26 483
Partiële herziening Planologische Kernbeslissing HSL-Zuid betreffende de boortunnel onder het Groene Hart

nr. 1
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN VERKEER EN WATERSTAAT EN VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 19 april 1999

Hierbij doen wij u toekomen het ontwerp van de partiële herziening Planologische Kernbeslissing (PKB) HSL-Zuid betreffende de boortunnel onder het Groene Hart. Deze zal vanaf 20 april 1999 ter inzage worden gelegd.1 In het ontwerp van deze partiële herziening is het aanvullend milieu-effectrapport geïntegreerd.

Op 25 januari jl. heeft de Minister van Verkeer en Waterstaat de Voorzitter van de Tweede Kamer per brief geïnformeerd over het besluit van het kabinet een verkenning te doen naar de verkorte boortunnel in het Groene Hart en de daartoe benodigde werkzaamheden. Ook zijn de randvoorwaarden waaronder deze verkenning wordt gedaan helder verwoord. Naar verwachting zal het kabinet in juni 1999 een definitief besluit nemen over de korte of de lange boortunnel.

Een van de randvoorwaarden in het kabinetsbesluit is dat de aanleg van de HSL-Zuid in 2005 moet worden afgerond. Indien deze verkenning leidt tot een beslissing om de boortunnel in te korten, moet de Planologische Kernbeslissing HSL-Zuid partieel worden herzien. Om onnodig tijdverlies te voorkomen, willen wij het eerste deel van de PKB-procedure parallel laten lopen met de verkenning van de korte boortunnel. Bovendien kan het kabinet dan mede op basis van de inspraakreacties, het formele bestuurlijk overleg en de adviezen haar definitieve standpunt bepalen.

In deze ontwerpherziening van de PKB worden de gevolgen van natuur en milieu van de korte boortunnel in vergelijking tot de lange boortunnel in beeld gebracht. Deze herziening betreft daarmee tevens een aanvulling op het MER. Ook wordt voorzien dat een deel van het te besparen bedrag ingezet zal worden voor extra natuur- en milieumaatregelen ter bescherming van het Groene Hart.

Met verwijzing naar artikel 2a en artikel 2b van de Wet Ruimtelijke Ordening delen wij u hierbij mede dat wij de wijzigingsprocedure starten. Bij deze herziening zullen wij toepassing geven aan het bepaalde in artikel 2a, tweede, derde en vijfde lid, van de WRO.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

T. Netelenbos

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. P. Pronk


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie.

Naar boven