26 448
Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI)

23 972
Bestrijding (langdurige) werkloosheid

nr. 168
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 december 2004

Met uw brief van 28 september (SZW0400511) attendeert u mij op de vragen die M'barek Ben Addi, directeur van STEW advies en training kleinbedrijf, stelt over het starten als zelfstandige vanuit een uitkeringspositie. Volgens de directeur van STEW is het moeizaam om als zelfstandige te starten vanuit de WW en zijn de mogelijkheden om hierbij ondersteund te worden ingeperkt. Deze mogelijkheden worden mede ingeperkt door het aflopen van het WW-experiment «inkomstenkorting voor zelfstandigen».

Per brief van 3 juli 2003 (SZW0300444) heb ik u geïnformeerd over de evaluatie van de WW-experimenten, waar het WW-experiment «inkomstenkorting startende zelfstandigen» onderdeel van uit maakt. Met betrekking tot het experiment inkomstenkorting startende zelfstandigen werd door de onderzoekers geconcludeerd dat het experiment te ingewikkeld is en de doelgroep weinig belangstelling heeft voor dit experiment. Op basis van de conclusies van de onderzoekers heb ik u gemeld dat het experiment afloopt conform de wettelijke termijn, waarover op 24 september 2003 (26 448/23 972, nr. 89) ik met u een Algemeen Overleg heb gevoerd.

Volgens het rapport «Starten van een onderneming» van de werkgroep Beter Bestuur voor Burgers en Bedrijf (B4, januari 2004) spelen de huidige faciliteiten voldoende in op het ondersteunen van WW'ers die willen starten als zelfstandige. Ook het EIM-onderzoek «Ga direct naar een standaard reïntegratietraject, ga niet langs start» (september 2004) stelt dat het bestaande instrumentarium toereikend is.

Voor de WW'er die wil starten als zelfstandige zijn de volgende instrumenten beschikbaar:

1. Reïntegratietraject

Met een reïntegratietraject kan begeleiding ingekocht worden bij een reïntegratiebedrijf, gespecialiseerd in het begeleiden van uitkeringsgerechtigden naar zelfstandig ondernemerschap. Zo kan met een reïntegratiebedrijf de haalbaarheid onderzocht worden van het eigen bedrijf en kan het reïntegratiebedrijf begeleiding bieden bij het schrijven van het ondernemersplan.

2. Oriëntatiefase

De oriëntatiefase is een periode van maximaal drie maanden waarin het UWV toestaat dat men met behoud van uitkering mag onderzoeken of een eigen bedrijf kans van slagen heeft. Dit instrument is vergelijkbaar met de functie van een proefplaatsing.

3. Parttime bedrijfsstart

Een parttime bedrijfsstart is vrij gebruikelijk onder zelfstandige starters; in veel gevallen is er ook in het begin niet voldoende werk om een hele week mee te vullen. Een mogelijkheid is dat de WW'er parttime voor 2 dagen als zelfstandige werkt, en dat voor deze uren de WW stopgezet kan worden, en dat hij de overige dagen in de WW verblijft.

4. Bijstand

Als er gestart wordt vanuit een werkloosheidssituatie, dus ook WW, kan er ondersteuning vanuit de gemeente plaatsvinden op grond van het Bbz (Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004). De gemeente moet dan wel van mening zijn dat het een levensvatbaar bedrijf betreft. Indien de gemeente dit oordeel heeft, kan er een inkomensondersteuning en kredietondersteuning vanuit de gemeente plaatsvinden.

5. Herlevingstermijn binnen 1½ jaar

Betrokkene heeft gedurende anderhalf jaar de mogelijkheid om, indien zelfstandig ondernemerschap niet succesvol blijkt, terug te keren in de WW. De oude WW-rechten herleven dan.

Het Kabinet is van mening dat alle mogelijkheden om te starten als zelfstandige vanuit een uitkeringssituatie moeten worden benut. Vandaar dat het Kabinet voortdurend beleidsinstrumenten inventariseert en onderzoekt om dit beleid te ondersteunen en te verbeteren. Met betrekking tot het starten als zelfstandige wordt op ambtelijk niveau tussen mijn ministerie en het Ministerie van Economische Zaken samengewerkt. Dit blijkt uit het verschijnen van de Kabinetsnotitie «Starten van een onderneming» dat op 14 april 2004 (28 775, nr. 4) aan de Kamer is aangeboden. In samenwerking met het UWV bezie ik momenteel of er nog meer mogelijkheden zijn om vanuit een uitkeringssituatie te starten als zelfstandige.

De directeur van Stew maakt tevens een opmerking over de wijze waarop over het stopzetten van het experiment is gecommuniceerd. Ik heb u hierboven al aangegeven op welke wijze ik gecommuniceerd heb over het niet verlengen van het experiment. Daarnaast staat er in de wetgeving beschreven dat het experiment stopt op uiterlijk 28 maart 2005 en dat deelnemers konden instromen tot 28 september 2004, of dat het experiment stopt na afloop van het kwartaal volgend op het kwartaal waarin de 1000 deelnemers wordt bereikt. Dit aantal werd in maart van dit jaar bereikt en derhalve is het experiment van rechtswege gestopt per 1 juli jl.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. J. de Geus

Naar boven