Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 juni 2016
Zoals bekend werkt het F-35 Joint Program Office (JPO) aan de mogelijkheid van een meerjarige bestelling van F-35 toestellen, een
Block Buy, om de stuksprijs verder te verlagen. Met deze brief informeer ik u over de stand
van zaken, de verwachte vervolgstappen en de positie van Nederland.
Stand van zaken Block Buy
Tijdens de vergadering van het hoogste bestuursorgaan van het F-35 programma – de
JSF Executive Steering Board (JESB) – eind maart jl. is de Block Buy uitvoerig aan de orde gekomen. Het F-35 JPO treft voorbereidingen voor twee scenario’s.
Eén scenario behelst een Block Buy van drie jaar met afleveringen in 2020 tot en met 2022. De Verenigde Staten sluiten
dan vanaf afleverjaar 2021 aan. Het tweede scenario gaat uit van een Block Buy van twee jaar met afleveringen in 2021 en 2022 voor alle partners, inclusief de Verenigde
Staten. Generaal Bogdan, de CEO van het JPO, heeft de partners en overige deelnemende
landen gevraagd om in juli 2016 duidelijkheid te verschaffen over deelname aan de
Block Buy en het aantal af te nemen toestellen. Vervolgens zal het JPO in overleg met de partners
beoordelen of een Block Buy vanaf 2020 al aan de orde is. Zo ja, dan wordt een formele bevestiging van het aantal
toestellen in september verwacht en zouden de contractonderhandelingen in 2018 kunnen
worden voltooid. Op dit moment is er dus nog geen zekerheid over een Block Buy dit jaar.
De uiteindelijke korting op de toestelprijs is afhankelijk van het aantal toestellen
en het resultaat van de contractonderhandeling. Het JPO heeft de firma RAND gevraagd
onderzoek te doen naar de besparingsmogelijkheden. Er zijn nog geen definitieve gegevens
beschikbaar, maar de verwachting is dat alleen de Block Buy al kan zorgen voor een besparing van tussen de 2 en 4 procent per toestel. Tegelijkertijd
voert het JPO ook andere kostenbesparende maatregelen uit.
Bestelling en financiële verplichtingen
De manier van bestellen bij de Block Buy zal naar verwachting slechts beperkt verschillen van de huidige werkwijze. Wel wordt
het minder eenvoudig om de aantallen toestellen binnen de Block Buy te veranderen. Het aantal toestellen wordt immers voor meerdere jaren opgegeven.
Het JPO onderzoekt wel of het mogelijk is opties op toestellen te nemen, zodat er
enige flexibiliteit blijft bestaan.
Het aangaan van de financiële verplichtingen blijft in de Block Buy een jaarlijkse aangelegenheid per productieserie. Defensie zal dus ongeveer twee
jaar voor het afleverjaar van de toestellen termijndollars kopen. De momenten waarop
Defensie financiële verplichtingen moet aangaan veranderen niet. Hetzelfde geldt voor
de bestellingen van de onderdelen met een lange levertijd1. Om een besparing in de Block Buy mogelijk te maken hebben de fabrikanten wel geld nodig voor de aanschaf van grotere
hoeveelheden onderdelen en materialen. Daarom zullen de partners vooraf verplichtingen
van ongeveer vier procent van de verwachte contractwaarde van een productieserie moeten
aangaan.
Standpunt Nederland
Defensie zal in juli het JPO duidelijkheid moeten verschaffen over het aantal Nederlandse
toestellen in een Block Buy. In de D-brief van 15 december 20142 is reeds gemeld dat als het mogelijk wordt in één keer voor meer jaren toestellen
te bestellen, waardoor de stuksprijs naar verwachting lager is, Nederland daarvan
gebruik wil maken. Die mogelijkheid dient zich nu aan. Defensie handhaaft het invoerschema
van toestellen zoals in de D-brief beschreven, maar wil zo mogelijk gebruikmaken van
opties. Defensie zal dan in 2020 tot en met 2022 jaarlijks acht toestellen afnemen,
waarvan er elk jaar twee als optie zijn aangemerkt. Of Defensie werkelijk alle 24
toestellen op deze wijze kan afnemen, zal mede afhankelijk zijn van de uiteindelijke
kostenbesparing en de ontwikkeling van de dollarkoers.
Als de Block Buy dit jaar niet doorgaat, blijft het in maart jl. bevestigde aantal van acht toestellen
– te leveren in 2020 – ongewijzigd (Kamerstuk 26 488, nr. 401). Ik zal u na het zomerreces opnieuw informeren.
De Minister van Defensie,
J.A. Hennis-Plasschaert