26 470
Aanpassing van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek aan de richtlijn betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten

nr. 4
VERSLAG

Vastgesteld 3 juni 1999

De vaste commissie voor Justitie1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen. Onder het voorbehoud dat de hierin gestelde vragen en gemaakte opmerkingen tijdig zullen zijn beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel genoegzaam voorbereid.

Behoefte aan het stellen van vragen en het maken van opmerkingen bleek alleen bij de leden van de VVD-fractie te bestaan.

Deze leden hebben met belangstelling kennisgenomen van voorliggend wetsvoorstel, waarbij een richtlijn van de Europese Commissie omgezet wordt in nationaal recht.

De richtlijn 93/13/EEG verplichtte de lidstaten uiterlijk 31 december 1994 aan de richtlijn te voldoen.

De Europese Commissie maakte bij brief van 22 juli 1997 al aan de Nederlandse regering (op grond van artikel 169 EG) kenbaar dat zij van mening was dat Nederland de richtlijn onvolledig had omgezet en verzocht Nederland om commentaar. Na de beantwoording van Nederland op 2 december 1997, volgt op 6 april 1998 het definitieve advies van de Europese Commissie met het verzoek binnen twee maanden de nationale wetgeving aan te passen. Deze leden wensen van de regering te vernemen of zij er bewust voor heeft gekozen om niet te codificeren? Welke belangenafweging lag hieraan ten grondslag? Het lijkt deze leden toch het meest effectief en helder als de verplichtingen uit een richtlijn in specifieke duidelijke wetgeving wordt neergelegd en niet wordt verwezen naar algemene regels van het contractenrecht/verbintenissenrecht. Het is ook in het voordeel van de consument om zijn rechten voortvloeiend uit de richtlijn rechtstreeks en nadrukkelijk in het nationaal recht terug te vinden. Onderneemt het kabinet specifieke stappen om consumenten op de hoogte te stellen van hun verbeterde rechtspositie bij geschillen over de kleine lettertjes in contracten?

Graag zouden deze leden van de regering willen vernemen wat de reden is dat er zoveel tijd ligt tussen het advies van 6 april 1998 van de Europese Commissie (dat voorschrijft dat Nederland binnen een termijn van twee maanden aan dit advies moet voldoen) en het moment dat de Kamer zich erover gaat buigen (ruim één jaar later). Waarom is deze kwestie zo langblijven liggen? Het Nederlandse rechtssysteem is gebaseerd op wetgeving, aangevuld met jurisprudentie en daarom geven deze leden er ook de voorkeur aan algemene europese wetgeving te codificeren.

Deze leden vragen de regering of er meer van dit soort zaken spelen, waarbij de Europese Commissie van mening is dat Nederland onvoldoende voldoet aan haar omzettingsverplichtingen? Zo ja, kan de regering daarvan een overzicht geven?

In breder perspectief bezien is tijdens het algemeen overleg van 26 maart 1999 gesproken over de Europese meldingsverplichtingen en de gevolgen en de te ondernemen stappen naar aanleiding van het Securitel-arrest. Besloten is tot de instelling van de ICER en diverse subcommissies. In hoeverre zien deze commissies er op toe dat Europese wet- en regelgeving voldoende en tijdig wordt omgezet in nationaal recht, zo vragen deze leden.

De voorzitter van de commissie,

Van Heemst

De griffier van de commissie,

Pe


XNoot
1

Samenstelling: Leden: Van de Camp (CDA), Biesheuvel (CDA), Swildens-Rozendaal (PvdA), Scheltema-de Nie (D66), Kalsbeek-Jasperse (PvdA), Zijlstra (PvdA), Apostolou (PvdA), Middel (PvdA), Van Heemst (PvdA), voorzitter, Dittrich (D66), ondervoorzitter, Rabbae (GL), Rouvoet (RPF), Van Oven (PvdA), O. P. G. Vos (VVD), Van Wijmen (CDA), Patijn (VVD), De Wit (SP), Ross-van Dorp (CDA), Niederer (VVD), Nicolaï (VVD), Halsema (GL), Weekers (VVD), Van der Staaij (SGP), Wijn (CDA), Brood (VVD).

Plv. leden: Balkenende (CDA), Verhagen (CDA), Wagenaar (PvdA), Van Vliet (D66), Arib (PvdA), Duijkers (PvdA), Kuijper (PvdA), Albayrak (PvdA), Barth (PvdA), De Graaf (D66), Karimi (GL), Schutte (GPV), Santi (PvdA), Van den Doel (VVD), Rietkerk (CDA), Rijpstra (VVD), Marijnissen (SP), Buijs (CDA), Passtoors (VVD), Van Blerck-Woerdman (VVD), Oedayraj Singh Varma (GL), De Vries (VVD), Van Walsem (D66), Eurlings (CDA), Kamp (VVD).

Naar boven