26 448
Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI)

29 855
Bemiddeling en reïntegratie van werklozen

nr. 187
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 februari 2005

Tijdens het algemeen overleg op 26 januari jl. heb ik toegezegd u voor 1 februari 2005 een overzicht te geven van de geschetste lijnen en de follow-up van de onderwerpen die in het kader van de behandeling van het rapport van de Algemene Rekenkamer «bemiddeling en reïntegratie van werklozen», de evaluatie van de IRO en het beleid met betrekking tot startende zelfstandigen aan de orde is geweest. Via deze brief doe ik, mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, deze toezegging gestand.

Bij de bespreking van het Rekenkamerrapport kwam de bezorgdheid van de Kamer over de effectiviteit en de doelmatigheid van reïntegratie-activiteiten naar voren. Ik heb de Kamer meegedeeld dat de staatssecretaris en ik die zorg onderschrijven. CWI en UWV zijn als zbo's zelf verantwoordelijk voor de (kwaliteit van hun) werkprocessen. Als bewindspersonen van SZW dragen wij de eindverantwoordelijkheid voor de geleverde prestaties en geldt uiteraard onze systeemverantwoordelijkheid, ook voor de keten.

Hierna zal ik ingaan op de tijdens het algemeen overleg besproken onderdelen van het Rekenkamerrapport.

1. De aansturing van en verantwoording door UWV en CWI via prestatie-indicatoren

2. De dienstverlening door UWV en CWI

3. De ketenbenadering

4. Effectiviteit van reïntegratie en werking van de reïntegratiemarkt

Ad 1 De aansturing van en verantwoording door UWV en CWI

De uitvoeringsorganen hebben de verantwoordelijkheid efficiënt en effectief om te gaan met de beschikbare reïntegratiemiddelen. Het afleggen van verantwoording door de SUWI-zbo's concentreert zich rond een afgesproken set van prestatie-indicatoren. De prestaties op het gebied van bemiddeling en reïntegratie maken deel uit van deze set. De Algemene Rekenkamer concludeert dat er nog weinig inzicht zou zijn in de door CWI en UWV geleverde inspanningen. Ik merk op dat binnen het kader van de cyclus van controle en verantwoording met de zbo's afspraken zijn gemaakt over de set van prestatie-indicatoren. Ieder kwartaal leggen de SUWI-zbo's hierover verantwoording af in hun kwartaalverslagen. Deze verslagen vormen belangrijke input voor de aansturing van de zbo's. Op dit moment wordt de huidige set van prestatie-indicatoren, in samenwerking met de SUWI-zbo's en met inachtneming van de aanbevelingen van het Rekenkamerrapport en de opmerkingen van de Kamerleden, geëvalueerd en verder verbeterd. De aangepaste set van prestatie-indicatoren wordt opgenomen in de meibrieven aan de zbo's, die dienen als kaders voor de jaarplannen van 2006. De ketenpartners UWV, CWI, VNG en Divosa hebben in het ketenprogramma «Mensen aan het werk» ook ketenprestatie-indicatoren opgenomen (ketenpreventiequote en ketenuitstroomquote), waarover zij vanaf het 1e kwartaal van 2005 zullen rapporteren. Ook deze laatste indicatoren komen in de meibrief aan de zbo's, waarvan de Kamer een afschrift ontvangt.

Ad 2 Dienstverlening door CWI en UWV

Klantgerichtheid is één van de prestatie-indicatoren van de zbo's. Klantgerichtheid betekent ook het leveren van maatwerk. Voor werkzoekenden van wie verwacht mag worden dat zij binnen een periode van 6 maanden weer een baan kunnen vinden, levert CWI een pakket basisdienstverlening. Ook een beknopte sollicitatiecursus kan daartoe behoren. Iedere cliënt wordt daarover bij zijn inschrijving geïnformeerd. Cliënten die vanwege hun afstand tot de arbeidsmarkt meer ondersteuning bij het vinden van een baan nodig hebben, worden overgedragen aan UWV. UWV beoordeelt in overleg met de cliënt welke ondersteuning nodig is. Aldus wordt zo veel mogelijk maatwerk geleverd, waarbij de komst van de IRO een belangrijke ontwikkeling is. De reïntegratiecoach van UWV vervult hierin een spilfunctie, bij wie de cliënt terecht kan als zaken niet lopen zoals zou moeten.

Ad 3 De ketenbenadering

Hierbij spelen in onze optiek twee zaken:

a. De samenwerking tussen de ketenpartners en de werking van de keten: Ik ben het met de Kamer eens dat voor een goede uitvoering van het reïntegratiebeleid een optimale samenwerking in de keten noodzakelijk is. Dit wordt ook door de ketenpartners onderkend. In het door hen opgestelde ketenprogramma «Mensen aan het werk» wordt toegewerkt naar een parallelle dienstverlening en het accent wordt gelegd op de regionale/lokale aanpak. Binnen de keten wordt thans bestudeerd of en in hoeverre een overdrachtsrapportage het reïntegratieadvies kan vervangen.

b. ICT: Een ander zorgpunt van de leden van de vaste commissie is in dit verband ICT, in het bijzonder het ontbreken van een cliëntvolgsysteem in de keten. De staatssecretaris heeft in het algemeen overleg gemeld dat ten aanzien van de ICT een Expertcommissie (de heren Keller, Van Lunteren en Groen) is gevraagd in beeld te brengen hoe de informatievoorziening en elektronische dienstverlening in de keten verbeterd kan worden. De commissie betrekt daarbij de ketenpartners, waarbij ook de onderhavige problematiek aan de orde komt.

Ad 4 Effectiviteit van reïntegratie en werking van de reïntegratiemarkt

Tijdens het algemeen overleg heb ik opgemerkt dat de zbo's als gevolg van de invoering van SUWI in een ingrijpende reorganisatie zijn verwikkeld. Tegelijkertijd is een private markt voor reïntegratie gevormd. Deze ingrijpende operatie is nog in volle gang en vergt vooral voor UWV de komende jaren nog veel inspanningen. Dit heeft gevolgen voor de resultaten die wij mogen verwachten, ook op het vlak van reïntegratie. Bij gelegenheid van de evaluatie van SUWI in 2006 – en voor dit onderdeel ook de evaluatie van de reïntegratiemarkt in 2006 – wordt gekeken wat de stand van zaken is en welke stappen nog moeten worden gezet om de uitvoering verder te verbeteren. Vanzelfsprekend zullen waar nodig vooruitlopend op die evaluatie reeds stappen worden gezet om bepaalde processen op bijvoorbeeld het terrein van de reïntegratiemarkt te versnellen of te verbeteren. In dat verband noemde de staatssecretaris ook de wijziging in de aanbestedingsregels (afschaffing van de aanbestedingsverplichting in SUWI, langduriger contracten). Medio dit jaar wordt uw Kamer nader geïnformeerd over de werking van de reïntegratiemarkt, waarbij tevens ingegaan zal worden op de verplichte uitbesteding voor gemeenten, de transparantie van de markt en de stand van zaken met betrekking tot de certificering van reïntegratiebedrijven (motie Huizinga-Heringa).

Wat betreft het meten van de effectiviteit van reïntegratie-inspanningen heeft de staatssecretaris er reeds in het algemeen overleg op gewezen dat dit lastig is. Ook onderzoekers vinden het moeilijk in beeld te brengen wat de effectiviteit van reïntegratie-inspanningen is. Dit geldt zowel voor de individuele reïntegratie-instrumenten als voor het geheel aan reïntegratieactiviteiten. Sturing op de reïntegratiemarkt gebeurt via de opdrachtgevers voor reïntegratie. Zij moeten de publieke middelen efficiënt besteden. UWV werkt in samenwerking met BOREA en de LCR aan de totstandkoming van een scholingsprotocol, dat in februari gereed is. Ik zal de Kamer daarover informeren.

De evaluatie van de IRO

Ik heb de Kamer toegezegd dat ik in de zomer van 2005 de volgende evaluatie van de IRO zal toezenden. Voorts heb ik toegezegd schriftelijk te zullen ingaan op de vraag over het subjectieve karakter van één van de indicatoren (mantelzorg) in het protocol moeilijk plaatsbaren. Ik zal u in mijn brief daarover in februari informeren.

Het beleid met betrekking tot de startende zelfstandigen

Ik heb u geïnformeerd over het feit dat mijn departement samen met het departement van Economische Zaken integraal in beeld brengt wat de belemmeringen en succesfactoren zijn voor het starten van een bedrijf vanuit een uitkering. De Kamer wordt hierover nog voor het zomerreces geïnformeerd. Daarbij zal ik ook ingaan op de wijze waarop moet worden omgegaan met de oriëntatietermijn van 3 maanden in de WW-situatie.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. J. de Geus

Naar boven