26 528
Wijziging van de grens tussen de gemeenten Deventer en Gorssel, tevens provinciegrens tussen Overijssel en Gelderland

nr. 7
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 31 oktober 1999

Tijdens de plenaire behandeling van het wetsvoorstel tot wijziging van de grens tussen de gemeenten Deventer en Gorssel, tevens provinciegrens tussen Overijssel en Gelderland (kamerstukken II 1998/99, 26 528) op 26 oktober jl. heeft de heer Van den Berg, gelet op de verhouding tussen de artikelen 12 en 13 van de Wet algemene regels herindeling (arhi), gevraagd of wijziging van de wet nodig is. Ik heb toegezegd daarop schriftelijk te zullen antwoorden. In reactie hierop deel ik u het volgende mede.

De mogelijke onduidelijkheid over de samenhang tussen de huidige artikelen 12 en 13 van de Wet arhi wordt met name veroorzaakt door het begrip «ontwerpregeling» in artikel 13. Vanwege de verwijzing naar artikel 282, onder c, van de Gemeentewet leidt de procedure van artikel 13 tot een wetsvoorstel en niet tot een algemene maatregel van bestuur. Op dit moment is bij de Eerste Kamer aanhangig het wetsvoorstel wijziging van de Wet algemene regels herindeling, de Provinciewet en de Gemeentewet (Wijziging procedurele bepalingen, Kamerstukken I, 1997/98, 25 234, nr. 21). Ingevolge dit wetsvoorstel komen de huidige artikelen 12 en 13 van de Wet arhi niet meer terug en vervallen de artikelen in de Gemeentewet over wijziging van de gemeentelijke indeling. Het nieuwe artikel 3, derde lid, van de Wet arhi uit dit wetsvoorstel stelt in samenhang met artikel 9 buiten twijfel dat interprovinciale grenscorrecties waarover geen overeenstemming bestaat tussen provinciebesturen, bij algemene maatregel van bestuur kunnen worden gerealiseerd. Het wetsvoorstel heeft mede tot doel te komen tot een meer overzichtelijk en toegankelijk stelsel van regelgeving inzake gemeentelijke herindeling opdat misverstanden in de praktijk worden voorkomen (zie memorie van toelichting, p. 8).

De regering hoopt op een voorspoedige afhandeling van het wetsvoorstel.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A. Peper

Naar boven