nr. 12
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 oktober 1999
Tijdens het debat over het wetsontwerp «Zelfstandigen in de Ziekenfondswet»
heb ik de Kamer toegezegd schriftelijk uiteen te zetten waarom het amendement
dat ertoe strekt de indexatie op basis van de tabelcorrectiefactor te vervangen
door een indexatie conform de loonindex, leidt tot minder inkomsten voor de
Algemene Kas.
In het wetsvoorstel is aangegeven dat indexering van de loongrens op basis
van de tabelcorrectiefactor betekent dat de Algemene Kas een inkomstenderving
heeft van f 100 miljoen als gevolg van de compenserende uitstroom van
werknemers. Als de indexering op basis van de tabelcorrectiefactor ongedaan
wordt gemaakt heeft de Algemene Kas dus een extra opbrengst van f 100
miljoen t.o.v. het wetsvoorstel. Tevens leidt dit ertoe dat de instroom van
zelfstandigen en eventuele medeverzekerden wel plaatsvindt terwijl de uitstroom
van werknemers en eventuele medeverzekerden niet plaatsvindt.
In onderstaande tabel is in kolom twee de situatie weergegeven dat de
instroom van zelfstandigen in de ziekenfondsverzekering wordt gecompenseerd
door een uitstroom van werknemers. De MOOZ-bijdrage is berekend op basis van
het voorlopig MOOZ-advies voor de MOOZ-bijdrage 1999. Uit dit advies blijkt
dat 13,5% van de Nederlandse bevolking 65-plusser is. Op basis van het aantal
ziekenfondsverzekerden en het percentage van 13,5% zou bij een normale verdeling
van 65-plusssers over ziekenfonds- en particuliere verzekering een aantal
65-plussers in de ziekenfondsverzekering verwacht worden van 1 344 460.
Het werkelijk aantal 65-plussers bedraagt echter 1 553 104. De oververtegenwoordiging
in de Ziekenfondswet bedraagt derhalve 208 644. Gegeven de meerkosten
van een 65-plusser van f 4124,25 leidt dit tot een MOOZ-bijdrage van
861 miljoen.
Deze berekening (kolom drie van tabel 1) kan ook gemaakt worden als de
compenserende uitstroom niet tot stand komt. Het aantal 65-plussers als percentage
van de Nederlandse bevolking ondergaat geen verandering, dit blijft 13,5%.
Wat wel verandert, is het aantal ziekenfondsverzekerden. Dit neemt toe met
280 000 tot 10 213 363 ziekenfondsverzekerden. Het aantal 65-plussers
dat bij een gelijke verdeling over ziekenfonds- en particuliere verzekering
in de ziekenfondsverzekering verwacht had mogen bedraagt dan 1 382 357.
De oververtegenwoordiging is dan 170 747. Gegeven de meerkosten van 4124,25
kan een MOOZ-bijdrage berekend worden van f 704 miljoen.
De MOOZ-bijdrage in het geval de uitstroom van werknemers niet plaatsvindt
is dus f 156 miljoen lager dan de MOOZ-bijdrage bij het wel doorgaan
van de compenserende uitstroom van werknemers. Het totale effect voor de Algemene
Kas bedraagt f 56 miljoen. (+ f 100 miljoen extra premieopbrengsten
minus 156 miljoen minder MOOZ-bijdrage).
Tabel1 berekening MOOZ-bijdrage op basis van het voorlopig
advies van het Cvz.
| MOOZ-bijdrage
1999 | MOOZ-bijdrage zonder uitstroom |
---|
a. Aantal 65-plussers in Nederland | 2 132 000 | 2 132 000 |
b. Totale Nederlandse bevolking | 15 752 000 | 15 752 000 |
| | |
c. Percentage (a/b) | 13,5% | 13,5% |
| | |
d. Totale
ziekenfondspopulatie | 9 933 363 | 10 213 363 |
e.
Berekende 65-plussers (c x d) | 1 344 460 | 1 382 357 |
f. Werkelijke aantal 65-plus in ziekenfondsverzekering | 1 553 104 | 1 553 104 |
g. Oververtegenwoordiging | 208 644 | 170 747 |
| | |
h.
Meerkosten per 65-plusser | 4 124 | 4 124 |
| | |
i. MOOZ-bijdrage | f 861
miljoen | f 704 miljoen |
| | |
| | – f 156
miljoen |
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E. Borst-Eilers