Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 juli 2014
Op 27 mei jl. werd door nieuwsdienst de Stentor een «Zwartboek UWV» aan uw Kamer aangeboden.
Uw Kamer heeft mij verzocht daar schriftelijk op te reageren. Hierbij ontvangt u mijn
reactie.
Het door de Stentor aangeboden «Zwartboek UWV» maakt gewag van misstanden in de uitvoering
van UWV. Dit Zwartboek bevat een verzameling van uiteenlopende ervaringen van (voormalige)
klanten van UWV. Het betreft onder meer klachten over harde of onduidelijke regels,
snel opgelegde boetes, strenge medische keuringen en het gevoel dat UWV klanten onvoldoende
helpt om weer aan het werk te komen.
Zoals uw Kamer weet ben ik niet in de positie om in te gaan op individuele gevallen,
maar vanzelfsprekend neem ik en neemt UWV deze kritiek ter harte en zal UWV bezien
welke verbeterpunten aan de klachten zijn te ontlenen.
UWV heeft als uitvoerder van de socialezekerheidswetten een belangrijke maatschappelijke
rol. Hierbij hanteert UWV de uitgangspunten zoals die in die wetten zijn vastgelegd.
Deze wetten brengen echter ook verplichtingen met zich mee. Zo bestaat in het algemeen
de regel dat mensen in de WW vier sollicitatieactiviteiten per vier weken moeten verrichten.
Als er geen recht op uitkering is, mag en zal UWV deze niet verstrekken. Ook al is
de situatie waarin de klant zich bevindt nog zo vervelend. Ik ben me ervan bewust
dat dit allerlei emoties kan oproepen.
Uit een deel van de in het Zwartboek verzamelde reacties blijkt dat mensen meer hulp
en ondersteuning verwachten dan UWV als gevolg van kabinetskeuzes omtrent soberdere
sociale voorzieningen kan bieden. Dit ontslaat UWV niet van de verplichting om zijn
klanten te allen tijde correct te bejegenen. Het is van belang dat mensen op een goede
manier met UWV kunnen communiceren. De kwaliteit van uitvoering en de klanttevredenheid
over de (digitale) dienstverlening van UWV is dan ook een doorlopend onderwerp van
gesprek tussen mijzelf en UWV. UWV zal het Zwartboek bestuderen om te bezien welke
lessen hier uit te trekken zijn en deelt dit met mijn ministerie. Aangezien de in
het Zwartboek opgenomen klachten geanonimiseerd zijn, is het echter niet mogelijk
om de achtergronden te onderzoeken en vervolgacties te ondernemen op individuele klachten.
Wel is UWV onlangs gestart met een actie om de communicatie met klanten verder te
verbeteren. Hierbij wordt vooral gekeken naar de gehanteerde «tone of voice».
Een deel van de passages uit het Zwartboek richt zich op de uitvoering van de «Wet
aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving» die sinds 1 januari 2013 in
werking is getreden. Uw Kamer en ik hebben in zowel het 30-ledendebat van 27 mei jl.
als tijdens het Algemeen Overleg Handhaving van 25 juni jl. over het eerste jaar van
de uitvoeringspraktijk van o.a. het UWV gesproken. Ik heb uw Kamer in deze debatten
toegezegd om in het najaar – voor 1 oktober – te komen met een concrete uitwerking
van de maatregelen die ik al eerder in mijn monitorbrief van 26 mei jl. heb aangekondigd
en daarbij de overweging over mogelijke aanpassing van de wet te betrekken. Door uw
Kamer is de (gewijzigde) motie van de Kamerleden Heerma en Van Weyenberg aangenomen.
Ik zal in de toegezegde uitwerking de punten uit de motie meenemen.
Tenslotte vraag ik graag aandacht voor de bestaande kanalen voor klanten die problemen
ondervinden in de contacten met UWV. Klanten die vragen hebben over een beslissing
of over de dienstverlening kunnen daarover in gesprek gaan met UWV om samen naar een
oplossing te zoeken. Klanten die het alsnog niet eens zijn met een beslissing van
UWV, kunnen vervolgens een bezwaar indienen en bij de rechtbank in beroep gaan. Klanten
die ontevreden zijn over de dienstverlening van UWV kunnen een klacht indienen. Wanneer
zij zich niet gehoord voelen met hun klacht, kunnen zij zich ook nog tot de Nationale
ombudsman wenden. UWV heeft regelmatig overleg met de Nationale Ombudsman omtrent
de behandeling van klachten en welke lessen uit de aard van de klachten te trekken
zijn in relatie tot de werkwijze van UWV. Overigens constateert de Nationale ombudsman
in zijn jaarverslag van 2013 dat hij 12% minder klachten heeft ontvangen over UWV
dan in 2012. Dit ondanks een stijging van het aantal uitkeringen in 2013.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher