26 485
Maatschappelijk verantwoord ondernemen

nr. 81
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 december 2009

Hierbij bied ik u het rapport «De juridische verantwoordelijkheid van Nederlandse moederbedrijven voor de betrokkenheid van dochters bij schendingen van fundamentele, internationaal erkende rechten» van professor A. G. Castermans, Universiteit Leiden aan.1

Aanleiding

In het Algemeen Overleg met uw Kamer over maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) van 4 maart 2009 (Kamerstuk 26 485, nr. 66) heb ik toegezegd duidelijkheid te verschaffen over aansprakelijkheid van Nederlandse moederbedrijven voor daden van hun buitenlandse dochters. Samen met de minister van Buitenlandse Zaken heb ik uw Kamer in een brief d.d. 30 juni jl. toegezegd voor het eind van 2009 over de uitkomsten van dit onderzoek te informeren.

De totstandkoming van het rapport

Voor de totstandkoming van de terms of reference van dit onderzoek zijn meerdere gesprekken gevoerd met belanghebbenden (maatschappelijke organisaties, vakbonden, bedrijfsleven en wetenschappers). Daarnaast zijn deze belanghebbenden geconsulteerd over de opbouw van het onderzoek op 26 november jl.

Overleg met uw Kamer

Op 28 januari a.s. zal dit rapport met uw Kamer worden besproken tijdens een Algemeen Overleg. Ter voorbereiding wordt gezocht naar een mogelijkheid voor een ronde tafel bijeenkomst, waarbij uw Kamer met de onderzoekers kan spreken.

Als bijlage bij deze brief treft u naast het rapport een samenvatting van de onderzoekers aan.1

De staatssecretaris van Economische Zaken,

F. Heemskerk


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven