26 442
Veteranenziekte

nr. 28
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 april 2007

Op 27 oktober 2006 heeft kamerlid Van Lith (CDA) vragen gesteld over risico’s van Legionella in koeltorens. Bij de beantwoording van vraag 5 is door de Minister van SZW het volgende opgemerkt: «De veronderstelling was dat met de arbeidsomstandighedenregelgeving en het toezicht door de Arbeidsinspectie ter bescherming van de werknemers ook de bescherming van de volksgezondheid en leefomgeving zou zijn geregeld. Naar aanleiding van de uitbraak in Amsterdam beziet de Staatssecretaris van VROM of aanvullende maatregelen nodig zijn ter bescherming van de omgeving en zal u hierover voor 1 maart 2007 informeren» (Tweede Kamer, vergaderjaar 2006–2007, Aanhangsel 339).

Om deze toezegging gestand te doen heeft overleg plaatsgevonden tussen de ministeries van VROM, SZW en VWS waarbij het onderstaande is vastgesteld en afgesproken.

Vastgesteld is dat met enkel de arbeidsomstandighedenwetgeving de veiligheid van de omgeving onvoldoende geborgd is. In de eerste plaats wordt geconstateerd dat het relatieve risico van legionellose binnen het totaal aan arbeidsomstandighedenrisico’s zeer laag is. Dit vertaalt zich noodgedwongen naar een lage prioriteit binnen het toezicht door de Arbeidsinspectie. Bovendien spreekt de arbeidsomstandighedenwetgeving werkgever aan en is in bepaalde situaties geen werkgever aanspreekbaar. Dit doet zich bijvoorbeeld voor bij koeltorens op woongebouwen en bedrijfsverzamelgebouwen. Dit houdt in dat aanvullende maatregelen ter bescherming van de omgeving noodzakelijk zijn.

In lijn met het kabinetsbeleid is er niet voor gekozen aanvullende of nieuwe regelgeving te ontwikkelen, maar wordt aansluiting gezocht bij bestaande regelgeving. Vastgesteld is dat de Wet milieubeheer (Wm) mede van toepassing is op risico’s voor de omgeving die het gevolg kunnen zijn van het in gebruik hebben van natte koeltorens. De Wm biedt aldus mogelijkheid om door middel van vergunningen en algemene regels voorschriften te stellen om het risico te voorkomen dan wel zo veel mogelijk te beperken.

Wel moet worden geconstateerd dat bevoegde instanties in het kader van de Wm tot nu toe nog zeer beperkt aandacht hebben besteed aan de legionellaproblematiek, omdat men ervan uitging dat de arbeidsomstandighedenwetgeving dit onderwerp regelt.

Nu gebleken is dat de arbeidsomstandighedenwetgeving niet in alle situaties afdoende bescherming biedt is een actievere opstelling in het kader van de Wm vereist. Bij vergunningplichtige bedrijven kunnen zo nodig de Wm-vergunningen worden aangevuld met voorschriften betreffende legionellapreventie. Daar waar algemene regels op grond van de Wm gelden kan worden gewezen op de zorgplichtbepaling die onderdeel uitmaakt van deze algemene regels. De algemene regels op grond van de Wm worden op dit moment in kader van de herijking van de VROM-regelgeving vernieuwd. Het in voorbereiding zijnde Besluit Algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (activiteitenbesluit), waarvan een ontwerp voor inspraak is gepubliceerd in de Staatscourant 2006, nr. 124, bevat evenals de nu geldende algemene regels een zorgplichtbepaling, die mede betrekking heeft op de bescherming van de omgeving tegen legionellarisico’s van koeltorens. Het activiteitenbesluit wordt binnenkort voor advies aan de Raad van State gezonden. Om een nadere invulling te geven aan genoemde zorgplichtbepaling, waar het gaat om natte koeltorens, zal in de Nota van Toelichting verwezen worden naar het op dit moment bestaande Arbo-Informatieblad AI-32 Legionella (ISBN 9012099536), waarin gedrags- en beheersregels voor natte koeltorens nader zijn uitgewerkt. Wat betreft de te treffen maatregelen zij nog aangetekend dat, indien de arbeidsomstandighedenwetgeving van toepassing is en de werkgever de daaruit voortvloeiende verplichtingen adequaat invult, de milieuwetgeving niet tot het nemen van aanvullende maatregelen ter bescherming van de omgeving noodzaakt.

Op grond van het Arbo-Informatieblad kan de eigenaar van een natte koeltoren verantwoord invulling geven aan zijn zorgplicht. Overigens is het Arbo-informatieblad geen wetgeving, maar een private handreiking voor werkgevers. Het Arbo-informatieblad bevat informatie over hoe het beheer en het onderhoud van een koeltoren kan worden uitgevoerd teneinde legionellabesmetting te voorkomen. Deze werkwijze kan ook worden gehanteerd in situaties waarin de arbeidsomstandighedenwetgeving niet geldt.

Samenvattend kan worden gesteld dat werknemers tegen legionellabesmetting beschermd dienen te worden op grond van de arbeidsomstandighedenwetgeving (toezichthouder Arbeidsinspectie) en dat de omgeving beschermd dient te worden op grond van de milieuwetgeving door middel van vergunningvoorschriften en algemene regels, waarbij het bevoegd gezag Wm (veelal de gemeente) toezichthouder is. Arbeidsinspectie en gemeenten kunnen eventueel onderling afspraken maken over de efficiënte uitvoering van het toezicht.

Voor een adequaat beheer van natte koeltorens is het verder van belang dat verantwoordelijken kunnen terugvallen op betrouwbare en professionele dienstverlening. Met de branche van installatie- en onderhoudsbedrijven zal de mogelijkheid van een erkenningsregeling voor zijn leden worden onderzocht.

Algemeen wordt ook de wenselijkheid van registratie van koeltorens onderschreven. Voor het uitvoeren van het toezicht en het nemen van snelle en adequate maatregelen in geval van een uitbraak is kennis over de locaties van koeltorens immers van groot belang. Gemeenten zullen dan ook worden geadviseerd om koeltorens te gaan registreren.

Het ministerie van VROM zal contact opnemen met de VNG en aandacht vragen voor zowel de toepasselijkheid van de Wm als voor het belang van een registratie van koeltorens. Het is niet de bedoeling deze registratie verplicht op te leggen aan gemeenten. In het overleg met de VNG zal worden bekeken in hoeverre het rijk kan faciliteren. Mocht onverhoopt blijken dat registratie op vrijwillige basis onvoldoende van de grond komt dan zal de mogelijkheid van verplichte registratie worden heroverwogen.

Met bovenstaande acties wordt het huidige beleid aangescherpt met als doel te voorkomen dat de omgeving met legionellabacteriën uit natte koeltorens besmet wordt. Door de voorgestelde registratie worden gemeenten en GGD’s beter in staat gesteld om bij het ontdekken van legionellabesmettingen de bron snel te achterhalen en de oorzaak van de besmetting weg te nemen.

In het bovenstaande wordt ervan uitgegaan dat binnen de algemene regels op grond van de Wm de zorgplichtbepaling voldoende basis biedt om risico’s van legionellabesmetting voor de omgeving aan te pakken. Mocht blijken dat dit niet het geval is, dan bestaat de mogelijkheid om expliciete voorschriften voor natte koeltorens alsnog op te nemen in het activiteitenbesluit. Ik ben gelet hierop voornemens om vóór 1 januari 2010 de hier voorgestelde aanpak te evalueren. Daarbij zal ik ook nagaan of de registratie op vrijwillige basis afdoende is.

Het risico van legionellose treedt overigens alleen op bij natte koeltorens. Technische alternatieven in de vorm van zogenoemde «droge koeltorens», die echter andere nadelen hebben waaronder een hoger energiegebruik, zijn mogelijk. Op grond van de huidige inzichten is het daarom niet mogelijk een voorkeur aan te geven voor droge dan wel natte koeltorens.

De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. M. Cramer

Naar boven