26 485 Maatschappelijk verantwoord ondernemen

Nr. 95 GEWIJZIGDE MOTIE VAN HET LID VOORDEWIND C.S. TER VERVANGING VAN DIE GEDRUKT ONDER NR. 91

Voorgesteld 13 april 2010

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat John Ruggie, speciaal vertegenwoordiger van de secretaris-generaal van de Verenigde Naties voor mensenrechten en multinationals, betoogt dat slachtoffers van mensenrechtenschendingen recht op verhaal moeten hebben;

overwegende, dat er volgens het rapport van prof. Castermans ook voor buitenlandse gedupeerden mogelijkheden zijn om Nederlandse moederbedrijven voor de Nederlandse rechter privaatrechtelijk aansprakelijk te stellen voor door een dochterbedrijf in het buitenland veroorzaakte schade;

van mening, dat het van belang is, jurisprudentie op het gebied van schendingen van mensenrechten en milieurechten door buitenlandse dochterondernemingen op te bouwen en dat de Nederlandse overheid gedupeerden van schendingen van mensen- en milieurechten en maatschappelijke organisaties die hen ondersteunen, laagdrempelige toegang moet geven om verhaal te halen;

verzoekt de regering de mogelijkheden te onderzoeken van de oprichting van een Nederlands rechtsbijstandfonds voor gedupeerden van milieu- en mensenrechtenschendingen in het buitenland, waarop gedupeerden een beroep kunnen doen als zij een Nederlands moederbedrijf aansprakelijk willen stellen voor falend toezicht op onrechtmatige handelingen van een buitenlandse dochteronderneming en daarover de Kamer te rapporteren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Voordewind

Ortega-Martijn

Kalma

Van Gent

Gesthuizen

Naar boven