–) | (prod) | (xf 1,–) | (x f 1,–) | |
– visa | 29 000 | 132 | 3,8 | 31 276 | 190 | 5,9 |
– naturalisatie | 45 000 | 408 | 18,4 | 41 314 | 340 | 14,0 |
– terugkeer | 50 000 | 972 | 48,6 | 55 741 | 610 | 34,0 |
– conservatoire maatregelen | p.m. | 9 788 | 1 320 | 12,9 | ||
– overige | 16,7 | 4,0 |
Toelichting op de gerealiseerde productie en kostprijzen
De gerealiseerde productie is als gevolg van de hogere instroom over 1998 op nagenoeg alle onderdelen hoger dan zoals opgenomen in de ontwerp-begroting 1998. Voor de hogere instroom van asielzoekers zijn extra middelen aan de IND-begroting toegekend. De verschillende per tranche toegekende bedragen en de daarmee corresponderende aantallen zijn in de bijlage opgenomen. De werkelijk gerealiseerde productie maal de prijs minus de geraamde productie maal prijs is f 25 mln. Dit bedrag betreft nog te realiseren productie en loopt over naar 1999.
Toelichting bij de gehanteerde kostprijzen
Gedurende het jaar is de IND gefinancierd op basis van twee verschillende kostprijzen, de voorcalculatorische kostprijs zoals opgenomen in de ontwerpbegroting en de nacalculatorische kostprijs over 1997. Dit bemoeilijkt een analyse van de ontstane hoeveelheids- en prijsverschillen.
De kostprijs zoals gerealiseerd in 1998 wijkt op onderdelen af van de voorcalculatorische kostprijs. Hiervoor is een aantal oorzaken te benoemen:
– De geproduceerde aantallen wijken substantieel af van de bij de ontwerpbegroting vastgestelde aantallen.
In 1998 is een groot aantal nieuwe medewerkers aangetrokken en is eveneens een nieuw behandelkantoor opgestart. Dit vergt investeringen en inwerktijd.
– Inbouwen van het nieuwe behandelkantoor en het verder verfijnen van het verdeelmodel ten behoeve van de kostencalculatie leidt tot een her-allocatie van overheadkosten e.d.
– Verder is het proces conservatoire maatregelen nu opgenomen als een afzonderlijk product. Deze verdere verfijningen en stabilisatie van de organisatie zullen in de toekomst leiden tot een beter inzicht in de kosten-ontwikkelingen.
Het aantal beslissingen op naturalisatieaanvragen, dat sinds 1995 gestaag afneemt, is in 1998 uitgekomen op ruim 41 000, ca. 4000 minder dan medio 1998 werd geraamd.
Aantallen beslissingen op naturalisatieaanvragen
begroting | realisatie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|
volume | prijs | beslag | volume | prijs | beslag | |
(prod) | (xf 1,–) | (xf 1,–) | (prod) | (xf 1,–) | (x f 1,–) | |
– visa | 29 000 | 132 | 3,8 | 31 276 | 190 | 5,9 |
– naturalisatie | 45 000 | 408 | 18,4 | 41 314 | 340 | 14,0 |
– terugkeer | 50 000 | 972 | 48,6 | 55 741 | 610 | 34,0 |
– conservatoire maatregelen | p.m. | 9 788 | 1 320 | 12,9 | ||
– overige | 16,7 | 4,0 |
Het aantal beslissingen op visa-aanvragen is in 1998 ruim 2000 hoger uitgekomen dan geraamd, en is daarmee weer terug op het niveau van 1996 (na een uitschieter naar boven in 1997).
Aantal beslissingen op visa-aanvragen
ontwerp- | 1e | 2e | 3e | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
begroting '98 | tranche | tranche | tranche | verw. '97 | Totaal | 1998 | Verschil | |
instroom | 27 000 | 32 500 | 40 000 | 47 000 | 10 000 | (a) | (b) | (b)-(a) |
– aanmeldcentra | 27 000 | 5 500 | 7 500 | 7 000 | 47 000 | 45 217 | – 1 783 | |
– gehoor | 22 540 | 4 565 | 6 225 | 5 810 | 39 140 | 38 866 | – 274 | |
– beslissing | 22 540 | 4 565 | 6 225 | 5 810 | 39 140 | 31 030 | – 8 110 | |
– bezwaar | 13 194 | 2 695 | 3 675 | 4 900 | 24 464 | 16 799 | – 7 665 | |
– beroep | 7 809 | 1 595 | 2 175 | 2 900 | 14 479 | 10 368 | – 4 111 | |
– vovo | 10 758 | 2 200 | 3 000 | 4 000 | 19 958 | 8 494 | – 11 464 |
Berekening hoeveelheidsverschil asiel
Verschil | prijs | beslag | |
---|---|---|---|
(b)-(a) | (xf 1,–) | (xf 1,–) | |
– aanmeldcentra | – 1 783 | 1 699 | – 3,0 |
– gehoor | – 274 | 1 631 | – 0,5 |
– beslissing | – 8 110 | 855 | – 6,9 |
– bezwaar | – 7 665 | 1 454 | – 11,1 |
– beroep | – 4 111 | 1 033 | – 4,2 |
– vovo | – 11 464 | 1 346 | – 15,4 |
– 41,1 |
Regulier Berekening hoeveelheidsverschil
Realisatie | Begrotings- | ||||
---|---|---|---|---|---|
ontwerp- | Totaal | 1998 | Verschil | prijs | beslag |
begroting '98 | (a) | (b) | (b)-(a) | (xf 1,–) | (xf 1,–) |
– 1e aanleg | 54 083 | 56 836 | 2 753 | 484 | 1,3 |
– bezwaar | 14 666 | 16 738 | 2 072 | 1 338 | 2,8 |
– beroep | 3 550 | 6 507 | 2 957 | 1 332 | 3,9 |
– vovo | 4 038 | 6 620 | 2 582 | 1 558 | 4,0 |
12,1 |
Realisatie | Begrotings- | ||||
---|---|---|---|---|---|
ontwerp- | Totaal | 1998 | Verschil | prijs | beslag |
begroting '98 | (a) | (b) | (b)-(a) | (xf 1,–) | (xf 1,–) |
– visa | 29 000 | 31 276 | 2 276 | 132 | 0,3 |
– naturalisatie | 45 000 | 41 314 | – 3 686 | 408 | – 1,5 |
– terugkeer | 50 000 | 55 741 | 5 741 | 972 | 5,6 |
4,4 |
02 Dienst Justitiële Inrichtingen
Agentschap Dienst Justitiële Inrichtingen; financiële verantwoording 1998
Toelichting bij de rekening van de Dienst Justitiële Inrichtingen met bijbehorende balans en toelichting
De onderstaande verantwoording is opgesteld volgens het baten- en lastenstelsel. De uitvoering 1998 geeft aan dat f 1 949 mln. aan opbrengsten is verantwoord waar tegenover f 1 926 mln. aan kosten staan. Het verschil tussen opbrengsten en kosten geeft een positief saldo aan van bijna f 23 mln.
De rekening van baten en lasten over 1998 volgt hieronder:
Omschrijving | Oorspronkelijkvastgestelde begroting | Realisatie | Verschilrealisatie enoorspronkelijkvastgestelde begroting |
---|---|---|---|
BATEN | |||
opbrengst moederdepartement | 1 573 112 | 1 652 795 | – 79 683 |
opbrengst overige departementen | |||
opbrengsten derden | 246 038 | 269 591 | – 23 553 |
rentebaten | 0 | 565 | – 565 |
buitengewone baten | 0 | 26 005 | – 26 005 |
exploitatiebijdrage | |||
overige opbrengsten | |||
Totaal baten | 1 819 150 | 1 948 956 | – 129 806 |
LASTEN | |||
apparaatskosten | |||
* personele kosten | 1 209 351 | 1 203 619 | 5 732 |
* materiële kosten | 273 645 | 345 079 | – 71 434 |
* subsidies | 246 533 | 295 479 | – 48 946 |
rentelasten | |||
afschrijvingskosten | |||
* materieel | 92 976 | 62 564 | 30 412 |
* immaterieel | |||
dotaties aan voorzieningen | 0 | 19 542 | – 19 542 |
buitengewone lasten | |||
Totaal lasten | 1 822 505 | 1 926 283 | – 103 778 |
Saldo | – 3 355 | 22 673 | – 26 028 |
Het saldo van baten en lasten 1998 is als volgt samengesteld:
Negatief bedrijfsresultaat 1998 | – 3 333 |
Buitengewone baten | 23 398 |
Buitengewone baten, boekjaar 1997 | 2 607 |
Saldo van baten en lasten 1998 | 22 672 |
Toelichting op de rekening van baten en lasten
Het bijdrage-artikel van de DJI wordt door het moederdepartement gevoerd volgens het verplichtingen-kasstelsel. Toevoegingen aan en afnamen van de DJI-begroting worden als «opbrengsten moederdepartement» onder de ramingen van de DJI gemuteerd. Voor de aansluiting van de begrotingsuitvoering 1998 met de stand van het bijdrage-artikel 08.05 van het moederdepartement wordt verwezen naar onderstaande tabel:
begroting | realisatie | |
---|---|---|
Uitgaven | 1 675 297 | 1 622 714 |
Ontvangsten | 1 675 297 | 1 669 596 |
Saldo | 0 | – 46 882 |
Bovenstaand saldo maakt onderdeel uit van de financiering van projecten die in 1999 tot betaling komen. Via de rekening-courant met de Rijkshoofdboekhouding worden deze gelden meegenomen naar 1999.
Hieronder wordt door middel van een overzicht de toename ten opzichte van de oorspronkelijke ramingen toegelicht en wordt tevens de aansluiting tussen de kasbijdrage en de in de staat van baten en lasten opgenomen opbrengsten moederdepartement aangegeven:
Wijzigingen t.o.v. oorspronkelijke ramingen
Stand Ontwerpbegroting 1998 | 1 675 297 | 1 675 297 |
Af: uitgaven uitbreidingsinvesteringen | – 102 185 | |
Stand ontwerp-begroting 1998 volgens staat baten en lasten | 1 573 112 | |
Interdepartementale overboekingen | – 34 371 | |
Beleidsmatige mutaties/intensiveringen | 41 171 | |
Vertragingen/taakstellingen | – 61 809 | |
Overhevelingen | 4 097 | |
Diversen | 45 211 | |
Stand Slotwet | 1 669 596 | |
Vooruitontvangen bijdrage | – 23 398 | |
Ontvangen projectgelden | – 41 172 | |
Onttrekking aan bestemmingsreserve | 47 769 | |
Stand opbrengst moederdepartement ultimo 1998 | 1 652 795 |
Ter toelichting op bovenstaande mutaties geldt het volgende:
Interdepartementale overboekingen (– f 34,371 mln.)
De interdepartementale overboekingen hebben vooral betrekking op huisvestingsprojecten. Ter financiering hiervan is f 35,569 mln. overgeheveld naar de begroting van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. Het resterende bedrag betreft voor f 1,17 mln. een overboeking vanuit de begroting van het ministerie van Defensie in verband met de overname van defensiepersoneel. Van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport is f 0,4 mln. overgeheveld, zijnde de doorwerking van de eerder toegekende gelden uit hoofde van de Nota Overlast. Voorts is naar dit ministerie een bedrag van f 0,372 mln. overgeheveld ter financiering van de uitbreiding van een GGZ-inrichting met 6 plaatsen.
Beleidsmatige mutaties/intensiveringen (f 41,171 mln.)
Ter financiering van noodmaatregelen en structurele capaciteitsuitbreidingen in de TBS- en Jeugd-sector is in 1998 f 26,5 mln. aan de begroting toegevoegd. Met deze middelen zullen structureel respectievelijk 20 en 171 plaatsen worden gerealiseerd. Voorts is voor de financiering van de uitbreiding van het aantal VN-cellen (van 24 naar 36 plaatsen) f 4,002 mln. toegevoegd en is ter compensatie van een deel van de uitgaven ter bestrijding van de millenniumproblematiek incidenteel f 10,669 mln. aan de DJI-begroting toegevoegd.
Verlagingen/taakstellingen (– f 61,809 mln.)
Als gevolg van vertragingen in de realisatie van de capaciteitsuitbreidingen zijn de exploitatie-uitgaven van het Gevangeniswezen met f 5 mln. verlaagd. Voor 1999 geldt een verlaging met f 3 mln. Gelet op de optredende cellenleegstand in 1998 zijn verdere noodmaatregelen niet geïntensiveerd, waardoor de taakstelling van per saldo f 8 mln. in 1998 is gecompenseerd. Voorts is gelet op het tijdpad waarin de capaciteitsuitbreidingen worden gerealiseerd een kasschuif opgenomen, die leidt tot een verlaging van de raming over 1998 met f 45 mln. en tot een overeenkomstige verhoging over de jaren 1999 t/m 2001 met f 15 mln. Tenslotte heeft de DJI een bijdrage van f 11,809 mln. geleverd aan de oplossing van (Justitie-) problematiek. Deze bijdrage kwam voornamelijk tot stand door het voeren van een terughoudend uitgavenbeleid betreffende de door de DJI centraal beheerde budgetten.
In het kader van de verdere ontvlechting van het moederdepartement is het beheer van enkele taken overgedragen aan de DJI. De desbetreffende budgetoverhevelingen betreffen het bedrijfsrestaurant, de schoonmaakdienst en de bureaukosten (samen f 1,430 mln). en arbeidsmarktknelpunten (f 0,730 mln.). Ten laste van de centrale budgetten van het bestuursdepartement is incidenteel in 1998 compensatie verleend voor zowel de inzet van de geneeskundige inspectie ten behoeve van advisering betreffende vreemdelingen (f 1,2 mln.) en voor de deelname van de particuliere TBS- en Jeugdinrichtingen aan het project «200 jaar Justitie» (f 0,4 mln.). Voorts is ter compensatie van de gemaakte kosten als gevolg van afvaardiging van leden en voorzitter voor de Departementale Ondernemingsraad en het werken met trainees respectievelijk f 0,183 mln. en f 0,035 mln. ontvangen ten laste van artikel 01.01 Personeel en materieel ministerie.
Als bijdrage in de kosten van de uitgave «Perspectief» is f 0,05 mln. overgeheveld naar artikel 08.02. Subsidies Preventie, Jeugdbescherming en Reclassering. Voor de financiering van de secretariële ondersteuning van de Commissies van Toezicht is f 0,331 mln. overgeheveld naar artikel 09.05 personeel en materieel Rechtspraak. Tenslotte heeft ten laste van datzelfde artikel in 1998 een overheveling ten gunste van de DEI plaatsgevonden ter compensatie van de in 1997 door de DJI gedane uitgaven ten behoeve van het TULP-project (f 0,5 mln).
Voor loon- en prijsbijstellingen zijn in 1998 respectievelijk f 43,817 en f 1,394 mln. aan de DJI-begroting toegevoegd. De loonbijstelling houdt rekening met een correctie ten gunste van de gesubsidieerde en gepremieerde sector (ten opzichte van de loonbijstelling 1997) van f 0,184 mln.
Onderstaand volgt de toelichting op de posten die de aansluiting vormen tussen de stand van het bijdrage-artikel 08.05 en de stand van de bijdrage moederdepartement uit de Rekening van baten en lasten:
– buitengewone baten (– f 23,398 mln.)
Onder relevante beleidsontwikkelingen 1998 is in deze verantwoording toegelicht dat de beleidsvoornemens met betrekking tot de invoering van penitentiaire programma's in 1998 niet zijn gerealiseerd. Voorts is aangegeven dat als gevolg van de cellenleegstand de bezetting van arrestanten op politiebureaus achter bleef bij de raming. Daarenboven hoefden – gelet op de in 1998 optredende cellenleegstand – geen extra compenserende noodmaatregelen in het gevangeniswezen te worden getroffen en trad een geringe vertraging op in de realisering van de capaciteitsuitbreidingen in de Jeugdsector, waardoor de gemiddelde bezetting achterbleef. Als gevolg van het vorenstaande bleven in 1998 voor circa f 23,4 mln. aan middelen onbesteed. Meer specifiek gaat het om de volgende bedragen:
– penitentiaire programma's (f 8,4 mln.)
– arrestanten op politiebureaus (f 9,9 mln.)
– niet uitvoeren noodmaatregelen GW (f 3,9 mln.)
– lagere gemiddelde capaciteit Jeugdinrichtingen (f 1,3 mln.)
De onbestede bedragen maken onderdeel uit van het saldo van baten en lasten 1998. Een voorstel tot aanwending van deze middelen wordt gegeven onder «saldo baten en lasten».
– ontvangen projectgelden (– f 41,172 mln.)
Onder deze post is de mutatie opgenomen tussen de saldi van de stand ultimo 1997 en 1998 van de ontvangen projectgelden. In de stand ultimo 1998 zijn begrepen de middelen bestemd voor automatiseringsprojecten (f 5,2 mln.), overlopende bouwprojecten in de particuliere sector (f 65,7 mln.) en een verplichting aan het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, die met het oog op een mogelijk andere financieringswijze als gevolg van de invoering van de stelselwijziging Rijkshuisvesting, is aangehouden.
– onttrekking aan bestemmingsreserve (f 47,769 mln.)
De bestemmingsreserve ultimo 1998 nam, rekening houdend met een toevoeging vanuit de algemene reserve van circa f 2,9 mln., af van f 140,5 mln. met f 44,9 mln. tot f 95,6 mln.
De afname houdt verband met de financiering van in 1998 gepleegde investeringen (f 68,1 mln.) en overige projecten (f 48,5 mln.), terwijl f 68,8 mln. is toegevoegd als reservering voor vervangings- en (capaciteitsgerelateerde) uitbreidingsinvesteringen.
Het saldo ultimo 1998 heeft betrekking op zowel de financiering van de aan de capaciteitsuitbreidingen gerelateerde projecten, welke door vertragingen in 1998 niet tot uitvoering en betaling kwamen, als op vervangingsinvesteringen. Onderstaand overzicht brengt de opbouw van de bestemmingsreserve ultimo 1998 in beeld:
Infrastructurele projecten | 7 545 |
Initiële projecten | 20 343 |
Huisvestingsuitgaven capaciteitsuitbreidingen jeugdsector | 23 614 |
Vervangingsinvesteringen | 44 106 |
Saldo bestemmingsreserve ultimo 1999 | 95 608 |
De opbrengsten derden bedroegen in 1998 per saldo circa f 24 mln. meer dan geraamd. Naar samenstellende delen is het resultaat als volgt uitgesplitst:
Omschrijving | Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie | Slotwetmutaties (+= tekortt.o.v. beschikbaar bedrag) |
---|---|---|---|
Opbrengsten arbeid | 41 908 | 42 837 | 929 |
Opbrengsten AWBZ | 189 832 | 181 327 | – 8 505 |
Diverse opbrengsten | 14 298 | 45 427 | 31 129 |
Totaal opbrengsten derden | 246 038 | 269 591 | 23 553 |
Ter nadere toelichting op de verschillen tussen de geraamde en gerealiseerde opbrengsten geldt het volgende:
De bijna f 1,0 mln. hogere opbrengsten worden verklaard door de toename van de deelname van gedetineerden aan de arbeid en het intensiveren van de arbeidsacquisitie bij een gunstige marktontwikkeling. De hogere opbrengsten leiden tot nagenoeg overeenkomstig hogere arbeidskosten.
De kosten voor de TBS-gestelden worden voor circa 80% verhaald op het AFBZ-fonds (Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten). De kosten van TBS-verpleging mogen eerst gedeclareerd worden vanaf het moment van in gebruik neming van een voorziening. Ten gevolge van vertragingen in de capaciteitsuitbreidingen (m.n. De Singel) zijn hogere niet-declarabele kosten gemaakt. Hierdoor blijft de AWBZ-ontvangstentaakstelling achter bij de desbetreffende taakstelling. Het achterblijven van de terugontvangsten houdt verband met lagere TBS-uitgaven. De door DJI ingediende lagere AWBZ-declaratie leidt tot besparingen bij het AFBZ-fonds. Met het Ministerie van VWS zijn inmiddels afspraken gemaakt, welke er op neerkomen dat in het vervolg bij capaciteitsuitbreidingen in de TBS-sector eerst geld wordt overgeheveld ten gunste van het AFBZ-fonds, ná realisatie van de desbetreffende uitbreidingen.
Het bedrag van de oorspronkelijk vastgestelde begroting van circa f 14,3 mln. heeft voornamelijk betrekking op geraamde verrekeningen met de Immigratie- en Naturalisatiedienst voor verleende vervoersdiensten, verrekeningen tussen de onder het Agentschap DJI ressorterende inrichtingen en diensten, inhoudingen op salarissen personeel (o.a. kinderopvang en PC-privé) en kantine-opbrengsten. De diverse opbrengsten vallen in 1998 circa f 31,1 mln. hoger uit dan geraamd. Het betreft hier voornamelijk hogere ontvangsten waar tegenover gelijke uitgavenmutaties staan. Deze zogenoemde desalderingsmutaties hebben in hoofdzaak betrekking op verrekening van kosten tussen DJI-diensten en inrichtingen en met andere ministeries. Het beeld van de hogere ontvangsten is als volgt:
Diverse opbrengsten Bedragen x f 1 mln.
Stand oorspronkelijke begroting | 14,3 |
Ontvangen ESF-subsidies | 7,3 |
Ontvangsten A&O fonds | 0,7 |
Verrekeningen tijdelijk executieve ondersteuning, opleidingsinstituut, vervoer enz. | 11,4 |
Subsidie-afrekening voorgaande jaren | 3,1 |
Verrekeningen met het Opleidingsinstituut DJI | 3,4 |
Overige opbrengsten exploitatie (w.o. kantine-opbr.,pers.inhoudingen) | 5,2 |
Stand slotwet 1998 | 45,4 |
De rentebaten bedroegen over de credit-saldi van de rekening-courant met het Ministerie van Financiën f 0,565 mln. De creditrente bedroeg in % vanaf 1-1-1998 2,75%.
Buitengewone baten (– f 26,005 mln.)
De buitengewone baten bedroegen in 1998 per saldo f 26,005 mln. Onder relevante beleidsontwikkelingen 1998 is in deze verantwoording toegelicht dat de beleidsvoornemens met betrekking tot de invoering van penitentiaire programma's in 1998 niet zijn gerealiseerd. Voorts is aangegeven dat als gevolg van de cellenleegstand de bezetting van arrestanten op politiebureaus achter bleef bij de raming. Daarenboven hoefden – gelet op de in 1998 optredende cellenleegstand – geen extra compenserende noodmaatregelen in het gevangeniswezen te worden getroffen en trad een geringe vertraging op in de realisering van de capaciteitsuitbreidingen in de Jeugdsector, waardoor de gemiddelde bezetting achterbleef. Als gevolg van het vorenstaande bleven in 1998 voor circa f 23,4 mln. aan middelen onbesteed. Dit bedrag is als volgt samengesteld:
– penitentiaire programma's (f 8,4 mln.)
– arrestanten op politiebureaus (f 9,9 mln.)
– niet uitvoeren noodmaatregelen GW ( 3,9 mln.)
– lagere gemiddelde capaciteit Jeugdinrichtingen (f 1,3 mln.)
Voorts is onder de buitengewone baten begrepen een post van f 2,607 mln., zijnde een positief resultaat uit het boekjaar 1997. Zoals bekend is het resultaat van het boekjaar 1997 vastgesteld op «nihil». Deze vaststelling laat onverlet dat bij het vaststellen van de definitieve afrekeningen met de DJI-inrichtingen en diensten over 1997 alsnog een resultaat 1997 naar voren komt.
De buitengewone baten 1998 maken onderdeel uit van het saldo van baten en lasten 1998. Een voorstel tot aanwending van deze middelen wordt gegeven onder «saldo baten en lasten».
Apparaatskosten (– f 65,701 mln.)
Voor een aantal posten wordt voor de relatie tussen kosten en uitgaven een 1 : 1-verhouding verondersteld. Met name geldt dit voor de subsidie-uitgaven.
De realisatiecijfers worden conform deze eerdere aanname verantwoord.
De realisatie van de personele en materiële kosten versus de desbetreffende ramingen dienen als programmakosten in samenhang te worden bezien. DJI werkte in 1998 voor de rijksinrichtingen met integrale kostprijzen. Herijking van de kostprijzen vindt plaats teneinde over te gaan van een historische kostprijs op een normatieve kostprijs. De herijking van de normprijzen voor de beleidsterreinen Gevangeniswezen en Jeugd zal naar verwachting begin 1999 worden afgerond. De rijks TBS-inrichtingen zijn in 1998 in hoofdzaak tegen (gemiddelde) COTG-tarieven gebudgetteerd. Ook de integrale budgetvrijheid personele danwel materiële middelen in te zetten, pleit voor het bezien van de uitkomsten in deze samenhang.
Het uitvoeringsbeeld over 1998 van de personele en materiële lasten is als volgt:
Uitvoeringsbeleid personele en materiële lasten
Realisatie personele en materiële kosten | 1 548 697 |
Raming personele en materiële kosten | 1 482 996 |
Hogere lasten | 65 701 |
De in bovenstaand overzicht als resultaat opgenomen hogere lasten dienen nog te worden gecorrigeerd wegens het aandeel van de rijks TBS-inrichtingen in het niet realiseren van de AWBZ-opbrengstentaakstelling.
Deze hogere kosten laten zich voornamelijk verklaren door de toevoegingen als toegelicht onder «Opbrengsten moederdepartement», «opbrengsten derden» en door het saldo van de overlopende posten, voor de financiering waarvan in de balansen per 1997 en 1998 rekening is gehouden. Ter voorkoming van tekstdoublures wordt voorts verwezen naar de toelichting op de kengetallen betreffende zowel de gerealiseerde capaciteiten als dagprijzen.
Subsidiekosten (– f 48,946 mln.)
De subsidiekosten kwamen in 1998 circa f 49 mln. hoger uit dan de aanvankelijke raming. De hogere uitgaven hadden deels betrekking op de bij Voorjaarsnota toegevoegde gelden voor de financiering van capaciteitsuitbreidingen en loonbijstellingen in de particuliere TBS- en Jeugdsector. Voorts was een belangrijk deel van de hogere subsidiekosten afkomstig van projecten welke door vertragingen niet meer in 1997 konden worden uitgevoerd en in 1998 alsnog werden gerealiseerd. Ter financiering hiervan was in de balans ultimo 1997 een voorziening ten gunste van 1998 getroffen.
Voor een nadere toelichting op de uitvoering 1998 wordt verwezen naar het gestelde onder «opbrengsten moederdepartement» en bij de sectorspecifieke kengetallen.
Afschrijvingskosten (f 30,412 mln.)
De afschrijvingskosten bleven circa f 30 mln. achter bij de oorspronkelijke raming. De eerdere raming stoelde nog op de uitkomsten van een extern uitgevoerd onderzoek naar de omvang van de vaste activa en de vast te stellen afschrijvingstermijnen. De in de normprijzen opgenomen afschrijvingsbedragen stemden hiermee niet overeen. De uitkomsten van een werkgroep, die was belast met de herijking van de normprijzen, bevestigen dat de afschrijvingscomponent in de kostprijs op een te laag niveau is gesteld. Aanpassing van de afschrijvingsnormen vindt per 1999 plaats teneinde toekomstige vervanging te waarborgen.
Dotaties aan voorzieningen (– f 19,542 mln.)
De dotatie aan de voorzieningen heeft in 1998 voor f 18,452 mln. betrekking op de in 1999 en 2000 tot betaling komende uitgaven voor de bestrijding van de millenniumproblematiek. Voorts is f 1 mln. gedoteerd voor de afdekking van het aansprakelijkheidsrisico van de arbeid in de rijksinrichtingen jegens derden.
Saldo van baten en lasten (– f 26,027 mln.)
Het saldo van baten en lasten is positief en bedraagt circa f 23 mln. Ten opzichte van de raming van een verlies van bijna f 4 mln. geeft deze uitkomst een afwijking te zien van circa f 26 mln. Het betreft een saldopost die is ontstaan door consolidatie van de balansen en verlies- en winstrekeningen van de onder de DJI ressorterende inrichtingen en diensten. Voor wat betreft een toelichting op hoofdlijnen wordt het resultaat verklaard in de volgende tabel.
Exploitatie-resultaat 1998 | – 3 333 | |
Resultaat boekjaar 1997 | 2 607 | |
Niet gerealiseerde capaciteit in exploitatie | 15 021 | |
Resultaat op exploitatie | 14 295 | |
Niet uitvoeren penitentiaire programma's | 8 377 | |
Saldo resultaat 1998 | 22 672 |
Meer gedetailleerde informatie betreffende het resultaat op de bedrijfsvoering van de DJI-inrichtingen wordt verkregen wanneer de staten van baten en lasten volgens de P*Q-benadering wordt gevolgd. Het niet uitvoeren van penitentiaire programma's in 1998, als gevolg van de vertraging bij de in werking treding van de nieuwe Penitentiaire beginselenwet waardoor in 1998 een formele basis ontbrak, leidde tot de gegeven besparing.
Het resultaat op de exploitatie ziet er naar beleidsterrein als volgt uit:
Exploitatie-resultaat naar beleidsterrein
Omschrijving | Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie | Verschil |
---|---|---|---|
Totaal inrichtingen | |||
– Gevangeniswezen | 1 157 422 | 1 242 191 | – 84 769 |
– Rijks jeugdinrichtingen | 105 960 | 130 219 | – 24 259 |
– Particuliere jeugdinrichtingen | 96 549 | 117 311 | – 20 762 |
– Rijks TBS-inrichtingen | 121 008 | 120 499 | 509 |
– Particuliere TBS-inrichtingen | 100 154 | 121 125 | – 20 971 |
Totaal inrichtingen | 1 581 093 | 1 731 345 | – 150 252 |
Nog toe te rekenen posten | 114 296 | 114 296 | |
Vervoer voor derden | 17 709 | 17 709 | |
Voorziening millennium | 18 542 | – 18 542 | |
Voorwerving proj.organisaties capaciteitsuitbreidingen | 38 893 | 38 893 | |
Kader baten en lasten | 1 751 991 | 1 749 887 | 2 104 |
In kostprijzen begrepen ontvangsten (desaldering) | 56 206 | 88 264 | – 32 058 |
Bijstellingen t.o.v. kader 1998 per saldo | 14 308 | 88 132 | – 73 824 |
Bijgesteld kader/realisatie Baten en lasten | 1 822 505 | 1 926 283 | – 103 778 |
De nog toe te rekenen posten hebben betrekking op de bovennormatieve toevoegingen als gevolg van inrichtingsspecifieke situaties. In de realisatiecijfers zijn deze kosten inbegrepen. De post «vervoer voor derden» heeft betrekking op het bovenarrondissementale vervoer van de landelijke diensten.
Deze kosten komen eveneens in de realisatiecijfers terug. Teneinde aansluiting te verkrijgen met de in de staat Baten en lasten opgenomen saldi wordt in bovenstaande tabel rekening gehouden met het corrigeren van het in de kostprijzen begrepen salderingseffect van de opbrengsten. De post «overige» tenslotte heeft voor wat betreft de aanvankelijke begroting 1998 betrekking op de raming voor kosten van penitentiaire programma's en het geraamde verliessaldo. In de realisatiecijfers heeft deze post voornamelijk betrekking op bouwsubsidies en budgetbijstellingen.
Ten aanzien van de interpretatie van bovenstaande uitkomsten wordt nadrukkelijk gewezen op de beperkingen die zijn aangegeven bij de verantwoording van de gemiddelde dagprijzen. Binnen het agentschap DJI wordt een verdere verfijning van de toerekeningsmethodiek in 1999 ter hand genomen.
Het primaire resultaat van – f 150 252 mln. is opgebouwd uit bezettings- en prijsverschillen per DJI-beleidsterrein. Het beeld voor DJI-totaal is als volgt:
Bezettings- en prijsverschillen per beleidsterrein
Prijs | hoeveelheids | Totaal | |
---|---|---|---|
verschil | verschil | verschil | |
– Gevangeniswezen | – 108 871 | 24 102 | – 84 769 |
– Rijks jeugdinrichtingen | – 24 095 | – 164 | – 24 260 |
– Particuliere jeugdinrichtingen | – 22 227 | 1 465 | – 20 762 |
– Rijks TBS-inrichtingen | – 20 846 | 21 354 | 508 |
– Particuliere TBS-inrichtingen | – 19 104 | – 1 868 | – 20 971 |
Totaal primair prijs- en bezettingsverschil | – 195 143 | 44 889 | – 150 254 |
Voor wat betreft de toelichting op de prijsverschillen zij verwezen naar de toelichting bij de kengetallen betreffende de gescoorde dagprijzen («P») en het samenvattende overzicht hierboven. De geldende budgetterings- en verantwoordingssystematiek geeft geen informatie over de optredende feitelijke prijsverschillen bij de (de-)/ centrale diensten (goedkoper of duurder inkopen dan de desbetreffende voorcalculatorische norm). De bezettingsverschillen zijn reeds nader toegelicht bij de kengetallen betreffende de scores op de capaciteiten («Q»).
Voorstel voor resultaatsbestemming:
Het resultaat 1998 is opgebouwd uit buitengewone baten (f 26,005 mln.) en een verlies (– f 3,333 mln.). DJI heeft in 1999 te maken met een taakstelling uit hoofde van het Regeerakkoord 1998–2002, volgens welke te treffen beleidsombuigingen reeds in 1999 een uitgavenbeperking dienen op te leveren van f 25 mln. (oplopend tot structureel f 115 mln. in 2002). De DJI is in overleg met het moederdepartement doende een structurele basis te creëren voor de compensatie van deze taakstelling enerzijds door versoberingen en anderzijds door capaciteitsreductie gecombineerd met het ontwikkelen van alternatieve substitutiemodaliteiten. Het is evenwel te kort dag om aan te nemen dat in 1999 reeds (in overeenstemming met het DJI-veld) een besparing kan worden gerealiseerd van f 25 mln. Met medewerking van het moederdepartement wordt daarom voorgesteld het positieve saldo van 1998 dat onder meer het resultaat is van een uiterst restrictief financieel beleid, in te zetten ter compensatie van de taakstelling Regeerakkoord 1999.
De begroting van kapitaaluitgaven en ontvangsten, het kasstroomoverzicht
Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Mutaties (+ of –) op grond van eerste suppletore begroting | Mutaties (+ of –) op grond van tweede suppletore begroting | Realisatie | Verschil | ||
---|---|---|---|---|---|---|
Liquide middelen 1 januari | 37 429 | 209 706 | 172 277 | |||
1a. | saldo van baten en lasten | – 3 355 | 22 672 | 26 027 | ||
1b. | gecorrigeerd voor afschrijvingen/mutaties voorzieningen | 92 976 | 82 106 | – 10 870 | ||
1c. | gecorrigeerd voor mutaties in het werkkapitaal | 15 408 | 49 541 | 34 133 | ||
1d. | vrijval uit bestemmingsreserve / onttrekking algemene reserve | – 116 526 | – 116 526 | |||
kasstroom uit operationele activiteiten | 105 029 | 0 | 0 | 37 793 | – 67 236 | |
>1. | ||||||
2a. | uitgaven onroerende zaken | 0 | 0 | |||
2b. | uitgaven overige kapitaalgoederen (excl. bouwsubsidie) | – 162 661 | – 59 669 | 102 992 | ||
2c. | gecorrigeerd voor desinvesteringen* | 0 | 0 | |||
kasstroom uit investeringsactiviteiten | – 162 661 | 0 | 0 | – 59 669 | 102 992 | |
>2. | ||||||
3a. | leningen moederdepartement | 0 | 0 | |||
3b. | investeringbijdrage van het moederdepartement (excl. bouwsubsidies)* | 69 685 | 29 195 | 68 758 | – 30 122 | |
3c. | aflossingen | 0 | 0 | |||
– >3. | netto kasstroom uit financieringsactiviteiten | 69 685 | 29 195 | 0 | 68 758 | – 30 122 |
Liquide middelen 31 december | 49 482 | 29 195 | 0 | 256 588 | 177 911 | |
(1 januari + ad 1 + ad 2 + ad 3) |
* omdat de realisatie van de verstrekte bouwsubsidies is begrepen in het saldo van baten en lasten zijn de geplande uitgaven (onderdeel 2b) en ontvangsten (onderdeel 3b) voor een gelijk bedrag uit de stand Miljoenennota geëlimineerd
De uit bovenstaand overzicht blijkende verschillen tussen realisatie en de stand op de aanvankelijke begroting zijn merendeels reeds toegelicht bij de uitkomsten van de staat baten en lasten. Ter bekorting wordt daarnaar verwezen. Ter aanvulling daarop geldt nog het volgende. ad 1b. afschrijvingen/mutaties voorzieningen. Het realisatiebedrag 1998 is als volgt samengesteld:
Realisatie afschrijvingen/voorzieningen
– Voorziening bestrijding millenniumproblematiek | 18 542 |
– Aansprakelijkheid jegens derden i.v.m. arbeid rijksinrichtingen | 1 000 |
– Afschrijvingskosten 1998 | 62 564 |
Totaal realisatie afschrijvingen en voorzieningen | 82 106 |
Ad 1d vrijval uit bestemmingsreserve/onttrekking algemene reserve
Het realisatiebedrag 1998 heeft betrekking op vrijval en onttrekking van de algemene bestemmingsreserve ten behoeve van investeringen als toegelicht bij de desbetreffende balanspost.
Ad 2b uitgaven overige kapitaalgoederen (excl. bouwsubsidie)
Het gerealiseerde bedrag heeft voor f 59,669 mln. betrekking op investeringen.
Realisatie voorgenomen beleidsontwikkelingen 1998
Penitentiaire inrichtingen; snelrechtcellen.
In de ontwerpbegroting 1998 is aangegeven dat de capaciteit van de penitentiaire inrichtingen zal worden uitgebreid met 50 snelrechtcellen in het kader van de uitvoering van het Grote Stedenbeleid. Deze uitbreiding loopt mee in het huidige uitbreidingsprogramma en zal per ultimo 1999 worden gerealiseerd.
Penitentiaire inrichtingen; uitbreiding SOV-plaatsen
De in de ontwerpbegroting 1998 voorgenomen capaciteitsuitbreiding met 254 intramurale SOV-plaatsen (Strafopvang Verslaafden) zal naar verwachting omstreeks ultimo 1999 plaatsvinden. In 1998 is met de betrokken gemeenten over de medefinanciering van 25% van de investeringskosten, overleg gevoerd. Met de gemeente Den Haag vindt nog overleg plaats over deze bijdrage; de overige betrokken gemeenten hebben met de medefinanciering ingestemd. Per saldo gaat het om een bijdrage van ruim f 18 mln., welke in 1999 door de DJI dient te worden geïncasseerd. De onderhavige capaciteitsuitbreiding zal deel uitmaken van het Grote Stedenbeleid.
Capaciteitsuitbreidingen TBS en Jeugd uit hoofde van toevoeging gelden bij Voorjaarsnota 1998
Bij Voorjaarsnota 1998 zijn middelen toegevoegd om de capaciteitsnood in de TBS- en Jeugdsector op korte termijn te reduceren. Hieronder wordt de stand van zaken nader toegelicht:
– Uitbreiding TBS-inrichtingen met 20 plaatsen structureel
De capaciteitsuitbreidingen zijn voorzien in zowel de rijksinrichtingen (8) als in de particuliere inrichtingen (12). Van de 20 plaatsen zullen 2 plaatsen specifiek bestemd zijn voor open behandeling en 18 voor gesloten behandeling. Het streven was er op gericht de capaciteit met 10 plaatsen per ultimo 1998 en 1999 te laten stijgen. Zoals uit de toelichting op de kengetallen blijkt, is dit als gevolg van bouwkundige vertragingen niet gelukt.
Voor wat betreft de exploitatiekosten wordt opgemerkt dat deze zullen dalen vanwege het realiseren van een deel van de capaciteit als open plaatsen in plaats van de duurdere «gesloten» plaatsen. Een en ander past in het beleid om 10% van de TBS-capaciteit als open plaatsen te financieren.
– Uitbreiding jeugdinrichtingen met 171 plaatsen
De capaciteit zal ultimo 1998 en 1999 worden uitgebreid met respectievelijk 63 en 108 plaatsen. De capaciteitsuitbreidingen zijn voorzien in zowel de rijksinrichtingen (92) als in de particuliere jeugdinrichtingen (79). Om op een zo kort mogelijke termijn capaciteitsuitbreidingen in de Jeugdsector te realiseren is gekozen voor een uitbreiding van 52 plaatsen voor behandeling en 119 voor opvang. De investeringskosten worden gedrukt door het realiseren van een deel van de capaciteitsuitbreidingen door aan-/verbouw bij bestaande inrichtingen.
Onderdeel van de capaciteitsuitbreiding is de herbestemming van een deel van de penitentiaire capaciteit (20 plaatsen structureel) tot Jeugdcapaciteit. Het Gevangeniswezen compenseert deze herbestemming door hiervoor vervangende capaciteit te realiseren. De onderhavige uitbreidingen maken deel uit van de lopende uitbreidingsprogramma's. Zoals onder de kengetallen is toegelicht is de uitvoering van de lopende uitbreidingsprogramma's voor 1998 enigszins vertraagd (9 plaatsen). Ter voorkoming van tekstdoublures wordt naar die toelichting verwezen.
In de Voorjaarsnota 1998 zijn middelen opgenomen ter financiering van de uitbreiding van het aantal VN-cellen. In het cellencomplex te Scheveningen stonden reeds 24 cellen ter beschikking van de VN (voornamelijk Joegoslavië-tribunaal). Per 1 augustus 1998 is dit aantal uitgebreid tot 36 cellen. Nadere afstemming tussen de toegekende middelen en de benodigde middelen, rekening houdend met de ontoereikende betalingen door de VN over de periode 1994–1997 (per saldo circa f 1,3 mln.) dient nog plaats te vinden.
Compensatie medische advisering vreemdelingen
Incidenteel is voor 1998 f 1,2 mln. compensatie ontvangen voor de inzet van de geneeskundige inspectie ten behoeve van vreemdelingen. Met de IND zijn inmiddels afspraken gemaakt, inhoudende dat de IND per 1999 zelf zal zorgdragen voor medische advisering en hiervoor per die datum geen beroep meer zal doen op de inzet van de Geneeskundige Inspectie van de DJI. Met de beschikbaar gestelde middelen zijn in 1998 gemiddeld 3200 adviezen uitgebracht; de gemiddelde kosten per advies bedroegen f 375,–.
De DJI heeft in 1998 de uitvoering van een vervoersplan ter hand genomen. De hiervoor benodigde middelen zijn door herschikking binnen de DJI-begroting gecompenseerd.
A en O fonds werklozenproject 1998
Het afgesloten convenant betreffende een werklozenproject 1998 leidde tot plaatsing van 31 langdurig werklozen bij de DJI-inrichtingen (Gevangeniswezen en TBS). Per te plaatsen functionaris is (indien werd voldaan aan bepaalde voorwaarden) uit het A en O-fonds een subsidie ontvangen van f 24 000,– en (voor zover gerealiseerd) maximaal f 9 000,– aan opleidings-, scholings- en begeleidingskosten. De subsidies gelden voor het jaar 1998 en de instroom van betrokkenen vond voor 1 oktober 1998 plaats.
Het betrof vooral functies in de executieve dienst. In eerste instantie waren circa twee maal zoveel plaatsen aangevraagd. In tegenstelling tot voorgaande jaren konden deze echter niet worden opgevuld. Als voornaamste reden werd aangemerkt het geringe aantal gegadigden en de kwaliteit van het aanbod bij de werving. Krapte op de arbeidsmarkt is hier de vermoedelijke oorzaak van. Het vereist een veel nauwere samenwerking bij de werving tussen de diensten en de lokale arbeidsbureaus dan in de voorgaande jaren. Daarnaast zijn door het A en O fonds diverse projecten gefinancierd, te weten cursussen Nederlandse taal, Instroom gedeeltelijk arbeidsongeschikten, Nieuwe functie in de schalen 1 en 2 en Leeftijdsbewust personeelsbeleid.
Subsidies Europees Sociaal Fonds (ESF)
Ter cofinanciering van de activiteiten gericht op de maatschappelijke integratie van de gedetineerden (na detentie) verwierf de DJI in 1998 f 7,3 mln. aan subsidies van het Europees Sociaal Fonds. Het ESF draagt maximaal 45% van de projectkosten. De overige kosten, te weten f 10,3 mln. zijn binnen de DJI gecompenseerd.
Het ging in 1998 om projecten ten behoeve van het Gevangeniswezen en justitiële jeugdinrichtingen, waarbij de arbeidstoeleiding van gedetineerden en pupillen centraal staat. De projecten draai(d)en in circa 30 inrichtingen; het deelnemertal bedroeg 1906, van wie 884 deelnemers t/m 24 jaar en 1022 ouder dan 24 jaar. De definitieve afrekening betreffende 1998 volgt in 1999. Het voorlopige resultaat is in de opbrengsten 1998 verwerkt.
Op grond van vigerende regelgeving is het gevangeniswezen niet in staat vreemdelingen in een sober regime te plaatsen. Hierdoor treedt voor 1998 een tekort op dat overeenkomt met de desbetreffende taakstelling van f 14 mln. Voorts vallen de te bereiken besparingen per sober regime-plaats in de huizen van bewaring tegen. Dit laatste komt er op neer dat van de aanvankelijk – overeenkomstig de taakstelling – becijferde besparing van 18% op de personeelsgebonden uitgaven slechts circa 11% wordt gerealiseerd. Beide tegenvallers belopen in 1998 respectievelijk f 14 en f 6 mln. Dit tekort is in 1998 afgedekt door interne herschikkingen ten laste van centrale budgetten en het temporiseren van projecten en het voeren van een terughoudend aanstellingen- en aanschafbeleid.
Penitentiaire programma's (PP's)
In de ontwerpbegroting 1998 zijn gelden gereserveerd voor de uitvoering van PP's. Zoals bekend zullen eerst bij de inwerkingtreding van de nieuwe Penitentiaire beginselenwet (per 1-1-1999) PP's kunnen worden uitgevoerd. Onder «saldo bijdrage» is een voorstel opgenomen over de aanwending van de gelden die resteren na aftrek van de financiering van art.47-geplaatsten en de voorlopers van PP. Ter bekorting wordt naar de toelichting op het voorstel verwezen.
In de ontwerpbegroting 1998 is voor de landelijke invoering van elektronisch toezicht circa f 3 mln. gereserveerd. ET vormt onder andere een verzwarend element bij de toepassing van penitentiaire programma's. De vertraging betreffende de invoering van de nieuwe Penitentiaire beginselenwet, heeft ook gevolgen voor de ET-uitgaven. Omdat het hier gaat om de exploitatie-uitgaven (voornamelijk eerste aanschaffingen) zullen deze uitgaven zich alsnog in 1999 voordoen, deel uitmaken van de transistorische post op de balans en in 1999 alsnog tot uitgaaf komen.
Door een achterblijvende bezetting van arrestanten op politiebureaus, zal het budget arrestanten (circa f 20 mln.) in 1998 niet worden uitgeput en uitmonden in een onderuitputting van circa f 10 mln. Over de inzet van deze onderuitputting wordt verwezen naar het voorstel onder «Saldo bijdrage».
Het jaar 1998 heeft heel sterk in het teken gestaan van het oplossen van het millenniumprobleem. In dit kader werd begin 1998 een algehele investeringsstop afgekondigd voor ICT-projecten. Deze investeringsstop is inmiddels opgeheven. De totale kosten voor de bestrijding van de millenniumproblematiek worden geraamd op circa f 37 mln., waarvoor in 1998 f 10,7 mln. exogene compensatie is ontvangen. Het restant diende endogeen te worden gefinancierd door onder andere het vertragen en terughoudend uitvoeren van overige automatiseringsprojecten.
In 1998 is voor de in 1999 en 2000 tot betaling komende uitgaven in het kader van de millenniumproblematiek een voorziening op de balans opgenomen van ruim f 18 mln.
In de ontwerp-begroting staan overzichten opgenomen betreffende de te realiseren ultimocapaciteiten per beleidsterrein. Het betreft hier een momentopname. De desbetreffende realisatiecijfers per gelijke datum wijken in geval van over de jaargrenzen heen lopende uitbreidingsprogramma's af. Afwijkingen willen echter niet zeggen dat zich een overeenkomstig effect manifesteert op de geplande gemiddelde capaciteit. Immers vertragingen van bijvoorbeeld 1 maand vertalen zich op jaarbasis in verlaging van de desbetreffende gemiddelde capaciteit met 1/12-deel. Daarbij komt dat vertraging in oplevering van capaciteit tot (vlak) na de datumgrens in financiële zin – gelet op de reeds optredende voorwervingskosten van personeel en eerste inrichtingskosten – niet steeds tot besparingen leidt. Voor zover het eerste inrichtingskosten betreft worden de gelden via transitorische posten op de balans doorgeschoven naar het volgende jaar.
Gelet op de geringe meerwaarde van de informatie over de gerealiseerde ultimocapaciteit, wordt – mede ter voorkoming van tekstdoublures – in het navolgende de stand van zaken betreffende de voorgenomen capaciteitsuitbreidingen naar gemiddelde standen gepresenteerd en waar nodig nader toegelicht.
Onderstaande overzichten geven inzicht in de geraamde en gerealiseerde gemiddelde capaciteit per product(categorie).
Overzicht gemiddelde capaciteiten per productcategorie – Gevangeniswezen
Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie | Verschil | |
---|---|---|---|
Huis van bewaring regulier | 6 006 | 6 171 | 165 |
Noodmaatregelen/overvol | 376 | 376 | 0 |
Huis van bewaring sober regime | 1 131 | 789 | – 342 |
Huis van bewaring vreemdelingen | 1 322 | 1 277 | – 45 |
Gesloten gevangenis | 1 978 | 2 043 | 65 |
Bijzonder beveiligde plaatsen | 242 | 250 | 8 |
Bijzondere opvangplaatsen in gesloten inrichting | 834 | 828 | – 6 |
(Half) open gevangenis | 1 457 | 1 467 | 10 |
Arrestanten in politiecellen | 300 | 160 | – 140 |
Experimentele plaatsen | 40 | 40 | 0 |
13 686 | 13 401 | – 285 |
Het tekort van gemiddeld 285 plaatsen heeft betrekking op enerzijds het achterblijven van de uitbreiding van de reguliere capaciteit (145 plaatsen) en anderzijds op een lagere gemiddelde bezetting van arrestanten in politiecellen (140 plaatsen). De grootste veroorzakers van het eerstgenoemde tekort zijn Nieuwegein (84 plaatsen), Ter Apel (66 plaatsen), Tilburg (24 plaatsen). Het treffen van – waar mogelijk – compenserende noodvoorzieningen vergde voorbereidingstijd (o.a. werven personeel, bouwkundige aanpassingen) en leverde onvoldoende soelaas om de vertragingen te compenseren. Rekening houdend met de reeds eerdergenoemde financiële taakstelling van het ministerie van Financiën (in equivalenten capaciteitseenheden 107 plaatsen gemiddeld, waarvoor de meerjarenraming overeenkomstig is gekort) bleef de gemiddelde capaciteit in 1998 per saldo (140–107) 33 plaatsen achter bij de desbetreffende capacitaire taakstelling.
Uit het overzicht blijkt voorts dat vooral de gerealiseerde capaciteit «sober regime»-plaatsen achter bleef bij de raming. Dit wordt veroorzaakt door de noodzaak voor de overgang van reguliere plaatsen naar sobere plaatsen bouwkundige voorzieningen te treffen. Deze bouwkundige voorzieningen konden bij een aantal inrichting niet tijdig worden getroffen zodat enig uitstel van de invoering van een sober regime was geboden.
Het gebruik van politiecellen bleef achter bij de raming (rekenkundig bepaald op 140 plaatsen). Het verminderd gebruik heeft een directe relatie met de in 1998 opgetreden cellenleegstand. Hierover is de Tweede Kamer geïnformeerd bij brief van 26 januari 1999, nr. 742 814/99/PJS. Overigens wordt voorgesteld de lagere uitgaven die het gevolg zijn van het verminderd gebruik van politiecellen – zoals al eerder toegelicht onder «Realisatie beleidsontwikkelingen 1998» – door te schuiven naar 1999.
Het niet realiseren van de gemiddelde capaciteit zou, volgens een P*Q-benadering moeten leiden tot een besparing. Hier tegenover staan echter kosten, zoals de voorwerving van personeel die bij vertragingen doorgang vond, hogere kosten voor bouwkundige voorzieningen in verband met herbestemmingen, het inzetten/herplaatsen van tijdelijk (overtollig) personeel en het treffen van noodmaatregelen.
Rekening houdende met de door lopende kosten van voorwerving zijn de resterende middelen voortvloeien uit bovenstaande vertragingen en verminderde bezetting (f 22,2 mln.) als «buitengewone baten» in de staat van baten en lasten 1998 verantwoord. Deze baten maken vervolgens onderdeel uit van het in deze verantwoording opgenomen voorstel tot resultaatsbestemming.
Overzicht gemiddelde capaciteiten per productcategorie TBS
Oorspronkelijke vastgestelde begroting | Capaciteitsuitbreiding Voorjaarsnota | Realisatie | Verschil | |
---|---|---|---|---|
Rijk | ||||
Gesloten plaatsen | 346 | 4 | 260 | – 90 |
Open plaatsen | 38 | 40 | 2 | |
Pieter Baan Centrum | 32 | 32 | 0 | |
Meijers Instituut | 60 | 60 | 0 | |
476 | 4 | 392 | – 88 | |
Particulier | ||||
Basis gesloten plaatsen | 387 | 6 | 394 | 1 |
Open plaatsen | 42 | 43 | 1 | |
429 | 6 | 437 | 2 | |
Totaal TBS-plaatsen | 905 | 10 | 829 | – 86 |
In de ontwerp-begroting 1998 is een nadere specificatie gegeven van de capaciteiten naar «basis-gesloten» betreffende de eerste 55 plaatsen en naar meer dan 55 plaatsen. Omdat noch in de verantwoording van de capaciteit noch in de verantwoording van de bezettings- en financiële gegevens een splitsing wordt gemaakt naar beide categorieën, worden deze in het vervolg als zijnde capaciteitsdifferentiatie toegelicht.
De voorgenomen uitbreidingen in de rijkssector bleven achter bij de taakstelling als gevolg van bouwkundige vertragingen bij de rijksinrichtingen Mesdag (24 plaatsen), Veldzicht (27 plaatsen) en De Singel (37 plaatsen). De uitbreidingen Mesdag en Veldzicht worden alsnog respectievelijk medio 1999 en in het voorjaar 1999 in gebruik genomen. De Singel is per september 1998 (4 maanden later dan aanvankelijk gepland) in gebruik genomen.
De realisatie in de particuliere TBS-sector komt gemiddeld 2 plaatsen hoger uit dan de desbetreffende taakstelling. Het betreft hier een ramingsverschil.
Het niet realiseren van de gemiddelde capaciteit leidt volgens een P*Q-benadering tot een besparing van circa f 20 mln. op de TBS-kosten. Lagere TBS-kosten (met uitzondering van de initiële kosten) hebben echter voor circa 80% een relatie met de taakstellende Terugontvangsten AWBZ. Rekening houdende met de AWBZ-component, alsmede het onverminderd optreden van de kosten van de voorwerving van personeel (dat bij vertragingen deels overtollig werd, aanvullende opleidingen volgde en tijdelijk elders is ingezet), de kosten van de projectorganisatie en de hogere kosten als gevolg van benodigde bouwkundige voorzieningen, resteert nagenoeg geen besparing.
Voor wat betreft de stand van zaken in 1998 betreffende de zgn. contract-plaatsen TBS geldt dat de stand van de oorspronkelijk vastgestelde begroting conform de realisatie 1999 is verlopen, te weten GGZ intramuraal en GGZ beschermd wonen respectievelijk 146 en 40 plaatsen. Daarenboven zijn in de praktijk plaatsen bij de APZ Drente en Hoeve Boschoord gecreëerd. Omdat deze plaatsen vooralsnog rechtstreeks door Justitie worden betaald, wordt de capaciteit in 1998 nog meegeteld bij de capaciteitscijfers van de DJI.
Voor een nadere toelichting op de contractplaatsen, wordt verwezen naar het gestelde terzake in het Jaaroverzicht Zorg van het ministerie van VWS.
Overzicht gemiddelde capaciteiten per productcategorie – Jeugd
Oorspronkelijkevastgestelde begroting | Realisatie | Verschil | |
---|---|---|---|
Rijk | |||
Opvangplaatsen | 346 | 356 | 10 |
Behandel – gesloten plaatsen | 193 | 179 | – 14 |
Behandel – open plaatsen | 66 | 71 | 5 |
Forensische observatie en begeleidingsafd./ | |||
very intensive care (FOBA/VIC) | 40 | 40 | 0 |
645 | 646 | 1 | |
Particulier | |||
Opvangplaatsen | 235 | 237 | 2 |
Behandel – gesloten plaatsen | 244 | 230 | – 14 |
Behandel – open plaatsen | 312 | 312 | 0 |
Inkoopplaatsen | 33 | 35 | 2 |
824 | 814 | – 10 | |
Totaal Jeugdplaatsen | 1 469 | 1 460 | – 9 |
De gemiddelde capaciteit bleef (rijks en particuliere sector samen) 9 plaatsen achter bij de raming. De vertragingen deden zich voor op meerdere uitbreidingsprojecten. Rekening houdende met de doorlopende kosten van voorwerving zijn de resterende middelen (circa f 1,3 mln.) als «buitengewone bate» in de staat van baten en lasten 1998 verantwoord. Deze bate maakt vervolgens onderdeel uit van het in deze verantwoording opgenomen voorstel tot resultaatsbestemming.
Algemeen: de gemiddelde dagprijs wordt gevormd door de totaal gerealiseerde kosten per onderscheiden differentiatie te delen door de gerealiseerde capaciteit. De gemiddelde dagprijs is inclusief de doorbelasting van de overheadkosten van de Landelijke diensten (opleidingen, vervoer, systeembeheer, geestelijke en geneeskundige verzorging, etc.) en van het Hoofdkantoor DJI. Voorts is de dagprijs inclusief bovennormatieve toevoegingen en toeslagen en de toerekening van enkele centraal beheerde posten.De gevolgde berekeningswijze kent zijn beperkingen. Zo vormt de juiste toedeling en verantwoording van de indirecte kosten en de overheadkosten van de Landelijke diensten, het Hoofdkantoor en de centraal beheerde budgetten een aandachtspunt. Daar waar voor de toedeling als verdeelsleutel gebruik wordt gemaakt van de capaciteiten, doet dit geen recht aan de onderscheiden productdifferentiaties. Op basis van de realisatiecijfers moet worden geconstateerd dat de gekozen methode van toerekenen van deze kosten aan de producten in een aantal gevallen nadere verbijzondering behoeft. In 1999 is het streven er op gericht de toedeling zo te doen plaatsvinden dat de doorbelasting op een adequate wijze plaatsvindt.
In de navolgende overzichten worden de realisatiecijfers afgezet tegen de in de begroting opgenomen gemiddelde normprijzen per productcategorie. Vervolgens wordt in een tabel een samenvattend overzicht gegeven van de geconstateerde afwijkingen en volgt een nadere toelichting hierop.
Overzicht gemiddelde normprijzen en realisatie per productcategorie Gevangeniswezen
Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie | Verschil | |
---|---|---|---|
Huis van bewaring regulier | 232,46 | 255,20 | – 22,74 |
Noodmaatregelen/overvol | 226,32 | 0,00 | 226,32 |
Huis van bewaring sober regime | 219,01 | 227,88 | – 8,87 |
Huis van bewaring vreemdelingen | 229,18 | 241,39 | – 12,21 |
Gesloten gevangenis | 239,31 | 244,28 | – 4,97 |
Bijzondere beveiligde plaatsen | 382,33 | 504,13 | – 121,80 |
Bijzondere opvangplaatsen in gesloten inrichting | 333,98 | 420,73 | – 86,75 |
(Half) open gevangenis | 201,11 | 216,54 | – 15,43 |
Arrestanten in politiecellen | 219,71 | 176,50 | 43,21 |
Experimentele plaatsen | 317,43 | 525,13 | – 207,70 |
Gemiddelde prijs | 231,70 | 253,96 | – 22,26 |
Bij de realisatiecijfers is voor de differentiatie «noodmaatregelen/overvol» geen kostprijs opgenomen, omdat de desbetreffende kosten worden omgeslagen over de reguliere capaciteitsplaatsen.Ten aanzien van de plaatsen voor bijzondere, beveiligde opvang, bijzondere opvang in gesloten gevangenissen en experimentele plaatsen, verklaren de bovennormatieve toevoegingen, welke niet begrepen zijn in de voorcalculatorische normprijs, de grote verschillen tussen de onderscheiden productcategorieën.
Voorts is in tegenstelling tot de in de oorspronkelijke begroting opgenomen normprijs van «arrestanten in politiecellen», de gerealiseerde normprijs exclusief overheadkosten. Hiervoor is gekozen omdat in de uitvoering is gebleken dat het niet reëel is deze differentiatie evenredig met de andere capaciteiten te belasten voor de gemaakte overheadkosten.
Overzicht gemiddelde prijzen per productcategorie – TBS
Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie | Verschil | |
---|---|---|---|
Rijk | |||
Basis gesloten plaatsen | 672,52 | 846,24 | – 173,72 |
Open plaatsen | 397,04 | 435,29 | – 38,25 |
Pieter Baan Centrum | 1 023,81 | 1 222,58 | – 198,77 |
Meijers Instituut | 849,77 | 892,98 | – 43,21 |
Gemiddelde prijs | 696,49 | 842,18 | – 145,69 |
Particulier | |||
Basis gesloten plaatsen | 667,61 | 789,78 | – 122,17 |
Open plaatsen | 381,65 | 480,85 | – 99,20 |
Gemiddelde prijs | 639,61 | 759,38 | – 119,77 |
Voorcalc. normprijzen en realisatie per productcategorie – Jeugd («P») (bedragen x f 1,–)
Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie | Verschil | |
---|---|---|---|
Rijk | |||
Opvangplaatsen | 414,27 | 511,35 | 97,08 |
Behandel – gesloten plaatsen | 462,23 | 615,08 | 152,85 |
Behandel – open plaatsen | 438,18 | 425,25 | – 12,93 |
FOBA/VIC | 720,81 | 860,80 | 139,99 |
450,08 | 552,27 | – 102,19 | |
Particulier | |||
Opvangplaatsen | 321,47 | – 321,47 | |
Behandel – gesloten plaatsen | 360,36 | – 360,36 | |
Behandel – open plaatsen | 323,86 | – 323,86 | |
334,41 | 412,58 | – 78,17 |
Ten aanzien van zowel de gerealiseerde prijzen in de particuliere TBS als Jeugdsector geldt nog dat de berekening gebaseerd is op de verstrekte subsidievoorschotten en dat het voorlopige karakter vervalt wanneer – na indiening van de jaarrekening – de definitieve subsidie wordt vastgesteld.
In onderstaande tabel worden de verschillen tussen de gemiddelde voorcalculatorische normprijs en de desbetreffende realisatiecijfers naar oorzaak nader gespecificeerd:
Verschillen tussen voorcalculatorische normprijzen en realisatiecijfers
Rijksinrichtingen | Partic. inrichtingen | ||||
---|---|---|---|---|---|
Gev. wezen | TBS | Jeugd | TBS | Jeugd | |
Realisatie > begroting gemiddeld | – 22,26 | – 145,69 | – 102,19 | – 119,77 | – 78,17 |
als gevolg van: | |||||
– bovennormatieve toevoegingen | – 15,75 | – 68,42 | – 26,34 | – 20,81 | – 21,90 |
– toeslagen FLO en wachtgelden | – 16,68 | – 16,28 | |||
– overgangsregeling naar normering | – 52,78 | – 14,34 | |||
– kapitaallasten, energiekosten, OZB etc. | – 21,83 | – 25,77 | |||
– doorwerking loon- en prijsbijstellingen | – 8,41 | – 46,61 | – 8,02 | – 24,56 | – 16,56 |
– prijs-/bezettingsverschillen overheadkosten | 0,79 | – 13,98 | – 6,45 | – 45,30 | – 1,64 |
– overige verschillen | 1,11 | 7,68 | – 7,27 | 2,04 | |
Totaal gemiddelde afwijking normprijs | – 22,26 | – 145,69 | – 102,19 | – 119,77 | – 78,17 |
De hogere uitgaven worden vooral veroorzaakt door kosten die niet begrepen zijn in de in de ontwerp-begroting opgenomen normprijzen. Deze kosten worden in de vorm van bovennormatieve toevoegingen en toeslagen aan de desbetreffende inrichtingen verstrekt. Onder deze toevoegingen zijn onder meer begrepen de kosten van voorwerving van personeel betreffende capaciteitsuitbreidingen en sectorspecifieke (beveiligings- en gebouwelijke) toeslagen. Qua omvang kunnen deze toevoegingen – mede gelet op de verschillende inhoud van de per beleidsterrein vigerende normeringsregelingen – sterk uiteenlopen.
In de Jeugdsector geldt daarenboven dat in 1998 de overstap van historische bepaalde budgetten naar normbudgetten nog niet heeft plaatsgevonden. Door toepassing van een overgangsregeling is tussen de uitkomsten van beide budgetteringstechieken aansluiting verkregen.
De doorwerking van de loon- en prijsbijstellingen, alsmede de decentralisatie van een deel van de budgetten voor FLO (Functioneel LeeftijdsOntslag) en wachtgelden, waren in 1998 slechts ten dele in de voorcalculatorische normprijs begrepen. In de TBS-sector geldt bovendien dat door het COTG-tarievenstelsel (Centraal Orgaan Tarieven Gezondheidszorg) eerst op een later tijdstip bijstelling van de normen kan plaatsvinden.
Omdat de doorberekening van de overheadkosten over een lagere capaciteit dan aanvankelijk begroot plaatsvindt, treden bezettingsverschillen op. Daarnaast zorgt het verschil tussen geraamde en gerealiseerde uitgaven bij zowel het Hoofdkantoor en de Landelijke diensten, als de centraal beheerde budgetten voor een prijsverschil. Bij het Gevangeniswezen is dit verschil positief vanwege het eerder beschreven effect van het vervallen van de overheadtoeslag op de tarieven voor het verblijf van arrestanten in politiecellen.
Gewezen wordt nog op de onder het kopje «algemeen» aangegeven beperkingen bij de interpretatie van de afwijkingen tussen de aanvankelijk geraamde en gerealiseerde gemiddelde dagprijzen.
Het betreft hier de bankgaranties voor hypothecaire leningen aan particuliere jeugdinrichtingen. Het overzicht geeft de ontwikkeling van de in 1998 lopende en aangegane garanties weer:
Oorspronkelijke vastgestelde begroting | Realisatie | |
---|---|---|
Garantieplafond | 101 023 | 101 023 |
Uitstaand risico per 1/1 | 84 238 | 84 699 |
Vervallen of te vervallen garanties | – 539 | – 673 |
Verleende of te verlenen garanties | 1 000 | 15 000 |
Uitstaand risico per 31/12 | 84 699 | 99 026 |
Het feitelijk risico per 31-12-1998 bestaat uit de openstaande saldi van de hypothecaire leningen. Eind 1997 is een garantie verstrekt van f 16 mln. Deze garantie was niet voorzien ten tijde van het opstellen van de ontwerp-begroting 1998. Door een desbetreffende geldopname in 1997 ad f 1 mln. en in 1998 ad f 15 mln. loopt het feitelijke, uitstaande risico op.
De bedragen opgenomen onder «Vervallen of te vervallen garanties» betreffen geactualiseerde aflossingen op lopende leningen. In de ontwerp-begroting 1998 waren hiervoor respectievelijk – f 305 000,– en – f 350 000,– geraamd.
Het begrotingsbedrag 1998 voor ambtelijk personeel was voor DJI totaal gebaseerd op een gemiddelde bezetting van 15 640 personeelsleden in fulltime equivalenten, van wie 15 415 fte. actief personeel en 225 fte. non-actief personeel. De ontwikkelingen in 1998 in het aantal fte's en de gemiddelde personeelsuitgaven komen per beleidsterrein tot uitdrukking in het volgende overzicht. In dit overzicht wordt ook de financiële ontwikkeling gegeven van de bekostiging van:
– overig personeel (niet-ambtelijk personeel, uitzendkrachten, externen en overige personele uitgaven); opleiding en vorming;
– post-actief personeel.
Omdat de personele informatiesystemen informatie verstrekken over uitgaven, wordt onderstaande informatie in kastermen gepresenteerd. Het verschil tussen gerealiseerde uitgaven en kosten uit de staat «baten en lasten» bedraagt circa f 4,2 mln. en wordt vooral verklaard door de timelag die optreedt tussen de periode waarover feitelijke vakantie- en interimuitkeringen worden gedaan en de desbetreffende kostenverantwoording. Bij een toename van het personeelsbestand treden – binnen jaargrenzen – als gevolg van de timelag hogere kosten (dan uitgaven) op.
Procentuele verdeling begrotingsbeslag personeelsuitgaven
Oorspronkelijke vastgestelde begroting | Realisatie | Verschil | |
---|---|---|---|
Ambtelijk personeel (actief en niet-actief) | |||
Penitentiaire inrichtingen | |||
– gemiddelde prijs x f 1,– | 70 012 | 71 590 | – 1 578 |
– fte's | 11 579 | 11 135 | 444 |
– begrotingsbeslag | 810 655 | 797 152 | 13 503 |
– in % van pers. uitg. DJI | 68,1% | 66,5% | 1,6% |
Rijks TBS-inrichtingen | |||
– gemiddelde prijs x f 1,– | 79 108 | 84 428 | – 5 320 |
– fte's | 1 371 | 1 103 | 268 |
– begrotingsbeslag | 108 449 | 93 096 | 15 353 |
– in % van pers. uitg. DJI | 9,1% | 7,8% | 1,3% |
Rijks jeugdinrichtingen | |||
– gemiddelde prijs x f 1,– | 75 531 | 77 666 | – 2 135 |
– fte's | 1 300 | 1 207 | 93 |
– begrotingsbeslag | 98 216 | 93 724 | 4 492 |
– in % van pers. uitg. DJI | 8,3% | 7,8% | 0,5% |
Landelijke diensten | |||
– gemiddelde prijs x f 1,– | 77 713 | 84 905 | – 7 192 |
– fte's | 1 230 | 1 183 | 47 |
– begrotingsbeslag | 95 592 | 100 411 | – 4 819 |
– in % van pers. uitg. DJI | 8,0% | 8,4% | – 0,4% |
Hoofdkantoor | |||
– gemiddelde prijs x f 1,– | 108 327 | 110 672 | – 2 345 |
– fte's | 160 | 152 | 8 |
– begrotingsbeslag | 17 293 | 16 833 | 460 |
– in % van pers. uitg. DJI | 1,5% | 1,4% | 0,1% |
Totaal DJI | |||
– gemiddelde prijs x f 1,– | 72 265 | 74 512 | – 2 247 |
– fte's | 15 640 | 14 780 | 860 |
– begrotingsbeslag | 1 130 205 | 1 101 216 | 28 989 |
– in % van pers. uitg. DJI | 95,0% | 91,9% | 3,1% |
Overig personeel | |||
– niet-ambtelijk/niet regulier/uitz.kr/overig | 14 913 | 51 184 | – 36 271 |
– opleiding en vorming | 11 179 | 13 954 | – 2 775 |
– post-actief personeel | 33 814 | 33 084 | 730 |
Totaal personele uitgaven | 1 190 111 | 1 199 438 | – 9 327 |
Toelichting op afwijkingen tussen geraamde en gerealiseerde middensommen
De gerealiseerde middensommen zijn over de gehele linie hoger dan de geraamde middensommen.
Dit wordt veroorzaakt door een aantal factoren. De belangrijkste zijn:
– effecten CAO 1997–1999
In het kader 1998 waren nog niet alle effecten van de CAO in 1998 verwerkt. Deze effecten verhoogden tijdens de uitvoering de middensommen.
– het achterblijven van nieuwe instroom (in aantallen) bij de raming.
Het niet realiseren van de verwachte (goedkope) instroom heeft een opwaarts effect op de uitkomst van de middensom. Daar waar nieuw personeel binnenstroomde betrof het vooral de Jeugd en TBS-inrichtingen. Door de hoge eisen qua opleiding en ervaring, die in deze sectoren worden gesteld aan nieuw personeel, wordt in deze sectoren weinig bespaard op nieuwe instroom. Het opwaartse effect op de middensom vanwege het uitblijven van goedkope instroom geldt in zekere mate ook voor enkele van de onder de Landelijke diensten ressorterende eenheden, zoals de Informatie en Communicatie Technologie-Services en de Forensisch Psychiatrische diensten.
– weinig tot geen besparing op uitstroom van personeel
Door de grote personeelsuitbreidingen van de laatste jaren heeft DJI een relatief jong personeelsbestand. Het percentage (dure) ouderen, dat de dienst verlaat op basis van leeftijd bedraagt slechts 0,6 % van het totale personeelsbestand. Het merendeel van het uitstromend personeel heeft weinig dienstjaren en behoort tot het lager betaalde personeel. Door hun vertrek wordt de middensom van het zittend personeel alleen maar hoger.
– de effecten van periodieken en bevorderingen
Met name bij de sectoren Jeugd en TBS zijn de kosten van periodieken en bevorderingen hoog als gevolg van de doorwerking van de normale loopbaanlijnen. Het gaat hier om de personele consequenties van de capaciteitsuitbreidingen in de voorafgaande jaren.
Toelichting op afwijkingen tussen geraamde en gerealiseerde aantallen
Als gevolg van voornamelijk de reeds beschreven begrotingsmutaties (betreffende capaciteitsuitbreidingen, compensatie wegens het niet kunnen toepassen van een sobere regimesdifferentiatie voor vreemdelingen en uitbreiding van de Dienst Vervoer en Ondersteuning) kwam het personele kader met de daarbij behorende middelen ca. 80 fte. hoger uit dan de stand van de oorspronkelijke begroting. Ten opzichte van het oorspronkelijke kader bleef de gemiddelde bezetting 861 fte's achter. De lagere gemiddelde bezetting aan actief regulier personeel trad vooral op bij de Penitentiaire en TBS-inrichtingen. Een belangrijke reden voor het achterblijven van de gemiddelde bezetting is het niet tijdig realiseren van de capaciteitsuitbreidingen. Voorts is ten behoeve van de inzet van de onder de Landelijke diensten ressorterende diensten en afdelingen veelvuldig gebruik gemaakt van de inzet van niet regulier personeel. In het algemeen kan worden gesteld dat de lagere gemiddelde bezetting in belangrijke mate werd gecompenseerd door de inzet van uitzendkrachten (circa 340 fte.) en overig personeel (circa 510 fte.). Het tekort op het personele kader van per saldo circa f 9 mln. wordt verklaard door zowel de doorwerking van de loonontwikkeling, die niet was begrepen in de oorspronkelijke raming, als de inzet van meer niet-regulier personeel. Ten aanzien van het laatste aspect geldt dat de hogere uitgaven/kosten zijn gecompenseerd ten laste van het materiële budget dan wel door het genereren van hogere ontvangsten/opbrengsten.
Het geraamde en gerealiseerde relatieve begrotingsbeslag per onderscheiden personeelscategorie blijkt uit de volgende tabel:
Procentuele verdeling begrotingsbeslag personeelsuitgaven
Oorspronkelijke vastgestelde begroting | Realisatie | Verschil | |
---|---|---|---|
Ambtelijk actief personeel | 93,7% | 90,3% | 3,4% |
Non-actieven | 1,3% | 1,5% | – 0,2% |
Post-actieven | 2,8% | 2,7% | 0,1% |
Niet-ambtelijk personeel/uitzendkrachten | 1,2% | 4,3% | – 3,1% |
Opleiding en vorming | 1,0% | 1,2% | – 0,2% |
Totaal | 100% | 100% | 0% |
Uit deze tabel komt de verschuiving van het begrotingsbeslag tussen de categorieën ambtelijk actief personeel en niet ambtelijk personeel/uitzendkrachten duidelijk naar voren.
Uit bovenstaande tabellen is af te leiden dat het financiële kader voor de post-actieven voor 1998 voldoende is geweest. Een overschot van f 730 000,– vormt het verschil tussen kader en realisatie.
Wel duidelijk is dat de inbouw van de FLO in de FPU in 1998, ondanks de toename van het volume van FLO-gerechtigden, een geringe daling van de kosten op ten opzichte van het kader opleverde.
In onderstaande tabel post-actieven worden de in 1998 geraamde en gerealiseerde aantallen post-actieven gepresenteerd.
Oorspronkelijke vastgestelde begroting | Realisatie | Verschil | |
---|---|---|---|
Functioneel leeftijdsontslag | 255 | 270 | – 15 |
Wachtgelders en overige | 566 | 458 | 108 |
Totaal | 821 | 728 | 93 |
De in de oorspronkelijke begroting opgenomen aantallen FLO-ers en wachtgelders zijn gebaseerd op rekenkundig bepaalde aantallen. De gerealiseerde aantallen zijn afkomstig van de met de uitvoering belaste organisaties (ABP en USZO). Conclusies over toe- of afname van de realisatiecijfers ten opzichte van de raming kunnen derhalve niet worden bevestigd. Ingaande de begroting 1999 worden eenduidige ramings- en uitputtingscijfers gehanteerd.
03 Centraal Justitieel Incassobureau
Rekening van Baten en Lasten (x f 1 000,–)
Omschrijving | Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie | Slotwetmutaties (+ = tekort t.o.v. beschikbaar bedrag) |
---|---|---|---|
BATEN | |||
opbrengst moederdepartement | 45 630 | 48 421 | 2 791 |
opbrengst overige departementen | 0 | 0 | 0 |
opbrengsten derden | 150 | 794 | 644 |
rentebaten | 50 | 348 | 298 |
buitengewone baten | 0 | 0 | 0 |
exploitatiebijdrage | 0 | 5 258 | 5 258 |
Totaal baten | 45 830 | 54 821 | 8 991 |
LASTEN | |||
apparaatskosten | 43 942 | 47 991 | 4 049 |
* personele kosten | 17 191 | 19 827 | 2 636 |
* materiële kosten | 9 608 | 19 080 | 9 472 |
* bijzonder (deurwaarder) | 17 143 | 9 084 | – 8 059 |
rentelasten | 0 | 0 | 0 |
afschrijvingskosten | 2 100 | 2 145 | 45 |
* materieel | 2 100 | 2 145 | 45 |
* immaterieel | 0 | 0 | 0 |
dotaties aan voorzieningen | 0 | 0 | 0 |
buitengewone lasten | 0 | 414 | 414 |
efficiency-korting | 0 | 0 | 0 |
Totaal lasten | 46 042 | 50 550 | 4 508 |
Saldo van baten en lasten | – 212 | 4 271 | 4 483 |
Toelichting op de rekening van baten en lasten
In de apparaatskosten zijn tevens de kosten van projecten opgenomen. Omdat deze kosten ten laste van de op de creditzijde van de balans gereserveerde gelden moeten komen, is het exploitatieresultaat gecorrigeerd met deze kosten. Deze correctie staat geboekt onder de post «exploitatiebijdrage projecten»; over 1998 bedragen deze kosten f 5,258 mln.
In de apparaatskosten is tevens de vorming van de voorziening voor de millennium- en europroblematiek verwerkt. Deze kosten bedroegen f 2,950 mln. Hierop is een bedrag van f 0,450 mln. tegengeboekt voor uitputting 1998.
De opbrengst van het moederdepartement sluit aan op de stand van de slotwet 1998. De in de opbrengst opgenomen co-financieringsbijdrage van f 825 000 voor de aanpak van het millenniumprobleem is overgeboekt ten gunste van de post voorziening.
Aan de bijdrage is toegevoegd de in 1997 ontvangen en op de balans gereserveerde bijdrage van f 481 000 voor de gebiedsprojecten Friesland/IJsselland.
In de bijdrage is tevens opgenomen de kostenoverheveling van de huur (f 760 000) voor de panden voor tijdelijke huisvesting (Amicitia en Zuiderstate), die door de Directie Rechtspleging is betaald.
Hierna wordt door middel van een overzicht de toename ten opzichte van de oorspronkelijke ramingen toegelicht:
Ontwerpbegroting 1998 | 45 630 |
---|---|
Mutaties: | |
– gebiedsprojecten Friesland/IJsselland | 961 |
– huur tijdelijke huisvesting | – 322 |
– compensatie justitiebrede problematiek | – 444 |
– loonbijstelling 1998 | 538 |
– bijstelling productiecapaciteit inning boeten & transacties | 999 |
– bijdrage millenniumproblematiek | 825 |
– overboeking huur Zuiderstate naar RGD | – 358 |
– overboeking huur Amicitia naar RGD | – 80 |
– prijscompensatie 1998 | 98 |
– aanvulling restyling Mulder | 158 |
Slotwet 1998 | 48 005 |
correcties naar bijdrage moederdepartement: | |
– kostenoverheveling huur van DRp | 760 |
– bijdrage 1997 voor gebiedsprojecten Friesland/IJsselland | 481 |
– bijdrage millennium naar voorziening | – 825 |
Bijdrage moederdepartement | 48 421 |
Dit betreft een vergoeding van f 110 000 voor de inning van de door gemeenten opgelegde naheffingsaanslagen ter zake van gefiscaliseerde parkeermeter- en parkeerautomaatovertredingen.
Daarnaast is er een bedrag van f 683 000 ontvangen als vergoeding voor de administratieve kosten van «verhaal zonder dwangbevel» bij WAHV-sancties. Bij iedere geslaagde incasso wordt van de rekening van de geïncasseerde tevens een bedrag van f 50,– aan administratieve kosten afgeschreven.
Over ons credit-saldo op de rekening-courant met het Ministerie van Financiën is een bedrag van f 349 000 aan rente ontvangen.
Exploitatiebijdrage inz. uitputting projecten
De kosten van projecten worden ten laste van de reguliere exploitatie geboekt. Omdat hiervoor op de balans gelden staan gereserveerd dienen deze kosten ten laste van deze vooruitontvangen bedragen te worden geboekt.
Door middel van deze boeking is dit gecorrigeerd, waardoor de verlies- en winstrekening het juiste resultaat over 1998 vermeldt.
De apparaatskosten (exclusief de kosten voor projecten) zijn in 1998 binnen de totale begroting gebleven. Met name bij de gerechtskosten zijn de kosten fors lager uitgevallen, doordat minder zaken zijn afgewikkeld dan begroot. Tevens is hier het effect van de met deurwaarders afgesloten contracten merkbaar, waardoor per zaak minder kosten in rekening worden gebracht.
De totale personele bezetting (incl. boven-formatieve bezetting) was per einde boekjaar iets lager dan de verwachte bezetting.
De materiële kosten zijn hoger uitgekomen dan gebudgetteerd. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt doordat de begroting is opgesteld op basis van een instroom van 4,7 mln. WAHV-sancties, terwijl het CJIB haar organisatie heeft ingericht op 5,3 mln. WAHV-sancties. Daarnaast speelt dat ten laste van de materiële kosten een voorziening is gevormd van f 2,950 mln. voor de millennium- en euro-problematiek.
De afschrijvingen zijn ten opzichte van de oorspronkelijke ramingen hoger. Als gevolg van de groei van de organisatie zijn er meer investeringen gepleegd dan voorzien.
Ten laste van het resultaat is afgeboekt een vordering op het departement inzake vakantietoeslag en de uitkering BTZR, die bij de overgang van het CJIB naar de agentschapsstatus per 1 januari 1996 in de balans was opgenomen. Deze afboeking betreft een bedrag van f 410 000.
Kasstroomoverzicht (x f 1 000,–)
(1) | (2) | (3) | (1)+(2)+(3) | (5) | (6) | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Omschrijving | Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Mutaties (= of –) op grond van eerste suppletoire begroting | Mutaties (+ of –) op grond van tweede suppletoire begroting | Totaal geraamd | Realisatie | Slotwetmutaties (+ of –) | |
Liquide middelen 1 januari | 3 301 | 3 301 | 15 321 | 12 020 | |||
1 a. | saldo van baten en lasten | – 212 | – 212 | 4 271 | 4 483 | ||
1 b. | gecorrigeerd voor afschrijvingen voorzieningen | 2 100 | 2 100 | 2 145 | 45 | ||
1 c. | gecorrigeerd voor mutaties in het werkkapitaal | 0 | 0 | 40 | 40 | ||
–> 1. | Kasstroom uit operationele activiteiten | 1 888 | 1 888 | 6 456 | 4 568 | ||
2 a. | uitgaven onroerende zaken | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
2 b. | uitgaven overige kapitaalgoederen | – 982 | – 982 | – 3 547 | – 2 565 | ||
2 c. | gecorrigeerd voor desinvesteringen | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
–> 2. | Kasstroom uit investeringsactiviteiten | – 982 | – 982 | – 3 547 | – 2 565 | ||
3 a. | leningen moederdepartement | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
3 b. | investeringsbijdrage van het departement | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
3 c. | aflossingen | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
–> 3. | Netto kasstroom uit financieringsactiviteiten | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Liquide middelen 31 december | 4 207 | 4 207 | 18 230 | 14 023 | |||
(1 januari +1+2+3) |
Uit de toelichting op de balanspost vaste activa blijkt dat de investeringen als volgt zijn op te splitsen:
Investering in vaste activa | |
---|---|
– inventaris | 981 000 |
– hardware | 1 616 000 |
– software | 148 000 |
– apparatuur | 802 000 |
Totaal | 3 547 000 |
Het CJIB heeft f 2,1 mln. aan afschrijving gerealiseerd. In verband met uitbreiding van het aantal werkplekken en extra tijdelijke huisvesting is er meer geïnvesteerd dan afgeschreven.
De toename van de liquiditeits-positie wordt voornamelijk verklaard door een overschot op de rekening van baten en lasten en doordat de financiering voorloopt ten opzichte van de kosten.
Door de verhoogde in- en uitstroom van het aantal sancties krachtens de Wet Administratiefrechtelijke Handhaving Verkeersvoorschriften (WAHV) heeft zich ten opzichte van de ramingen voor 1998 een substantiële stijging voorgedaan.
In 1998 zijn 5 255 625 sancties opgelegd. Deze stijging ten opzichte van 1997 is enerzijds een gevolg van een verdere autonome groei van het aantal sancties, en anderzijds een gevolg van een toename van de instroom vanuit de gebiedsprojecten. Inmiddels functioneren landelijk 7 projecten in gebieden met een hoog ongevallenprofiel.
Voor 1999 wordt in het jaarplan rekening gehouden met een instroom van 5 973 000. Daarnaast wordt er vanuit de nieuwe regioplannen een extra instroom verwacht van ruim 800 000 zaken.
De instroom van boeten neemt ten opzichte van voorgaande jaren af. Omdat de uitstroom van zaken hoger is dan de instroom nemen de voorraden af. Met deze tendens wordt in het jaarplan 1999 rekening gehouden.
Voorts is de instroom van OM-transacties fors toegenomen. Dit wordt veroorzaakt door invoering van de Wet Aansprakelijkheid Motorvoertuigen (WAM), waarvan de uitvoering ook bij het CJIB ligt. Per einde 1998 zijn in het kader van WAM 16 406 transacties aangeboden. De instroom van OM-transacties van het KLPD ligt lager dan de verwachte instroom. In het jaarplan 1999 wordt rekening gehouden met een instroom van 30 000 zaken. Dit ligt op het niveau van de instroom van 1998.
Realisatie '97 | Begroting '98 | Realisatie '98 | |
---|---|---|---|
beginvoorraad | 1 461 054 | 1 400 000 | 1 706 911 |
instroom van nieuwe zaken | 4 653 690 | 4 690 000 | 5 255 625 |
uitstroom van afgedane zaken | 4 407 833 | 4 690 000 | 5 004 467 |
eindvoorraad | 1 706 911 | 1 400 000 | 1 958 069 |
Realisatie '97 | Begroting '98 | Realisatie '98 | |
---|---|---|---|
beginvoorraad | 226 463 | 225 000 | 215 485 |
instroom van nieuwe zaken | 136 163 | 156 000 | 118 853 |
uitstroom van afgedane zaken | 147 141 | 156 000 | 136 770 |
eindvoorraad | 215 485 | 225 000 | 197 568 |
Realisatie '97 | Begroting '98 | Realisatie '98 | |
---|---|---|---|
beginvoorraad | 2 303 | 10 000 | 1 719 |
instroom van nieuwe zaken | 10 439 | 17 500 | 30 220* |
uitstroom van afgedane zaken | 11 023 | 17 500 | 24 584 |
eindvoorraad | 1 719 | 10 000 | 7 355 |
* instroom KLPD 13 814 instroom WAM 16 406
Totaal door betaling ontvangen bedrag over de verslagperiode (x f 1 mln.):
realisatie 97 | begroting 1998 | realisatie 98 | |
---|---|---|---|
WAHV-sancties | 392,7 | 438 | 479,7 |
boetevonnissen | 75 | 70 | 70,2 |
transacties | 3,8 | 6 | 5,4 |
Maatregelen | 2,4 | 3,5 | |
totaal | 473,9 | 514 | 558,8 |
De opbrengst van de door het CJIB geïnde sancties (Mulder-zaken) nam toe tot f 456 mln. Het bedrag aan als oninbaar afgeschreven sancties nam af tot f 0,8 mln.; dit is ruim een halvering.
WAHV | boetes | transacties | |
---|---|---|---|
ontwerpbegroting 1998(** | 8,70 | 20,60 | 44,20 |
kostprijsonderzoek 1998(* | 8,05 | 67,40 | 33,00 |
herzien bij Voorjaarsnota 1998(** | 8,37 | 77,50 | 29,00 |
realisatie 1998(** | 7,47 | 63,55 | 42,26 |
(* prijzen exclusief huisvestingscomponent
(** prijzen inclusief huisvestingscomponnent
De in de ontwerpbegroting 1998 opgenomen kostprijs is vastgesteld vóór afronding van het kostprijsonderzoek. De methodiek van het (goedgekeurde) kostprijsonderzoek is toegepast om de kostprijs bij Voorjaarsnota 1998 te herzien en de realisatie 1998 vast te stellen. In deze kostprijzen is als gevolg van de invoering van de Stelselwijziging Rijkshuisvesting rekening gehouden met huisvestingskosten. Door de opname van de huisvestingscomponent zijn wij een stapje dichter bij een integrale kostprijs gekomen. In de begroting 2000 zullen ook de ICT-kosten in de kostprijs worden opgenomen.
Op dit moment is nog geen uitgebreide analyse van de afwijking van de kostprijzen ten opzichte van de raming mogelijk. Deze analyse zal deel uitmaken van de «evaluatie agentschap CJIB» (april 1999). Wel kan worden aangegeven dat het grootste deel van de lagere realisatie bij WAHV en boetes wordt verklaard door besparingen op de gerechtskosten.
04 Korps landelijke politiediensten
Rekening van Baten en Lasten van het agentschap KLPD
Omschrijving | Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie | Slotwetmutaties (+ = tekort t.o.v. beschikbaar bedrag) |
---|---|---|---|
BATEN | |||
opbrengst moederdepartement | 375 758 | 433 127 | 57 369 |
– waarvan investeringsreserves | 0 | – 38 860 | – 38 860 |
opbrengst overige departementen | 11 295 | 26 297 | 15 002 |
opbrengsten derden | 65 236 | 31 463 | – 33 773 |
rentebaten | 0 | 702 | 702 |
buitengewone baten | 0 | 0 | 0 |
exploitatiebijdrage | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten | 452 289 | 452 729 | 440 |
LASTEN | |||
apparaatskosten | |||
* personele kosten | 285 563 | 309 941 | 24 378 |
* materiële kosten | 115 931 | 86 227 | – 29 704 |
* MvJ bijdragen IT mei-dec 98 | 19 099 | 17 886 | – 1 213 |
rentelasten | 0 | 0 | 0 |
afschrijvingskosten | |||
* materieel | 35 528 | 42 541 | 7 013 |
* immaterieel | 0 | 0 | 0 |
dotaties aan voorzieningen | 0 | 2 063 | 2 063 |
buitengewone lasten | 1 000 | 0 | – 1 000 |
Totaal lasten | 457 121 | 458 658 | 1 537 |
Saldo van baten en lasten | – 4 832 | – 5 929 | – 1 097 |
De hierboven opgenomen staat is voor wat betreft de formele beginstand van de begroting volledig inclusief de ramingen van de IT-organisatie. Voor wat betreft de realisatie zijn de baten en lasten van de IT-organisatie t/m april verantwoord in de realisatie van het KLPD. Vanaf 1 mei is het resterende begrotingsdeel van de IT-organisatie binnen de MvJ-bijdrage opgenomen zoals dat nog voor de ITO na 1 mei beschikbaar was. Dit bedrag is door het KLPD in 1998 volledig verrekend met de IT.
Toelichting op de staat van baten en lasten
De jaarrekening 1998 is opgesteld met inachtneming dat mutaties in de staat van baten en lasten geschieden op het moment van aanwending van verworven goederen en diensten. Dit houdt in dat de feitelijke uitgaaf of ontvangst in een ander jaar kan plaats vinden.
De baten worden genomen vanaf het moment waarop de prestaties van het agentschap door verkoop of levering van goederen en diensten zijn verricht. Voor de lasten geldt het matching principe. De lasten worden toegerekend aan de periode waarin de overeenkomstige baten zijn gerealiseerd.
De staat van baten en lasten van het KLPD is ingedeeld naar kostensoorten. De indeling hiervan is conform artikel 10, tweede en derde lid BCRRP. Dit is dezelfde indeling zoals deze voorgeschreven is voor de regionale politiekorpsen. Dit heeft tot gevolg dat de kostensoortindeling zoals omschreven staat in het besluit regelgeving agentschappen Ministerie van Justitielosgelaten is. Doel hierbij is de vergelijking op kostensoortniveau tussen het KLPD en de regionale korpsen te handhaven.
In het onderstaande overzicht is het resultaat van het KLPD per divisie opgenomen.
Divisie | Exploitatietekort | Exploitatie-overschot |
---|---|---|
Mobiliteit | 11 780 | |
Logistiek | 444 | |
OND (incl. DTOO & RT&L) | 669 | |
CRI | 3 647 | |
ITO | 3 200 | |
KDB | 1 015 | |
Korpsactiviteiten | 1 786 | |
Totalen | 14 234 | 8 305 |
Saldo tekort | 0 | 5 929 |
Totaal | 14 234 | 14 234 |
Op basis van deze resultaten zal een interne verrekenprocedure worden gestart. De resultaten van het LRT en PAROS alsmede het resultaat van de IT-organisatie na 1 mei 1998 maken geen deel uit van de resultaatbepaling van het KLPD.
De departementale begrotingsbijdrage
De belangrijkste bron van inkomsten die het KLPD heeft betreft de bijdrage zoals deze op de begroting van Justitie ten behoeve van het agentschap KLPD is opgenomen. Het in de begroting voor het KLPD gereserveerde bedrag wordt via de Rijkshoofdboekhouding onttrokken aan de departementale begrotingsadministratie en via de concernadministratie van het KLPD doorgesluisd naar de divisies. Jaarlijks wordt de op de Justitiebegroting voor het KLPD gereserveerde bijdrage volledig onttrokken.
In onderstaand overzicht is de opbouw van de formele standen van de bijdrage voor 1998 opgenomen.
Justitie | KLPD | waarvan | |
---|---|---|---|
Omschrijving | begroting | bijdrage | IT-bijdrage |
Begrotingsstand | 399 320 | 375 758 | 26 829 |
Mutaties 1e suppletoire wet | 19 670 | 9 670 | |
Stand Voorjaarsnota | 418 990 | 385 428 | 26 829 |
Mutaties 2e suppletoire wet | 47 699 | 47 699 | |
Stand Najaarsnota | 466 689 | 433 127 | 26 829 |
Mutaties slotwet | – 28 078 | 0 | |
Stand Slotwet | 438 611 | 433 127 | 26 829 |
Verrekeningen via de Rijkshoofdboekhouding
Naast de gelden die via de departementale begrotingsbijdrage binnen komen worden ook gelden ontvangen via verrekening bij de Rijkshoofdboekhouding. Deze verrekeningen vinden plaats tussen overheidsdiensten die een rekening-courant aanhouden bij de Rijkshoofdboekhouding van het Ministerie van Financiën. De concern-administratie van het KLPD voert de verrekening uit en schrijft het ontvangen bedrag bij op de Rekening-courant van de divisie die belast is met de uitvoering van het gefinancierde project. Via deze onderlinge verrekening wordt de financiering van projecten geregeld zonder dat hier een begrotingswijziging voor nodig is.
In 1998 hebben de navolgende verrekeningen plaatsgevonden.
Omschrijving | Totaal |
---|---|
SWAB | 9 000 |
LRT | 8 466 |
DRSNAA | 3 066 |
200jr MvJ | – 310 |
Opl. Indon. off'n | 100 |
112 centrale | 2 100 |
BBE | 630 |
BLOM | 1 392 |
Zendmasten/steigers | 220 |
Bolkesteijn | 500 |
Project Jupiter | 133 |
Ombouw Walther P5 | 1 000 |
Totaal | 26 297 |
Buiten de voornoemde financieringsbronnen verwerven de divisies van het KLPD eveneens middelen bij de verkoop van handelsgoederen, de doorberekening van (salaris)kosten, de verkopen van afgeschreven activa alsmede diverse andere kleinere opbrengsten. Deze post beloopt een bedrag ad. f 34,3 mln.
Hieronder worden de lasten van het KLPD in 1998 nader toegelicht.
In de volgende tabel zijn de kosten van personeel opgenomen dat een actief dienstverband en een voormalig dienstverband heeft bij het Korps, alsmede de overige personele kosten.
Omschrijving | Totaal |
---|---|
SWAB | 9 000 |
LRT | 8 466 |
DRSNAA | 3 066 |
200jr MvJ | – 310 |
Opl. Indon. off'n | 100 |
112 centrale | 2 100 |
BBE | 630 |
BLOM | 1 392 |
Zendmasten/steigers | 220 |
Bolkesteijn | 500 |
Project Jupiter | 133 |
Ombouw Walther P5 | 1 000 |
Totaal | 26 297 |
De IT-organisatie loopt in de realisatie kolom over de eerste vier maanden bij deze kosten mee voor een bedrag ad. f 16,2 mln.
Als budgetsterkte is in het jaarplan KLPD 1998 gerekend met 2 987 fte's welke gefinancierd konden worden uit de departementale bijdrage in de personele kosten van het KLPD. De feitelijke sterkte die het KLPD ultimo 1998 kent is ca. 3 001 fte's. Het verschil tussen de budget- en de feitelijke sterkte wordt gefinancierd uit andere opbrengsten zoals nagekomen doeluitkeringen of de doorberekening van salariskosten aan derden.
Ten opzichte van de begroting zijn de salariskosten in 1998 gestegen. Dit is hoofdzakelijk het gevolg van een aantal algemene salarismaatregelen zoals afgesproken in de CAO 97–98. Deze afspraken zijn:
– het invoeren van de 36-urige werkweek per 1 okober 1998;
– een eenmalige uitkering ad. f 1 450 ter compensatie van de verlofversobering;
– 2% salarisverhoging per 1 augustus 1998;
– een eindejaarsuitkering van 1,55% van het jaarloon.
Ter compensatie van de stijging van de salariskosten heeft het moederdepartement in 1998 de begroting structureel verhoogd met een bedrag van ca f 9 mln. In punt 3.2.5. baten wordt de opbouw van de departementale bijdrage in 1998 nader toegelicht.
Het budget voor post-actief personeel is in 1998 verlaagd met een bedrag ad. f 1 mln. als gevolg van een besluit een deel van dit budget structureel aan te wenden ter compensatie van de 36-urige werkweek.
In de afschrijvingskosten belopen een bedrag ad. f 41.3 mln. Voor de gehanteerde waarderingsgrondslagen wordt verwezen naar de grondslagen van waardering. In onderstaande tabel is de verdeling over de kostengroepen gegeven. De IT doet mee voor de eerste 4 maanden.
Omschrijving | Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie KLPD | Realisatie IT t/m april '98 |
---|---|---|---|
Opleiding | 5 | 65 | |
Huisvesting | 3 093 | 3 139 | |
Voertuigen | 12 899 | 13 915 | |
Verbindingen | 2 461 | 1 979 | |
Automatisering | 9 128 | 15 761 | |
Wapens & uitrusting | 399 | 446 | |
Operat. activiteiten & kantoor ben. | 7 543 | 5 266 | |
Afschrijvingen IT t/m april | 0 | 1 970 | |
Totaal | 35 528 | 40 571 | 1 970 |
De exploitatiekosten van het KLPD bedragen in 1998 ad. f 105,4 mln. De IT-organisatie loopt mee in deze kosten mee over de eerste 4 maanden voor een bedrag ad. f 10,5 mln.
Hierbij kan nog worden opgemerkt dat de standen in de oorspronkelijk vastgestelde begroting afgeleid waren vanuit de departementale begrotingadministratie (JUFIS). De realisatie standen zijn echter afkomstig uit SAP. Aangezien JUFIS en SAP een verschillende opbouw van rekeningschema's kennen is het mogelijk dat sommige posten welke geraamd waren onder de ene kostengroep verantwoord zijn onder een andere. Aangezien vanaf 1999 alleen nog maar SAP wordt gebruikt voor het voeren van de financiele administratie is dit probleem met ingang van 1999 opgelost.
KASSTROOMOVERZICHT KLPD (exclusief IT)
De kapitaaluitgaven en ontvangsten worden toegelicht aan de hand van een kasstroomoverzicht. Ten behoeve van de verantwoording behoeft alleen het onderhavige boekjaar gerapporteerd te worden. De in de kasstroom op te nemen op te nemen saldi dienen aan te sluiten aan de begin- en eindsaldi zoals deze terug te vinden zijn in de Rekening-Courant KLPD zoals deze worden aangehouden bij de Rijkshoofdboekhouding, aangevuld met de liquide middelen. Het hieronder gepresenteerde kasstroomoverzicht is exclusief de IT-organisatie (alle bedragen x f 1 000,=).
het kasstroomoverzicht van agentschap KLPD
(1) | (2) | (3) | (1) + (2) + (3) | (5) | (6) | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Omschrijving | Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Mutaties (= of –) op grond van eerste suppletoire begroting | Mutaties (+ of –) op grond van tweede suppletoire begroting | Totaal geraamd | Realisatie | Slotwetmutaties (+ of –) | |
Liquide middelen 1 januari | 804 | 804 | 0 | ||||
Correctie liquiditeit ITO | – 12 | – 12 | |||||
1 a. | saldo van baten en lasten | 0 | – 5 930 | – 5 930 | |||
1 b. | gecorrigeerd voor afschrijvingen/mutaties voorzieningen | 30 700 | 42 634 | 11 934 | |||
1 c. | gecorrigeerd voor mutaties in het werkkapitaal * | 0 | – 9 462 | – 9 462 | |||
1d. | Dotaties overige doeluitkeringen | 0 | 10 070 | 10 070 | |||
1e. | Correcties openingsbalans | 0 | – 7 | – 7 | |||
–> 1. | Kasstroom uit operationele activiteiten | 30 700 | 37 305 | 6 605 | |||
2 a. | uitgaven onroerende zaken | 0 | 0 | 0 | |||
2 b. | uitgaven overige kapitaalgoederen | – 31 046 | – 22 345 | 8 701 | |||
2 c. | gecorrigeerd voor desinvesteringen | 0 | 2 881 | 2 881 | |||
–> 2. | Kasstroom uit investeringsactiviteiten | – 31 046 | – 19 464 | 11 582 | |||
3 a. | leningen moederdepartement | 0 | 0 | 0 | |||
3 b. | investeringsbijdrage van het departement | 0 | 30 000 | 30 000 | |||
3 c. | aflossingen | 0 | 0 | 0 | |||
–> 3. | Netto kasstroom uit financieringsactiviteiten | 0 | 30 000 | 30 000 | |||
Liquide middelen 31 december | 458 | 48 633 | 48 175 | ||||
(1 januari +1. +2. +3.) |
Financiële verantwoording per kerntaak.
In onderstaande tabel is per korpsonderdeel aangegeven welk financieel volume is aangewend voor de verschillende korpsbrede kerntaken.
Totaal | Totaal | Totaal | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Kerntaak | Mob | Log | Ond | CRI | KDB | Staf | LRT | 1998 | 1996 | 1997 |
Criminaliteit | 28 | 41 | 102 | 12 | 183 | 141 | 157 | |||
IT-dienstverlening | 0 | 75 | 79 | |||||||
Mobiliteit | 44 | 20 | 65 | 48 | 44 | |||||
Veiligheid | 41 | 7 | 47 | 47 | 69 | |||||
Milieu | 25 | 22 | 46 | 45 | 39 | |||||
Interne dienstverlening | 10 | 25 | 36 | 40 | 37 | |||||
Persoonsbeveiliging | 28 | 28 | 25 | 27 | ||||||
Dienstverlening logistiek | 11 | 11 | 39 | 49 | ||||||
Korpsbrede act. | 5 | 5 | 20 | 22 | ||||||
Totaal | 138 | 11 | 100 | 102 | 28 | 30 | 12 | 422 | 479 | 523 |
Productiecijfers 1998 Mobiliteit
Nr | Omschrijving | Meeteenheid | 1997Realisatie | 1998 Planning | 1998Realisatie |
---|---|---|---|---|---|
Wegverkeer | |||||
1 | Snelheid (registratie staande houding) | PV | 27 000 | 50 000 | 29 000 |
2 | Snelheid (registratie kenteken) | PV | 375 000 | 300 000 | 300 000 |
3 | Snelheid G.V.T. | PV | 425 000 | 450 000 | 241 000 |
4 | Alcohol | controle | 94 000 | 120 000 | 92 000 |
5 | Rijtijdenwet | controle | 13 500 | 14 000 | 13 800 |
6 | Gordel | PV | 25 000 | 30 000 | 28 000 |
7 | Rijgedrag | PV | 9 500 | 12 000 | 9 000 |
8 | Techniek (alg) | PV | 6 500 | 5 000 | 8 600 |
9 | Techniek (bedrijfsvoertuigen) | controle | 5 200 | 5 000 | 10 500 |
10 | Afvalstoffen | controle | 1 100 | 2 000 | 1 000 |
11 | Administratieve bepalingen | PV | 18 500 | 17 000 | |
12 | LVBT | inzet | 53 | 68 | |
Water | |||||
13 | Alcohol | controle | 400 | 2 500 | 1 500 |
14 | Beroepsvaart (inclusief vaargedrag) | controle | 4 900 | 2 500 | 3 500 |
15 | Combicontrole recreatievaartuig (inclusief vaargedrag) | controle | 7 000 | 4 000 | 3 650 |
16 | Combicontrole gevaarlijke stoffen | controle | 2 100 | 2 500 | 2 440 |
17 | ARBO-controle | controle | 100 | 650 | 543 |
18 | Verontreiniging (Noord)zeewater | controle | 600 | 750 | 637 |
19 | Afvalstoffen | controle | 210 | 500 | 133 |
20 | Controle visserij | controle | 750 | 5 000 | geen gegevens |
Luchtverkeer | |||||
21 | Risky carriers | controle | 21 | 150 | 250 |
22 | Brevet controles | controle | 150 | zie tekst | |
23 | Geluidsemissie | uren | 400 | 456 | |
24 | Evenementen | controle | 25 | 20 | 20 |
Nr | Omschrijving | Meeteenheid | 1997Realisatie | 1998 Planning | 1998Realisatie |
---|---|---|---|---|---|
Recherche Informatie | |||||
1 | Verwijzingsindex | Aantal | 2 | 2 | 3 |
2 | Bemiddelingsbericht | Aantal | 10 583 | 10 000 | 2 585*) |
3 | IPS-uitdraai | Aantal | 19 825 | 9 000 | 2 250*) |
4 | Proces-verbaal | Aantal | 149 | 180 | 104 |
5 | Operationele analyse | Aantal | 260 | 40 | 13**) |
6 | Verslag toezicht FLO=s | Aantal | 4 | 4 | 4 |
7 | Beleidsadvies intern. onderwerp | Uren | 2 400 | 2 400 | 2 400 |
8 | Operationeel actie-advies | Aantal | 4 144 | 48 | 13 |
9 | Tipgeldadvies | Aantal | 327 | 350 | 518 |
10 | Criminaliteitsbeeldanalyse | Aantal | 3 | 2 | |
Recherche-Expertise | |||||
11 | Advies rapport | Aantal | |||
12 | Beleidsadviesrapport | Aantal | 81 | 40 | 17 |
13 | Mondeling advies (rapport) | Aantal | 273 | 4 000 | 2 145 |
14 | Vaktechnisch advies | Aantal | 967 | 200 | 493 |
15 | Fenomeen onderzoek | Aantal | 4 | ||
16 | Onderzoeksrapport | Aantal | 2 | 10 | 14 |
17 | Strategische analyse | Aantal | 1 | 10 | 4 |
18 | Ondersteuning | Aantal | |||
19 | Specialistisch ondersteuning | Aantal | 50 | 114 | |
20 | Operatie analyse | Aantal | 2 | 5 | 4 |
21 | Ontwikkeling methoden/ technieken/instrument en | Aantal | 5 | 2 | |
22 | Voorlichting (kennis overdracht) | Aantal | 3 | 4 | |
23 | Ontwikkelen/bijdrage aan cursus | Aantal | 8 | 20 | 19 |
24 | Publicaties | Aantal | 38 | 40 | 52 |
25 | Presentaties | Aantal | 158 | 300 | 130 |
26 | Criminaliteitsbeeldanalyse (ontwikkelen/uitvoeren) | Aantal | 3 | 1 | 1 |
Berichtbehandeling en bemiddeling | |||||
27 | Bemiddeling | Aantal | 77 037 | 90 000 | 93 890 |
28 | Signalering (OPS) exl. VIS | Aantal | 44 879 | 60 000 | nu decen. |
29 | Signaleringen VIS | Aantal | 335 842 | 232 552 | |
30 | Advisering | Aantal | 10 247 | 10 000 | 14 040 |
31 | Vertaling | Aantal | 9 889 | 12 500 | |
32 | HAVANK | Aantal | 71 421 | 63 500 | 84 836 |
33 | Quick Check | Aantal | 25 690 | 34 580 |
Productie cijfers Ondersteuning
Nr | Omschrijving | Meeteenheid | 1997Realisatie | 1998 Planning | 1998Realisatie |
---|---|---|---|---|---|
Bestrijding van vooral zware en/of georganiseerde criminaliteit | |||||
1 | Gekwal. techn. onderst.van operaties | Aantal | 1 280 | 1 300 | |
2 | Operaties met uitsluitend mat. Uitleen | Aantal | 414 | 500 | |
3 | STO-inzet n.a.v. van convenant | Aantal | 935 | 1 300 | |
4 | Cursus/advies/voorlicht. en training | Uren | 5 215 | 3 000 | |
5 | (Extern) Jur. ondersteuning/advies inzake technische ondersteuning | Uren | 50 | ||
6 | Inbouw bijzondere voertuigen | Uren | 2 451 | 2 500 | |
7 | Service regio-apparatuur | Uren | 3 694 | 7 500 | |
8 | Ontwik/verbeter van tech. (hulp)mid. | Uren | 42 089 | 40 000 | |
9 | Beveiliging info en/of communicatie | Uren | 10 807 | 8 500 | |
10 | Inzet beredenen bij vee- & paardenhouderij en voorkoming misdrijven | Uren | 484 | 3 120 | |
11 | Inzet speurhonden | Uren | 8 311 | 14 400 | |
12 | Keuringen honden | Uren | 846 | 1 500 | |
13 | Training, opleiding/africht. honden | Uren | 6 014 | 3 300 | |
14 | Vluchten voor OT, AT, transport, verbindingen en overige acties | Uren | 1 429 | 1 475 | |
Mobiliteit en verkeersveiligheid | |||||
15 | Verkeersinfo.& overige vluchten | Uren | 564 | 500 | |
Milieu | |||||
16 | Surveil. & gerichte contr. beredenen | Uren | 1 155 | 3 120 | |
17 | Vluchten voor handhaving. en gerichte acties | Uren | 3 755 | 2 450 | |
Openbare orde en -veiligheid (incl. hulpverlening) | |||||
18 | Inzet Mobiele Communicatie Unit | Aantal | 41 | 30 | |
19 | Vluchten voor overzicht, beeldregistratie, hulpverlening en comm. | Uren | 466 | 500 | |
20 | Inzet beredenen bij groot- en kleinschalig politie-optreden | Uren | 38 711 | 36 920 | |
21 | Inzet beredenen bij ceremoniële en representatieve taken | Uren | 2 820 | 3 120 | |
Persoonsbeveiliging | |||||
22 | Vlucht voor verken. en beveiliging | Uren | 101 |
Nr | Omschrijving | Meeteenheid* | 1997Realisatie | 1998 Prognose | 1998>Realisatie |
---|---|---|---|---|---|
Diplomatieke Beveiliging | |||||
1 | Persoonsbeveiliging acuut | Uren | |||
2 | Persoonsbeveiliging hoog | Uren | 11 745 | 13 500 | 0 |
3 | Persoonbeveiliging algemeen | Uren | 34 995 | 15 500 | 18 140 |
4 | Persoonsbeveiliging latent | Uren | 11 045 | 8 600 | 11 010 |
5 | Qualitate Qua | Uren | 5 925 | 5 000 | 3 140 |
6 | Liaison | Uren | 1 665 | 1 620 | 13 270 |
7 | Pro-actieve beveiliging | Uren | 20 790 | 28 000 | 4 190 |
8 | Technische beveiliging | Uren | 50 | nb | |
9 | Advies en training | Uren | 100 | nb | |
Koninklijke beveiliging** | |||||
10 | Persoonsbeveiliging latent | Uren | 67 095 | 76 000 | 61 830 |
11 | Qualitate Qua | Uren | 2 000 | 910 | |
12 | Liaison | Uren | 2 000 | 10 | |
13 | Pro-actieve beveiliging | Uren | 3 000 | 0 | |
14 | Technische beveiliging | Uren | nb | ||
15 | Advies en training | Uren | 100 | nb | |
Totaal in uren | 132 470 | 127 520 | 108 310 |
* In vergelijking met 1997 is het aantal uren voor permanente beveiligingsopdrachten afgenomen met ca. 20 000 uren en voor incidentele opdrachten met ca. 4 000 uren. Deze verschillen zijn te verklaren uit het Nederlandse voorzitterschap van de EU in 1997 alsmede uit het in 1997 beëindigen van twee permanente diplomatieke beveiligingsopdrachten. ** Het aantal uren objectbeveiliging van ca. 23 700 is niet in bovenstaand overzicht verwerkt.
5.2.5 Productie cijfers Logistiek
Nr | Omschrijving | Meeteenheid | 1997Realisatie | 1998Planning | 1998Realisatie | 1999Prognose |
---|---|---|---|---|---|---|
1 | Onderzoek en advies K&U | Aantal | 17 | 20 | 65* | |
2 | Beheer bestekken K&U | Aantal | 51 | 51 | 65 | |
3 | Leveringsgraad A-artikelen | Percentage | 95% | 95% | 95% | |
4 | Leveringsgraad B-artikelen | Percentage | 90% | 90% | 91% | |
5 | Leveringsgraad C-artikelen | Percentage | 80% | 80% | 80% | |
6 | Leveringsgraad D-artikelen | Percentage | n.v.t. | |||
7 | Onderzoek en advies W&M | Aantal | 16 | 16 | 751 | |
8 | Wapens (levering) | Aantal | 366 | 366 | 1652 | |
9 | Munitie (levering) | Aantal | 6 000 000 | 6 000 000 | 8 055 000 | |
10 | Wapeninspecties-/reparaties | Aantal | 23 496 | 23 496 | 24 138 | |
11 | Beheer Gerechtelijke Wapens | Aantal | 11 000 | 11 000 | 18 008 | |
12 | Beheer munitie | Aantal | 5 380 | 5 380 | 6 556 | |
13 | Beheer van bestekken W&M | Aantal | 53 | 53 | 59 | |
14 | Onderzoek en advies V&P | Aantal | 3 | 3 | 1 6343 | |
15 | Bemiddeling V&P | Aantal | 780 | 780 | 635 |
K&U =Kleding en Uitrusting
W&M = Wapens en Munitie
V&P = Voertuigen en Politieapparatuur
De Minister van Justitie,
A. H. Korthals
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-26609-2.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.