26 591
Cultuurbeleid 2001–2004

nr. 1
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAPPEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Zoetermeer, 8 juni 1999

Hierbij bied ik u aan de nota «Cultuur als confrontatie – Uitgangspunten voor het cultuurbeleid in de periode 2001–2004». Met deze nota kom ik tegemoet aan de toezegging om ruim vóór het verschijnen van de Cultuurnota een nota uit te brengen op basis waarvan met de Tweede Kamer van gedachten kan worden gewisseld over de algemene uitgangspunten van het cultuurbeleid, alvorens in de Cultuurnota zelf de concrete invulling van dat beleid en de verdeling van subsidies aan de orde worden gesteld.

Deze nota is opgesteld mede op basis van het advies van de Raad voor Cultuur «Cultuur voor culturen – Vooradvies Cultuurnota 2001–2004». Hij dient te worden gelezen in samenhang met de onlangs uitgebrachte nota «Ruim baan voor culturele diversiteit» (ACB/1999/23 543 d.d. 1 juni 1999).

Voor de verdere procedure ter voorbereiding van de Cultuurnota is van belang dat ik voornemens ben om na het zomerreces een aparte nota over «Cultureel ondernemerschap» uit te brengen waarin ik mijn voorstellen ten aanzien van dit aspect van het cultuurbeleid nader zal uitwerken. In deze nota zal ik, als het Kamerdebat daartoe aanleiding geeft, ook een nadere uitwerking geven aan de voorstellen in «Ruim baan voor culturele diversiteit».

Volledigheidshalve dient nog te worden vermeld dat ik, in vervolg op de binnenkort uit te brengen brief over de HGIS-middelen, voornemens ben om in het najaar een aanvullende brief over het internationale cultuurbeleid uit te brengen.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

F. van der Ploeg

Naar boven