26 488 Behoeftestelling vervanging F-16

Nr. 449 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 april 2019

Op 21 maart jl. heeft de vaste commissie voor Defensie (VCD) mij verzocht om een kabinetsreactie op het rapport «Lessen van de JSF; Grip krijgen op grote projecten voor aanschaf defensiematerieel» d.d. 6 maart 2019, waarin de Algemene Rekenkamer haar ervaringen uit eerdere onderzoeken ten aanzien van het F-35 project ten nutte maakt voor toekomstige beslissingen (Kamerstuk 26 488, nr. 447). Tegelijkertijd heeft de VCD mij gevraagd om in de kabinetsreactie aan te geven in hoeverre het kabinet voornemens is de in het rapport geformuleerde «lessons learned» toe te passen op nieuwe aanschaffingsprojecten.

Met belangstelling heb ik kennisgenomen van de resultaten van het rapport «Lessen van de JSF» (Kamerstuk 26 488, nr. 447). Ik ben de Algemene Rekenkamer erkentelijk voor de wijze waarop het onderzoek de afgelopen jaren heeft bijgedragen aan het verbeteren van onze nationale controle. Ik dank de Algemene Rekenkamer ook voor de waardering die in dit rapport wordt uitgesproken voor de risicoanalyse en risicobeheersing in het project Verwerving F-35.

Het merendeel van de constateringen van de Rekenkamer in dit rapport heeft betrekking op het Defensie Materieel Proces (DMP) dat Defensie dit jaar onder de loep neemt. Tijdens het notaoverleg over de Defensie Industrie Strategie d.d. 18 februari 2019 (Kamerstuk 31 125, nr. 102) heb ik gemeld de Kamer dit jaar te willen informeren over de herziening van het DMP. Gestreefd wordt deze herziening dit jaar gelijktijdig met het Defensiematerieelbegrotingsfonds (DMF) vorm te geven. De conclusies uit het rapport «Lessen van de JSF» (Kamerstuk 26 488, nr. 447) worden derhalve in de herziening van het DMP meegenomen, evenals de kennis en ervaring die Defensie de afgelopen jaren zelf heeft opgebouwd in het project Verwerving F-35.

De Staatssecretaris van Defensie, B. Visser

Naar boven