26 488
Behoeftestelling vervanging F-16

nr. 222
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 maart 2010

Met de brief van 16 februari jl. (Kamerstuk 26 488, nr. 217) heb ik de Kamer geïnformeerd over de herstructurering van het F-35-programma en de maatregelen die de Amerikaanse minister van Defensie Gates op 1 februari jl. op hoofdlijnen heeft gepresenteerd. Inmiddels is informatie bekend over de nadere uitwerking van deze herstructureringsmaatregelen en over de onderzoeken die daartoe hebben geleid. Met deze brief informeer ik de Kamer daarover. Deze informatie is besproken tijdens de JSF CEO Conference die gehouden werd op 4 maart jl. in de Verenigde Staten. De conferentie werd voorgezeten door de Amerikaanse onderminister van Defensie voor Acquisition, Technology and Logistics, Dr. Carter. Namens het ministerie van Defensie heeft de directeur van de Defensie Materieel Organisatie aan de conferentie deelgenomen. Voorts heeft op 11 maart jl. de Amerikaanse Senaatscommissie voor Defensie een hoorzitting gehouden over de herstructurering van het F-35-programma, waarbij onder meer Dr. Carter en de Director Cost Assessment and Program Evaluation van het Pentagon, mevr. C.H. Fox, een verklaring hebben afgelegd.

Planning F-35-programma

Minister Gates heeft op 1 februari jl. gemeld dat de System Development and Demonstration (SDD)-fase met dertien maanden wordt verlengd tot november 2015. Dit besluit is genomen op basis van de resultaten van onderzoek door het Joint Estimating Team (JET), bestaande uit deskundigen van het Amerikaanse ministerie van Defensie. Het betreft een actualisatie (JET II) van een eerste onderzoek uit 2008 (JET I). In eerste instantie leverde JET II de conclusie op dat de SDD-fase met dertig maanden zou moeten worden verlengd. Op grond van herstructureringsmaatregelen die het Pentagon heeft vastgesteld heeft het JET geconcludeerd dat een verlenging met dertien maanden (revised JET II) in plaats van dertig maanden kan volstaan. Deze verlenging betreft specifiek de ontwikkelings- en testfase van Lockheed Martin. Inmiddels heeft het Pentagon besloten het formele einde van de SDD-fase, waarbij het programma overschakelt van Low Rate Initial Production naar Full Rate Production,niet in november 2015 te plannen maar vijf maanden later in april 2016.

Ook de voltooiing van de Initiële Operationele Test en Evaluatie (IOT&E)-fase, waaraan Nederland met twee testtoestellen wil deelnemen, schuift op naar begin 2016. De IOT&E kan beginnen op het moment dat wordt voldaan aan de criteria van het IOT&E-testplan. Volgens de huidige planning van het Pentagon is dat begin 2015, dat wil zeggen twee jaar later dan vorig jaar werd voorzien. Het Pentagon laat wel de mogelijkheid open dat de IOT&E eerder aanvangt als aan de startcriteria wordt voldaan.

Met de brief van 16 februari jl. is de Kamer ook gemeld dat het nog onzeker was of de grens van 50 procent kostenstijging in het kader van de Amerikaanse Nunn-McCurdy wetgeving zou worden bereikt. Deze grens geldt onder meer voor de Program Acquisition Unit Costs (PAUC), waartoe de ontwikkelingskosten, de aanschafkosten en de kosten van militaire infrastructuur van het F-35-programma voor de Verenigde Staten behoren. Ook de stijging van de SDD-kosten met $ 2,8 miljard en een nieuwe raming van de stuksprijzen van toestellen op basis van de JET II-conclusies moeten hierbij worden betrokken. Nederland neemt aan de SDD-fase van het JSF-programma deel op basis van een vaste bijdrage van $ 800 miljoen en hoeft dan ook niet mee te betalen aan de stijging van de SDD-kosten. Op basis van de JSF CEO Conference is op 11 maart jl. in antwoord op schriftelijke vragen van het lid Van Velzen (kenmerk BS/2010006899) gemeld dat het Pentagon de overschrijding van de Nunn-McCurdy grens in april zal bekendmaken bij de formele toezending aan het Congres van het Selected Acquisition Report (SAR) over 2009. Tijdens de hoorzitting op diezelfde 11 maart jl. heeft Dr. Carter gemeld dat de overschrijding op kortere termijn zal worden gemeld.

Zodra de grens van 50 procent kostenstijging ten opzichte van de Acquisition Program Baseline wordt overschreden, moet het Pentagon het desbetreffende project binnen 60 dagen herbevestigen in het Amerikaanse Congres. De Acquisition Program Baseline is voor het F-35-programma de start van de SDD-fase in 2001. Het Pentagon is aan de voorbereidingen voor de hernieuwde certificering van het F-35 programma begonnen, maar voor de verdere behandeling door het Congres geldt geen termijn. Dr. Carter heeft onderstreept dat de nieuwe planning van het F-35-programma realistisch is en dat de onderzoeken van de afgelopen maanden geen fundamentele technische problemen hebben aan het licht hebben gebracht op het gebied van de ontwikkeling en de productie van de F-35. Ook de operationele prestatie-eisen van de F-35 staan niet ter discussie.

Het Pentagon werkt in het kader van het SAR-rapport en de voorbereiding op de hernieuwde certificering van het programma aan een nieuwe raming van onder meer de stuksprijzen van F-35-toestellen. Met het SAR-rapport van april zullen de eerste resultaten beschikbaar komen. Directeur Fox heeft tijdens de hoorzitting uiteengezet dat de uiteindelijke cijfers begin juni aan het Congres beschikbaar zullen worden gesteld. De raming van de stuksprijzen moet worden aangepast op grond van de verschuiving van per saldo 1211 Amerikaanse toestellen, de aanpassingen in de geplande bestelreeksen van andere partnerlanden en de bevindingen van het JET.

De verschuiving in de bestelreeksen van de Verenigde Staten en andere partnerlanden verlaagt het aantal toestellen in de desbetreffende productieseries en vertraagt de productieleercurve. Als gevolg hiervan zullen de stuksprijzen van toestellen in de productieseries LRIP-5 tot en met LRIP-9 stijgen ten opzichte van eerdere ramingen. De vertraging in de productieleercurve heeft geen invloed op de gemiddelde stuksprijs in de gehele productieperiode. De nieuwe raming van de gemiddelde stuksprijs wordt vooral bepaald door de bevindingen van het JET. De prognoses van het JET voor de komende jaren staan los van de concrete prijsonderhandelingen tussen de Amerikaanse overheid en Lockheed Martin over de LRIP-4 toestellen, waarvan het geplande tweede Nederlandse F-35 testtoestel deel uitmaakt.

Tijdens de hoorzitting op 11 maart jl. is tevens de nieuwe planning bekendgemaakt voor de F-35 Initial Operational Capability (IOC) van het United States Marine Corps (ongewijzigd in 2012), de United States Air Force (van 2013 naar 2016) en de United States Navy (van 2014 naar 2016). De IOC-planning geeft weer wanneer de eerste eenheden operationeel kunnen worden ingezet.

Aanvullende informatie over herstructureringsmaatregelen

Over andere onderzoeken van het Pentagon en de nadere uitwerking van de herstructureringsmaatregelen die minister Gates 1 februari jl. aankondigde, kan het volgende worden gemeld:

– Een Joint Assessment Team (JAT) heeft het F135-motorprogramma van Pratt & Whitney onderzocht en heeft melding gemaakt van een toename van de kosten van de F135-motor. Inmiddels heeft het JAT de maatregelen gevalideerd die Pratt & Whitney heeft voorgesteld om deze ontwikkeling te corrigeren en deze zullen worden uitgevoerd.

– Het Independent Manufacturing Review Team (IMRT) heeft de productielijn van Lockheed Martin onderzocht en aanbevelingen gedaan om de geplande stijging in de jaarlijkse productieaantallen mogelijk te maken. Deze aanbevelingen worden uitgevoerd.

– Om de nieuwe planning van de testfase te halen schaft het Pentagon voor de SDD-fase een extra F-35C (Carrier Variant (CV)-versie) testvliegtuig aan en leent het drie Amerikaanse LRIP-toestellen uit voor het testprogramma van Lockheed Martin.

– Om te voorkomen dat de geconstateerde vertraging in de ontwikkeling van software een knelpunt wordt voor de aflevering van toestellen en de voortgang van de testfase, wordt geïnvesteerd in extra capaciteit voor de ontwikkeling en het testen van software.

– Minister Gates heeft 1 februari jl. de aanschaf van 43 toestellen in de LRIP-5-productieserie aangekondigd. Dat is ten opzichte van de planning een vermindering met negen toestellen. De minister had al laten weten dat het uiteindelijke aantal toestellen in de productieseries vanaf LRIP 5 hoger kan uitvallen, aangezien het Pentagon het Congres heeft voorgesteld meer toestellen aan te schaffen als dat op grond van de uitonderhandelde stuksprijs binnen het budget past.

Om de levering van meer dan 43 LRIP-5 toestellen mogelijk te maken, worden naar verwachting voor 48 LRIP-5 toestellen de onderdelen met een lange levertijd aangeschaft (long lead items).

– Voorts heeft het Pentagon opdracht gegeven bij de contracten voor de productie van toestellen en motoren zo spoedig mogelijk over te schakelen op contracten met vaste prijzen, waarbij betere resultaten worden beloond (fixed price incentive fee contracts).

Gevolgen voor Nederland

Het Pentagon heeft aangekondigd dat in april geactualiseerde SAR-kosteninformatie beschikbaar komt, begin juni gevolgd door de uiteindelijke Nunn-McCurdy cijfers. Hiermee kunnen de gevolgen voor de stuksprijs van F-35-toestellen en vervolgens voor de financiële ramingen van het project Vervanging F-16 worden vastgesteld.

Met de brief van 16 februari jl. is gemeld dat de LRIP-4-onderhandelingen, waarvan het geplande tweede Nederlandse F-35-testtoestel deel uitmaakt, naar verwachting eind april worden voltooid, waardoor het JSF Program Office (JPO) en Lockheed Martin eind mei het contract zouden kunnen sluiten. Er treedt verdere vertraging op aangezien de certificering van het programma in het kader van de Nunn-McCurdy wetgeving eind mei nog niet zal zijn voltooid. Het JPO mag namelijk in afwachting van de uitkomst van dat proces geen contracten sluiten. Met de beantwoording op 11 maart jl. van vragen van het lid Van Velzen is de Kamer gemeld dat het demissionaire kabinet geen besluit tot aanschaf van een tweede F-35-testtoestel meer zal voorleggen aan de Kamer. Dat geldt de facto ook voor de effectuering van het besluit tot deelneming aan de IOT&E-fase, aangezien voor deelneming aan de IOT&E en de daaraan voorafgaande opleidingen van vliegers minimaal twee testtoestellen moeten worden aangeschaft.

De staatssecretaris van Defensie,

J. G. de Vries


XNoot
1

122 toestellen worden in de planning verschoven, maar voor het begrotingsjaar 2011 wordt voorgesteld een extra toestel (42+1) aan te schaffen in LRIP-5 ter vervanging van een afgeschreven F-15. Dit is de Kamer gemeld in de brief van 16 februari jl.

Naar boven