26 573
Van beleidsbegroting tot beleidsverantwoording

nr. 71
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 februari 2002

In de nota «Van beleidsbegroting tot beleidsverantwoording» (mei 1999, Kamerstuk 26 573, nr. 2) is aangegeven dat in het departementale jaarverslag in een afzonderlijke paragraaf wordt ingegaan op de bedrijfsvoering van een ministerie. In deze paragraaf wordt de zogenaamde mededeling over de bedrijfsvoering gedaan. Tijdens de behandeling van het voortgangsbericht VBTB in de Tweede Kamer (juni 2001, Kamerstuk 26 573, nr. 67) is toegezegd dat een referentiekader mededeling over de bedrijfsvoering wordt opgesteld. Dit is inmiddels geschied en bij deze brief gevoegd.1

Het referentiekader mededeling over de bedrijfsvoering bevat gezamenlijke uitgangspunten voor een systematische sturing en beheersing van bedrijfsprocessen. Een belangrijke pijler van het referentiekader wordt gevormd door een systematische risicoanalyse. Bedrijfsvoering is tijdens de eerder aangehaalde behandeling van het voortgangsbericht gedefinieerd als «de sturing en beheersing van bedrijfsprocessen binnen een ministerie om de beleidsdoelstellingen te kunnen realiseren. Het betreft sturing en beheersing van zowel de primaire als de ondersteunende processen die hiervoor faciliterend zijn».

Rapportage over de bedrijfsvoering vindt plaats door middel van een mededeling door het management. Daarin wordt aangegeven in hoeverre sprake is van beheerste bedrijfsprocesssen. De bedoeling is om bijzonderheden te melden. Dit kan betrekking hebben op knelpunten onder vermelding van de daarvoor te treffen verbetermaatregelen, maar ook op belangrijke kwaliteitsverbeteringen.

Het referentiekader beschrijft de gewenste eindsituatie zoals die over het begrotingsjaar 2004 (het jaarverslag dat in mei 2005 wordt gepubliceerd) gerealiseerd moet worden. Het tempo waarin en de wijze waarop naar de gewenste eindsituatie wordt toegegroeid, kan per ministerie verschillen. In de ontwerpbegroting 2003 zullen de ministeries een bedrijfsvoeringsparagraaf opnemen waarin zij hun groeitraject expliciteren. Na een evaluatie medio 2005 is het streven om het referentiekader per 1 januari 2006 de status van ministeriële regeling te geven.

De Minister van Financiën,

G. Zalm


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven