26 448 Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI)

Nr. 663 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 november 2021

Tijdens de plenaire behandeling van de Verzamelwet SZW 2022 op 11 november jongstleden (Handelingen II 2021/22, nr. 21) heeft het lid Maatoug (GroenLinks) gevraagd of ik versneld kan kijken naar de mogelijkheid om voor mensen boven de 60 jaar geen WIA- of Ziektewet-herbeoordelingen meer te doen. In reactie hierop heb ik aangegeven dat ik in gesprek ben met de sociale partners over de bredere aanpak van het knelpunt rond sociaal-medische beoordelingen en dat ik uw Kamer uiterlijk in het voorjaar over de voortgang zal informeren. Ik heb toegezegd dat ik uw Kamer al voor de begrotingsbehandeling nader zal informeren over de mogelijkheid van het niet meer herbeoordelen van 60-plussers en het proces met de sociale partners. Met deze brief doe ik die toezegging gestand.

Allereerst wil ik nogmaals onderkennen en benadrukken dat er een groot knelpunt ligt dat we moeten oplossen. De vraag naar sociaal-medische beoordelingen bij UWV overstijgt het aanbod en de verwachting is dat deze «mismatch» tussen vraag en aanbod de komende jaren verder zal toenemen. In zijn brief van 9 april van dit jaar heeft de Minister van SZW aangegeven welke maatregelen al in gang zijn gezet door UWV om de toename van de mismatch zoveel mogelijk te beperken. Dit betreft de omslag naar een regiemodel voor sociaal-medische dienstverlening en een effectievere inzet van de verzekeringsarts in de Ziektewet. Daarbij heeft de Minister ook al aangegeven dat aanvullende, ingrijpende keuzes nodig zijn om de mismatch te kunnen oplossen.

Het voorstel om 60-plussers niet meer te herbeoordelen zie ik als een ingrijpende maatregel die zorgvuldige afweging vereist. Er zijn verschillende soorten herbeoordelingen: herbeoordelingen op verzoek van de uitkeringsgerechtigde omdat diens medische situatie is gewijzigd, of op verzoek van diens voormalig werkgever of private verzekeraar, en zogenaamde «professionele» herbeoordelingen op initiatief van UWV. Zoals aangegeven in de brief van 9 april blijft de mogelijkheid voor mensen zelf, voor (ex-)werkgevers en voor verzekeraars om een herbeoordeling aan te vragen, bestaan. Om onnodige druk op herbeoordelingen te verminderen, zet ik in op afspraken met aanvragers over een schriftelijke motivering en onderbouwing van een verzoek om een WIA-herbeoordeling. Dan blijven over de professionele herbeoordelingen. Daarvoor geldt dat UWV ze gericht inzet op logische momenten, bijvoorbeeld na de verwachte einddatum van een medische behandeling. Wanneer er aanleiding voor is, plant UWV een herbeoordeling. Stoppen met zulke herbeoordelingen betekent dat UWV niet meer onderzoekt of iemand in een passende uitkeringsregeling zit, terwijl daar wel aanleiding voor is. Op basis van een eerste verkenning constateer ik dat dit niet alleen mensen betreft die geheel of gedeeltelijk hersteld zijn, maar zeker in de oudere leeftijdsgroepen, ook mensen waarvan UWV na een herbeoordeling vaststelt dat ze een (hogere) IVA-uitkering behoren te krijgen. Stoppen met professionele herbeoordelingen zou dus ingrijpende gevolgen kunnen hebben voor mensen, en is derhalve een maatregel die ik in overleg met de directe belanghebbenden – werkgevers en werknemers – verder wil verkennen.

Meer praktisch heb ik vastgesteld dat de huidige wet geen ruimte biedt om leeftijdsgrenzen te hanteren in het beoordelingsbeleid van UWV. Als wij met elkaar zouden concluderen dat een dergelijke maatregel wenselijk is, dan vereist dat dus een wetswijziging. Daarmee kan een dergelijke maatregel niet al op zeer korte termijn verlichting bieden voor de werkdruk bij UWV en het inlopen van achterstanden in de sociaal-medische beoordelingen. Op termijn zou een dergelijke maatregel de mismatch tussen vraag en aanbod van sociaal-medische beoordelingen kunnen verminderen met naar schatting maximaal 4 procent, zoals geraamd door Gupta Strategists in het traject sociaal-medisch beoordelen van SZW, UWV en de Nederlandse Vereniging van Verzekeringsgeneeskunde (NVVG).1 Ik ben in gesprek met UWV om dit preciezer in kaart te brengen. Een dergelijke maatregel kan op termijn dus enige verlichting bieden, maar er zullen nog altijd ingrijpende, aanvullende maatregelen nodig zijn om het knelpunt bij de sociaal-medische beoordelingen op te lossen.

Samenvattend: het niet meer herbeoordelen van 60-plussers kan op termijn verlichting bieden, maar raakt werkgevers en werknemers. Dit vereist een zorgvuldige weging, waar ik eerst met de sociale partners over in gesprek wil. In het voorjaar van 2022 informeer ik u over de uitkomsten hiervan. Gegeven de opgave waar we voor staan wil ik graag een zorgvuldige afweging maken welke maatregelen we nemen om de werkdruk bij UWV blijvend te verlagen en de mismatch bij de sociaal-medische beoordelingen structureel en volledig op te lossen.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, A.D. Wiersma


X Noot
1

Kamerstuk 26 448, nr. 645

Naar boven