26 547
Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Spaarfonds AOW voor het jaar 1998 (slotwet)

nr. 2
MEMORIE VAN TOELICHTING

Algemeen

In aansluiting op de tweede wijzigingswet (Wet van 28 januari 1999, Stb. 75, kamerstukken II 1998/99, 26 316, nrs. 1 en 2) wordt door dit wets- voorstel voorgesteld de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Spaarfonds AOW voor het jaar 1998 met f 4,6 mln. te verlagen. De mutaties die tot deze verlaging leiden zijn aangekondigd in de Voorlopige Rekening 1998 (kamerstukken II 1998/99, 26 430, nr. 1).

Uitgaven

Reeds vermeld in de Voorlopige Rekening 1998

(kamerstukken II, 1998/99, 26 430, nr. 1) -/- f 4,6 mln.

Totaal van de verlaging -/- f 4,6 mln.

Ontvangsten

Reeds vermeld in de Voorlopige Rekening 1998

(kamerstukken II, 1998/99, 26 430, nr. 1) -/- f 4,6 mln.

Totaal van de verlaging -/- f 4,6 mln.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Wetsartikel 1 (Uitgaven)

Artikel U01.02 – Voordelig eindsaldo

Opbouw uitgavenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (in NLG 1000)

	uitgaven 1998
Stand ontwerp-begroting 1998	2 297 000
Mutaties 1e suppletore:	2 792 000
Mutaties 2e suppletore:	– 1 500
Mutaties slotwet:	– 4 575
Realisatie 1998	5 082 925

Toelichting mutaties Slotwet

Het voordelig eindsaldo is gelijk aan het positieve verschil in enig jaar tussen de ontvangsten (inclusief beginsaldo) en de uitgaven. De aanpassing rentevergoeding bij slotwet is hierna toegelicht bij het ontvangsten-artikel 01.02.

Wetsartikel 2 (Ontvangsten)

Artikel M01.02 – Rente-ontvangsten

Opbouw ontvangstenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting (in NLG 1000)

	ontvangsten 1998
Stand ontwerp-begroting 1998	47 000
Mutaties 1e suppletore:	– 8 000
Mutaties 2e suppletore:	– 1 500
Mutaties slotwet:	– 4 575
Realisatie 1998	32 925

Toelichting mutaties Slotwet

De slotwetmutatie betreft een nadere aanpassing van de rentevergoeding van 5% naar 4,39%. Het rentepercentage is gebaseerd op het 5–6 jaars effectief rendement op staatsobligaties met een opslag van 10 basispunten.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

K. G. de Vries

De Minister van Financiën,

G. Zalm