nr. 1
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN VERKEER EN WATERSTAAT EN VAN VOLKSHUISVESTING,
RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
's-Gravenhage, 19 april 1999
Hierbij doen wij u toekomen het ontwerp van de partiële herziening
Planologische Kernbeslissing (PKB) HSL-Zuid betreffende de boortunnel onder
het Groene Hart. Deze zal vanaf 20 april 1999 ter inzage worden gelegd.1 In het ontwerp van deze partiële herziening is het
aanvullend milieu-effectrapport geïntegreerd.
Op 25 januari jl. heeft de Minister van Verkeer en Waterstaat de Voorzitter
van de Tweede Kamer per brief geïnformeerd over het besluit van het kabinet
een verkenning te doen naar de verkorte boortunnel in het Groene Hart en de
daartoe benodigde werkzaamheden. Ook zijn de randvoorwaarden waaronder deze
verkenning wordt gedaan helder verwoord. Naar verwachting zal het kabinet
in juni 1999 een definitief besluit nemen over de korte of de lange boortunnel.
Een van de randvoorwaarden in het kabinetsbesluit is dat de aanleg van
de HSL-Zuid in 2005 moet worden afgerond. Indien deze verkenning leidt tot
een beslissing om de boortunnel in te korten, moet de Planologische Kernbeslissing
HSL-Zuid partieel worden herzien. Om onnodig tijdverlies te voorkomen, willen
wij het eerste deel van de PKB-procedure parallel laten lopen met de verkenning
van de korte boortunnel. Bovendien kan het kabinet dan mede op basis van de
inspraakreacties, het formele bestuurlijk overleg en de adviezen haar definitieve
standpunt bepalen.
In deze ontwerpherziening van de PKB worden de gevolgen van natuur en
milieu van de korte boortunnel in vergelijking tot de lange boortunnel in
beeld gebracht. Deze herziening betreft daarmee tevens een aanvulling op het
MER. Ook wordt voorzien dat een deel van het te besparen bedrag ingezet zal
worden voor extra natuur- en milieumaatregelen ter bescherming van het Groene
Hart.
Met verwijzing naar artikel 2a en artikel 2b van de Wet Ruimtelijke Ordening
delen wij u hierbij mede dat wij de wijzigingsprocedure starten. Bij deze
herziening zullen wij toepassing geven aan het bepaalde in artikel 2a, tweede,
derde en vijfde lid, van de WRO.
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
T. Netelenbos
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
J. P. Pronk