Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2022-2023 | 26448 nr. 694 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2022-2023 | 26448 nr. 694 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 januari 2023
Ouders van kinderen met een ernstige ziekte of aandoening verlenen extra zorg aan hun kind. Dit brengt extra kosten met zich mee. Om ouders tegemoet te komen in deze kosten, krijgen deze ouders de kinderbijslag dubbel uitbetaald: de dubbele kinderbijslag intensieve zorg (hierna: DKIZ). Voor ouders van thuiswonende kinderen van 3 tot 18 jaar met een indicatie op grond van de Wet langdurige zorg, geldt dat er per definitie sprake is van intensieve zorg. Deze kinderen zijn vanwege een aandoening blijvend aangewezen op 24 uur zorg in de nabijheid of op permanent toezicht. Van deze ouders maken naar schatting 1.600 ouders geen aanspraak op hun recht1. Het CIZ beschikt over de gegevens om deze ouders in kaart te brengen om hen gericht per brief te informeren over DKIZ. Maar het CIZ mag deze gegevens niet verwerken voor het beoogde doel: het bestrijden van niet-gebruik van DKIZ. Ik heb, samen met het CIZ en de Minister voor Langdurige Zorg en Sport, besloten dat het CIZ deze brief desalniettemin aan ouders gaat sturen. In deze brief informeer ik uw Kamer over de afwegingen en randvoorwaarden.
Belang voor ouders
De brief aan ouders dient een belangrijk maatschappelijk doel: zorgen dat ouders van een thuiswonend kind met een Wlz-indicatie een tegemoetkoming krijgen in de extra kosten die zij hebben. Sinds 2020 wijst het CIZ alle ouders op DKIZ bij de vaststelling van het recht op zorg op grond van de Wlz. Ouders van kinderen die voor 2020 recht kregen op zorg op grond van de Wlz hebben deze informatie dus niet ontvangen. Daarnaast is het doenvermogen van deze ouders een belangrijk aandachtspunt. Zij moeten, naast de extra zorg voor hun kind, veel regelen; denk aan de vaststelling van een medische diagnose en de (financiële) ondersteuning vanuit de Wlz. Tot slot is van belang dat de gegevensvergelijking binnen de beveiligde omgeving van het CIZ plaatsvindt. Ik vind het belangrijk om juist deze ouders, die al belast zijn met een extra zware zorgtaak en veel extra regelwerk, te helpen aanspraak te maken op de extra financiële ondersteuning van DKIZ.
Ik werk ook aan een wetsvoorstel om DKIZ te vereenvoudigen,2 waarbij tevens wordt voorzien in een wettelijke grondslag voor het CIZ om persoonsgegevens waarover het CIZ beschikt, te gebruiken om ouders te informeren over een mogelijk recht op DKIZ. Wachten met het informeren van ouders tot de inwerkingtreding van het wetsvoorstel vind ik echter onwenselijk, omdat zij dan nog langer DKIZ blijven missen.
Afweging tussen het belang van privacy en financiële ondersteuning
Naast het belang van financiële ondersteuning, geldt ook het belang van privacy voor de ouders en hun kinderen van wie de gegevens verwerkt worden. Om ouders per brief te kunnen informeren, moet het CIZ een vergelijking maken tussen de afgegeven Wlz-indicaties voor kinderen en de positieve adviezen die het CIZ heeft gegeven aan de SVB. Op grond van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) is dit niet toegestaan, omdat het CIZ deze gegevens niet mag verwerken ten behoeve van het bestrijden van niet-gebruik van DKIZ. Door deze gegevensverwerking desondanks uit te voeren, wordt niet in lijn met de AVG gehandeld. Er is dus een dilemma ten aanzien van het belang van financiële ondersteuning en het privacybelang. De uitkomst van de afweging was in eerste instantie om de mailing niet uit te voeren. Hierover heb ik uw Kamer geïnformeerd.3
Zorgvuldige afweging en randvoorwaarden
Omdat ik het een onwenselijke uitkomst vond om de brief aan ouders niet te versturen, heb ik de afgelopen periode nauw samengewerkt met het CIZ. Er hebben verschillende overleggen op bestuurlijk niveau plaatsgevonden en de functionarissen gegevensbescherming (FG’s) van het CIZ, VWS en SZW zijn betrokken. Daarnaast hebben we bezien welke stappen nodig zijn om in dit zeer uitzonderlijke geval beargumenteerd af te wijken van privacywetgeving. Het betreft een eenmalige onrechtmatige verwerking die controleerbaar is door uw Kamer te informeren. De evaluatie van de brief aan ouders en een eventuele herhaling zal plaatsvinden op basis van de grondslag in het wetsvoorstel, dat ik nu voorbereid. Tot slot vind ik het wenselijk om samen met het CIZ de risico’s te dragen van het versturen van de brief zonder wettelijke grondslag. Met CIZ is daarom afgesproken dat SZW degene is die eventuele financiële gevolgen van deze overtreding van privacywetgeving zal dragen. Naast de invulling van de randvoorwaarden weegt mee dat ouders te maken hebben met stijgende prijzen van energie en boodschappen. Dit maakt voor de drie partijen dat het belang van financiële ondersteuning aan ouders zwaarder weegt dan het privacybelang.
Het CIZ verstuurt de brief aan ouders begin februari 2023. Ouders die voor 1 april 2023 de aanvraag DKIZ indienen, ontvangen dan nog voor heel 2023 DKIZ. Deze uitkomst zou niet haalbaar zijn geweest als met het informeren van de ouders zou worden gewacht tot het wetsvoorstel, dat in voorbereiding is, in werking zou zijn getreden. Ik ben blij met deze uitkomst en de zorgvuldige, gezamenlijke afweging.
Ik ben verheugd dat we ouders nu kunnen helpen om aanspraak te maken op de financiële ondersteuning die zij al enige tijd mislopen.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip
Bijlage bij Kamerstuk 34 104, nr. 332: B. Cuelenaere en M.M.L. den Uijl, «Uitvoering Kinderbijslag intensieve zorg», CentERdata, 2020, p. 47.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-26448-694.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.