26 472
Wijziging van de Tabakswet

nr. 11
AMENDEMENT VAN HET LID HERMANN

Ontvangen 30 mei 2001

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Artikel I, onderdeel J, artikel 11a, komt te luiden:

Artikel 11a

1. Werkgevers zijn verplicht zodanige maatregelen te treffen dat werknemers in staat worden gesteld hun werkzaamheden te verrichten zonder daarbij hinder of overlast van roken door anderen te ondervinden.

2. Exploitanten van middelen voor personenvervoer zijn verplicht zodanige maatregelen te treffen dat passagiers in staat worden gesteld hun reis te volbrengen zonder daarbij hinder of overlast van roken te ondervinden.

3. Nederlandse luchtvaartmaatschappijen zijn verplicht zodanige maatregelen te treffen dat passagiers aan boord van hun vliegtuigen tijdens het gebruik voor de burgerluchtvaart op vluchten van en naar op Nederlands grondgebied gelegen luchthavens in staat worden gesteld hun reis te volbrengen zonder daarbij hinder of overlast van roken te ondervinden.

4. Diegenen die – anders dan in een hoedanigheid als bedoeld in artikel 10 of 11 – het beheer hebben over voor het publiek toegankelijke gebouwen, voor zover die gebouwen behoren tot bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorieën, zijn verplicht tot het treffen van maatregelen als bedoeld in artikel 10, eerste lid.

5. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen op de in dit artikel bedoelde verplichtingen beperkingen worden aangebracht.

Toelichting

De regering stelt dat het, hoewel op zichzelf juridisch mogelijk, thans niet opportuun is om gegarandeerd rookvrije ruimten met betrekking tot arbeidsplaatsen en voor het publiek toegankelijke ruimten wettelijk te regelen. Hiermee ontkracht de regering het voorgestane beleid. De bescherming van de niet-roker wordt op de lange baan geschoven terwijl de regering in de Memorie van Toelichting de noodzaak van die bescherming duidelijk aangeeft.

Dit amendement strekt ertoe de bescherming van de niet-roker te verbeteren door de kan-bepaling te schrappen en te vervangen door het recht van werknemers en reizigers en bezoekers van publiek toegankelijke gebouwen op een rookvrije omgeving rechtstreeks in de wet te verankeren. Werkgevers kunnen echter niet in alle gevallen zodanige maatregelen treffen dat werknemers hun werk in een volledig rookvrije ruimte kunnen verrichten. Dit is bijvoorbeeld het geval in horecabedrijven. Het vijfde lid biedt daarom de mogelijkheid om de verplichting te berperken. Het wetsvoorstel voorziet reeds in de mogelijkheid om het moment van de feitelijke inwerkingtreding van het recht voor de verschillende categorieën bij de inwerkingtreding van deze wet bij koninklijk besluit te regelen.

Hermann

Naar boven