nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP \ {VOOR
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal}
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet tot wijziging
van de Wet op de Europese ondernemingsraden (uitbreiding van de werkingssfeer
tot het Verenigd Koninkrijk). De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel
vergezelt, bevat de gronden waarop het rust. En hiermede bevelen Wij U in
Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
19 maart 1999
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is uitvoering
te geven aan de richtlijn nr. 97/74/EG van de Raad van de Europese Unie van
15 december 1997, betreffende de uitbreiding tot het Verenigd Koninkrijk van
Richtlijn 94/45/EG inzake de instelling van een Europese ondernemingsraad
of van een procedure in ondernemingen of concerns met een communautaire dimensie
ter informatie en raadpleging van de werknemers, en dat het daartoe nodig
is de Wet op de Europese ondernemingsraden te wijzigen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Wet op de Europese ondernemingsraden wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1, eerste lid, onderdeel a, vervalt: «, met uitzondering
van het Verenigd Koninkrijk».
B
Aan artikel 24 wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:
4. Dit artikel is van overeenkomstige toepassing op een communautaire
onderneming of groep, die met ingang van 15 december 1999 onder de werking
van deze wet zou komen te vallen uitsluitend als gevolg van het gaan gelden
van de richtlijn voor het Verenigd Koninkrijk, maar die op die datum partij
is bij een of meer in werking getreden overeenkomsten als bedoeld in het eerste
lid.
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking met ingang van 15 december 1999. Indien het
Staatsblad, waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 14 december
1999, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst, en werkt zij terug tot en met
15 december 1999.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,