nr. 1
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
's-Gravenhage, 19 maart 1999
Conform eerder gedane toezegging aan de Tweede Kamer bied ik u hierbij
de nota «Op weg naar een nieuw evenwicht tussen arbeid en zorg» aan.
In deze nota worden ter uitvoering van het regeerakkoord voorstellen gedaan
die moeten leiden tot betere mogelijkheden om arbeid en zorg te combineren.
Het gaat daarbij onder meer om het bundelen, het uitbreiden en het flexibiliseren
van verlofrechten. In het regeerakkoord staat dat de bestaande wettelijke
verlofregelingen in één wettelijk kader ondergebracht moeten
worden. Daarnaast zijn er voorstellen voor fiscale maatregelen die het sparen
van verlof mogelijk maken en voorstellen voor een beter evenwicht tussen arbeid
en zorg voor alleenstaande ouders in de bijstand.
Het kabinet reageert met de voorgenomen fiscale maatregelen voor het verlofsparen
tevens op de motie van de leden Schimmel en Noorman-den Uijl (Tweede Kamer
1998/99 26 200 XV, nr. 40).
De nota doet een aantal concrete voorstellen, zonder op alle onderwerpen
al met een uitgewerkt standpunt te komen. Sociale partners, individuele werkgevers
en werknemers, de vrouwenbeweging en groepen van uitkeringsgerechtigden zullen
bij de inrichting van de flexibelere organisatie van de betaalde arbeid betrokken
worden. Zij kunnen aangeven op welke wijze en onder welke voorwaarden het
nieuwe evenwicht tussen arbeid en zorg het beste gestalte kan krijgen. Het
kabinet wil daarom eerst de reacties van het veld afwachten alvorens met een
concrete uitwerking te komen. Bij brief van heden heb ik de nota dan ook voor
een reactie voorgelegd aan de Stichting van de Arbeid, de Raad voor het Overheidspersoneels-beleid,
de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling, de Stichting Sjakuus, de VNG,
DIVOSA, de Vrouwenalliantie voor economische zelfstandigheid en herverdeling
van arbeid, E-Quality, experts in gender en etniciteit.
Ik heb hen gevraagd voor 1 juni a.s. met een reactie te komen.
Uiteraard stel ik het op prijs om met uw Kamer van gedachten te wisselen
over de nota. Ik wacht de procedurevoorstellen daarvoor af.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
A. E. Verstand-Bogaert