Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2001-2002 | 26587 nr. 17 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2001-2002 | 26587 nr. 17 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 december 2001
De beschikbaarheid en betaalbaarheid van kwalitatief goede kinderopvang is van groot belang; van belang voor werkende ouders, die er zeker van willen zijn dat hun kinderen goed opgevangen worden en voor de werking van de arbeidsmarkt, meer in het bijzonder de arbeidsparticipatie van vrouwen. De uitbreidingsoperatie in de kinderopvang en de totstandkoming van de Wet basisvoorziening kinderopvang (WBK) zijn dan ook van grote matschappelijke betekenis. Met deze brief wordt u, mede namens staatssecretaris Bos van Financiën en staatssecretaris Verstand van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, nader geïnformeerd over de laatste stand van zaken met betrekking tot de totstandkoming van de WBK en de uitbreiding van de kinderopvang in 2003.
Wet basisvoorziening kinderopvang
Overeenkomstig het Regeerakkoord bereidt het kabinet de Wet basisvoorziening kinderopvang (WBK) voor. Het kabinet heeft vrijdag 30 november ingestemd met het wetsvoorstel WBK. Het wetsvoorstel wordt nu voor advies aan de Raad van State gezonden. Hiermee heeft het kabinet een stap gezet naar een belangrijke structurele verbetering van de voorziening in de maatschappelijke behoefte aan kinderopvang.
Het was aanvankelijk de bedoeling de WBK op 1 januari 2003 in werking te laten treden. Door de complexiteit van de operatie (een stelselwijziging), de in acht te nemen zorgvuldigheid en de noodzakelijke voorbereidingstijd op de WBK zoals ook door de partijen in de sector kinderopvang wordt gevraagd, is er meer tijd nodig dan oorspronkelijk werd voorzien. Het te voorziene wetgevingstraject en het traject om de WBK op een zorgvuldige wijze te kunnen implementeren maken een inwerkingtreding van het nieuwe stelsel per 1 januari 2004 realistisch.
De nieuwe wet zal – uiteraard na behandeling door beide Kamers der Staten-Generaal – een belangrijke impuls kunnen geven aan de kinderopvang in Nederland.
Ouders krijgen in het nieuwe wettelijke stelsel een centrale positie als gebruikers van de kinderopvang. Er zullen meer keuzemogelijkheden gaan ontstaan en er zal door ondernemers in de kinderopvang flexibeler ingespeeld kunnen worden op de behoeften van ouders.
Uitgangspunt bij de financiering van de kinderopvang is dat ouders, overheid en werkgevers een bijdrage leveren. Er wordt uitgegaan van een vaste bijdrage van de werkgever. Ouders krijgen een inkomensafhankelijke bijdrage van de rijksoverheid voor de kosten van de opvang van hun kinderen, waarmee zij zelf de keuze kunnen maken voor de gewenste opvang. Hiermee wordt de kinderopvang in beginsel toegankelijk voor alle inkomensgroepen. Voor mensen in arbeidstoeleidende trajecten zal de nieuwe wet ook voorzien in financiering van kinderopvang, zodat de zorg voor kinderen geen belemmering hoeft te zijn voor het aanvaarden van betaald werk.
In de betrokkenheid van de ouders bij de gang van zaken bij de opvang van hun kinderen wordt voorzien door een adequate regeling van de medezeggenschap.
Voor ondernemers in de kinderopvang gaat de nieuwe wet zorgen voor een afzetmarkt met een koopkrachtige vraag; hieruit zal zeker een verdere aanpassing van het aanbod op de manifeste vraag voortkomen. Het is evident dat er nog sprake is van onvervulde behoeften.
Het kabinet rekent erop dat de werkgevers als derde partij, naast ouders en rijksoverheid, hun verantwoordelijkheid zullen nemen waar het gaat om het goed regelen van kinderopvang als noodzakelijke voorziening ten behoeve van het goed combineren van arbeid en zorg. Waar onverhoopt in individuele gevallen toch onvoldoende invulling van werkgeverzijde verkregen kan worden, wordt voorzien in een gedeeltelijke – inkomensafhankelijke – compensatie door het Rijk van de ontbrekende middelen.
Om in specifieke gevallen te voorkomen dat tussen huidige en nieuwe situatie onwenselijke verschillen gaan ontstaan, is voorzien in een overgangsbeleid.
In de WBK worden uniforme kwaliteitseisen opgenomen waaraan alle instellingen voor kinderen moeten voldoen. Gemeenten kunnen niet langer aanvullende kwaliteitseisen stellen. De verantwoordelijkheid voor het toezicht hierop ligt bij de gemeente (college van burgemeester en wethouders); het toezicht wordt uitgevoerd door de gemeentelijke gezondheidsdienst. Het Rijk (de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport) zal toezien op de wijze waarop de gemeenten hun verantwoordelijkheid nemen.
Doorgaande uitbreiding kinderopvang in 2003 Wij zijn van mening dat een voortgaande groei van het aantal beschikbare plaatsen in de kinderopvang zeer gewenst is. Het vraaggestuurde stelsel zal vanaf de inwerkingtreding van de WBK de voorwaarde scheppen om de capaciteit van de sector kinderopvang in stand te houden en naar gelang de behoefte te laten groeien. Tot het moment dat de WBK in werking treedt, achten wij een voortzetting van een meer gerichte stimulering van de uitbreiding van het aantal kinderopvangplaatsen noodzakelijk. Voor de periode tot 1 januari 2004 hebben wij daarom de volgende doelen geformuleerd:
– in stand houden van de al gerealiseerde capaciteitsuitbreiding;
– mogelijkheden bieden voor extra groei met een substantieel aantal plaatsen in 2003, afgestemd op de vraag.
Een hiertoe strekkende wijziging van de Regeling uitbreiding kinderopvang en buitenschoolse opvang wordt in gang gezet.
De invoering van de WBK is een complexe operatie; hiervoor heb ik de belangrijkste beoogde verbeteringen al genoemd. Het is een stelselwijziging waarbij vele partijen zijn betrokken en grote belangen in het spel zijn. Een tijdige voorbereiding is cruciaal voor een uiteindelijk succesvolle implementatie van de WBK. Daarom ben ik reeds gestart met het zorgvuldig voorbereiden van de implementatiefase (kwartiermaken). De werkzaamheden die in het kader van het kwartiermaken worden verricht zijn het inrichten van een organisatie voor zowel de uitvoering als de aansturing van de implementatie en het opstellen van een dekkend en richtinggevend inhoudelijk implementatieprogramma. Het kwartiermaken is er ook op gericht om draagvlak te genereren bij de partijen actief op het terrein van kinderopvang en die te maken krijgen met de veranderingen die zullen voortvloeien uit de nieuwe wet. Het spreekt vanzelf dat de parlementaire behandeling van de WBK leidend is voor het implementatietraject en dat bij het kwartiermaken geen onomkeerbare stappen worden gezet. Over de voortgang van het kwartiermaken en de daarop volgende start van de implementatie van de WBK wordt u uiteraard op de hoogte gehouden.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-26587-17.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.