26 552
Wijziging van de Wet milieubeheer (meldingenstelsel)

nr. 7
AMENDEMENT VAN DE LEDEN UDO EN VAN WIJMEN

Ontvangen 13 maart 2000

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel C, punt 1, wordt artikel 8.19, tweede lid, vervangen door:

2. Een voor een inrichting verleende vergunning geldt tevens voor veranderingen van de inrichting of van de werking daarvan die niet in overeenstemming zijn met de voor de inrichting verleende vergunning of de daaraan verbonden beperkingen en voorschriften, maar die:

1°. zouden zij deel hebben uitgemaakt van een eerder ingediende aanvraag, niet zouden hebben geleid tot andere beperkingen of voorschriften in de beschikking op de aanvraag;

2°. niet leiden tot andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu dan die de inrichting ingevolge de vergunning en de daaraan verbonden beperkingen en voorschriften mag veroorzaken;

onder voorwaarde dat:

a. deze veranderingen niet leiden tot een andere inrichting dan waarvoor vergunning is verleend;

b. het voornemen tot het uitvoeren van de verandering door de vergunninghouder schriftelijk overeenkomstig de krachtens het zevende lid, onder a, gestelde regels aan het bevoegd gezag is gemeld, en

c. het bevoegd gezag aan de vergunninghouder schriftelijk heeft verklaard dat de voorgenomen verandering voldoet aan de aanhef en onderdeel a en de verandering naar zijn oordeel geen aanleiding geeft tot toepassing van de artikelen 8.22, 8.23 of 8.25.

Toelichting

Ingevolge het wetsvoorstel leidt een verandering die een geringe toename van de milieubelasting meebrengt al tot vergunningplicht. Dit geldt bijvoorbeeld ook in de gevallen waarin dezelfde toename niet zou hebben geleid tot andere vergunningvoorschriften, als de veranderingen al deel zouden hebben uitgemaakt van de oorspronkelijke vergunning.

Dit amendement strekt ertoe dat in meer gevallen met een melding kan worden volstaan zodat recht wordt gedaan aan de oorspronkelijke doelstelling van het wetsvoorstel.

Udo

Van Wijmen

Naar boven