26 447
Arbeid en zorg

nr. 1
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 19 maart 1999

Conform eerder gedane toezegging aan de Tweede Kamer bied ik u hierbij de nota «Op weg naar een nieuw evenwicht tussen arbeid en zorg» aan.

In deze nota worden ter uitvoering van het regeerakkoord voorstellen gedaan die moeten leiden tot betere mogelijkheden om arbeid en zorg te combineren.

Het gaat daarbij onder meer om het bundelen, het uitbreiden en het flexibiliseren van verlofrechten. In het regeerakkoord staat dat de bestaande wettelijke verlofregelingen in één wettelijk kader ondergebracht moeten worden. Daarnaast zijn er voorstellen voor fiscale maatregelen die het sparen van verlof mogelijk maken en voorstellen voor een beter evenwicht tussen arbeid en zorg voor alleenstaande ouders in de bijstand.

Het kabinet reageert met de voorgenomen fiscale maatregelen voor het verlofsparen tevens op de motie van de leden Schimmel en Noorman-den Uijl (Tweede Kamer 1998/99 26 200 XV, nr. 40).

De nota doet een aantal concrete voorstellen, zonder op alle onderwerpen al met een uitgewerkt standpunt te komen. Sociale partners, individuele werkgevers en werknemers, de vrouwenbeweging en groepen van uitkeringsgerechtigden zullen bij de inrichting van de flexibelere organisatie van de betaalde arbeid betrokken worden. Zij kunnen aangeven op welke wijze en onder welke voorwaarden het nieuwe evenwicht tussen arbeid en zorg het beste gestalte kan krijgen. Het kabinet wil daarom eerst de reacties van het veld afwachten alvorens met een concrete uitwerking te komen. Bij brief van heden heb ik de nota dan ook voor een reactie voorgelegd aan de Stichting van de Arbeid, de Raad voor het Overheidspersoneels-beleid, de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling, de Stichting Sjakuus, de VNG, DIVOSA, de Vrouwenalliantie voor economische zelfstandigheid en herverdeling van arbeid, E-Quality, experts in gender en etniciteit.

Ik heb hen gevraagd voor 1 juni a.s. met een reactie te komen.

Uiteraard stel ik het op prijs om met uw Kamer van gedachten te wisselen over de nota. Ik wacht de procedurevoorstellen daarvoor af.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. E. Verstand-Bogaert

Naar boven