Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2006-2007 | 26431 nr. 93 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2006-2007 | 26431 nr. 93 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 oktober 2006
Op 24 oktober jl. is door de Tweede Kamer gestemd over de ingediende moties met betrekking tot de pkb Derde Nota Waddenzee. Hierop aansluitend heb ik de pkb Derde Nota Waddenzee aangepast. Bij deze bied ik u, mede namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de Minister van Verkeer en Waterstaat en de Minister van Economische Zaken, het aangepaste deel 3 «a» aan (kamerstuk 26 431, nr. 94). In deze aangepaste nota heb ik de aangenomen moties verwerkt en recht gedaan aan de in het debat gedane toezeggingen. Tevens heb ik een aantal benodigde wijzigingen naar aanleiding van de kamerbehandeling verwerkt. In deze brief geef ik per aangenomen motie en per gedane toezegging aan waar in de nota de wijziging is doorgevoerd. Tevens heb ik, zo nodig, de wijze van verwerking met een korte beschrijving toegelicht.
De in het deel 3 opgenomen Nota van Toelichting bevatte een inhoudelijke toelichting op de notateksten. Stemming vindt uitsluitend plaats over de pkb-tekst, zonder de toelichting. De Nota van Toelichting maakt dan ook geen onderdeel meer uit van het voorliggende deel 3a. Hetzelfde geldt voor de Nota van Verantwoording. Die was als bijlage in deel 3 opgenomen en lichtte de wijzigingen ten opzichte van de eerdere beleidsvoornemens toe. Voor dit deel 3a is deze verantwoording niet meer relevant.
Bij de uitvoering van de pkb Derde Nota Waddenzee en de in dat kader uit te voeren acties, zal het kabinet vanzelfsprekend uitgaan van het beleid zoals dat na de kamerbehandeling geldt. Een belangrijk element van de uitvoering is gelegen in het door het Regionaal College Waddengebied op te stellen Beheer- en Ontwikkelingsplan Waddengebied.
Voor alle duidelijkheid wijs ik er op dat ik de pkb Derde Nota Waddenzee heb gewijzigd naar aanleiding van aangenomen moties en gedane toezeggingen. Daarnaast heb ik nog een enkele technische correctie doorgevoerd. In paragraaf 2 van deze brief licht ik de verwerking van de aangenomen moties in de nota toe. De verwerking van de gedane toezegging en de technische correctie licht ik toe in paragraaf 3 van deze brief.
– Gewijzigde motie nr. 71 van de leden Atsma en Snijder-Hazelhoff over uitbreiding havens Waddeneilanden
De amenderende motietekst heb ik overgenomen in paragraaf 3.2 onderdeel h. Doordat ook motie nr. 75 een amenderende tekst bevat over ditzelfde onderdeel, heb ik voor de leesbaarheid aan de toegevoegde tekst in de concrete beleidsbeslissing (cbb) ook de woorden: «Tevens wordt .....» toegevoegd. Eveneens is vanwege deze samenhang van de moties de passage «Voor de uitzonderingen geldt dat dit moet passen binnen het afwegingskader van deze pkb» opgenomen aan het eind van de alinea.
In de motie is bij de gevraagde uitzondering voor beperkte zeewaartse uitbreiding van de recreatiehavens op de Waddeneilanden een koppeling gelegd met het nog op te stellen convenant recreatievaart dat een integrale visie zal bevatten. De integrale visie zal richtinggevend zijn voor genoemde uitzondering.
Vanwege consistentie heb ik aan de alinea direct aansluitend op de cbb toegevoegd: «...., buiten de genoemde uitzonderingen, .....».
Eveneens heb ik vanwege consistentie deze uitzondering toegevoegd onder 3.2i, in de vorm van de volgende toegevoegde tekst: «– de onder 3.2.h. in deze pkb benoemde uitzonderingen op zeewaartse havenuitbreiding.» Ik wil dit graag toelichten. Om een zeewaartse uitbreiding te kunnen realiseren moet er gebouwd worden in het pkb-gebied. Bouwen in het pkb-gebied is echter per cbb (3.2i.) verboden. Door hier genoemde uitzondering op te nemen is het wellicht niet meer noodzakelijk de pkb-grens aan te passen in geval van een zeewaartse uitbreiding. Aangezien hierover geen overleg is gevoerd met uw Kamer, wil ik echter eveneens positief reageren op de door uw Kamer per motie gedane verzoek om de pkb-grens aan te passen door middel van een partiële herziening indien dit voor een beperkte zeewaartse havenuitbreiding noodzakelijk blijkt. Dit is een verzoek dat het kabinet zal inwilligen op het moment dat dit in de toekomst noodzakelijk blijkt (ondanks het bovenstaande). Vanzelfsprekend kan dit op dit moment nog niet tot aanpassing van de pkb-grens leiden, aangezien nu niet duidelijk is of en waar zich een zeewaartse uitbreiding voor zal doen.
– Gewijzigde motie nr. 72 van de leden Atsma en Snijder-Hazelhoff over de diepte van de vaargeulen
De amenderende motietekst heb ik overgenomen in onderdeel d. van paragraaf 3.2. De gehele alinea is, zoals verzocht, aangemerkt als beslissing van wezenlijk belang (bwb).
Zoals overeengekomen tijdens het notaoverleg op 9 oktober jl. blijft relevant dat verdere verdiepingen economisch rendabel dienen te zijn. Dit betekent dat de baten moeten opwegen tegen de initiële aanlegkosten en onderhoudskosten.
De gebruikte formulering voor de gevraagde diepte van – 7,50 meter NAP voor de vaargeul naar Harlingen wordt door mij zo begrepen dat het hier de vaargeul Harlingen-Noordzee betreft.
De streefdieptes 1993 zullen in het nog op te stellen Beheer- & Ontwikkelingsplan Waddengebied geactualiseerd worden naar de situatie van 2006. Op deze manier kunnen de geactualiseerde streefdieptes voor de vaargeulen Harlingen-Noordzee en de Eems worden vastgelegd, waarbij de streefdiepte voor de vaargeul Harlingen-Noordzee – 7,50 m NAP zal zijn.
In uitzondering op de nieuwe streefdieptes 2006 kunnen bepaalde vaargeulen, binnen het afwegingskader van de pkb, verder worden verdiept. Ik heb conform het notaoverleg verduidelijkt dat deze uitzondering betrekking heeft op de vaargeulen van de Noordzee naar de genoemde havens.
– Gewijzigde motie nr. 73 van het lid Atsma c.s. overgangen van zoet naar zout water
De amenderende motietekst heb ik als beslissing van wezenlijk belang overgenomen aan het eind van de eerste alinea van paragraaf 3.1.
– Motie nr. 74 van het lid Atsma c.s. over uitzonderingen op de hoogtebepaling voor nieuwe bebouwing
De amenderende motietekst heb ik als onderdeel van de beslissing van wezenlijk belang onder 3.2i. overgenomen. Er is één extra zin aan het eind van de alinea toegevoegd: «Ook voor deze uitzonderingen geldt dat nieuwe bebouwing zoveel mogelijk ingepast wordt in de bestaande skyline.» Met deze aanvulling wordt aangegeven dat de grootschalige openheid van de Waddenzee en de horizon belangrijke kwaliteiten zijn waarmee overheden in hun afwegingen rekening dienen te houden. Deze toevoeging is in lijn met het gevoerde notaoverleg.
Een landschappelijke afweging zal ook blijven plaastvinden in geval vergunningverlening in het kader van de Natuurbeschermingswet aan de orde is.
– Nader gewijzigde motie nr. 75 van de leden Snijder-Hazelhoff en Atsma over zeewaartse uitbreiding van havens en bedrijventerreinen in Den Helder en Harlingen
De amenderende motietekst heb ik als onderdeel van de concrete beleidsbeslissing onder 3.2 h. overgenomen.
Zie ook de toelichting bij de gewijzigde motie nr. 71.
Daarnaast heb ik het tweede deel van de motie eveneens verwerkt in paragraaf 3.2, onderdeel h. Deze tekst heb ik de status van «beslissing van wezenlijk belang» gegeven. Aangezien de concrete beleidsbeslissing een zeewaartse uitbreiding bij Harlingen uitsluit, heb ik toegevoegd dat in vookomend geval de pkb op dit punt partieel herzien zal worden.
– Motie nr. 76 van de leden Snijder-Hazelhoff en Atsma over een convenant inzake een integraal beleid voor het beheersbaar maken en houden van recreatie en toerisme op de Waddenzee
De amenderende motietekst heb ik overgenomen onder 3.2o.
Deze tekst heb ik gemarkeerd als een beslissing van wezenlijk belang (bwb) en niet als een concrete beleidsbeslissing (cbb). Dit heeft de volgende (juridische) reden. Een als cbb gemarkeerde tekst dient voldoende concreet te zijn, zodat decentrale overheden deze in acht kunnen nemen bij het opstellen van hun ruimtelijke plannen. De amenderende motietekst betreft echter een procesafspraak. Ik ga ervan uit dat uw Kamer de genoemde markering echter bedoeld heeft als verzekering dat deze tekst alleen kan worden gewijzigd via de procedure van een partiële herziening. Deze voorwaarde geldt ook voor een bwb.
3. Toezeggingen en verdere aanpassingen
Naast de wijzigingen als gevolg van de aangenomen moties is de pkb Derde Nota Waddenzee op één punt aangepast.
– aanpassing kaart 17 Diepe delfstoffenwinning waddengebied
Deze toelichtende kaart beoogd een volledig beeld te geven van de al bestaande gas- en zoutwinning in het waddengebied en is alleen beschrijvend van aard. Op deze kaart bleek abusievelijk niet volledig. Enkele bestaande gas- en zoutwinningslocaties zijn alsnog toegevoegd.
Tijdens het notaoverleg heb ik nog een toezegging gedaan over motie nr. 78.
– (niet aangenomen) Motie nr. 78 van het lid Huizinga-Heringa c.s. over de nadere invulling van het convenant inzake een integraal beleid voor het beheersbaar maken en houden van recreatie en toerisme op de Waddenzee
Tijdens het notaoverleg heb ik met sympathie gereageerd op de aspecten die in deze motie worden genoemd als aandachtspunten voor het convenant. Hierbij gaat het om verschillende vormen van (water)recreatie, de verschillende deelgebieden van de Waddenzee en de verschillende seizoenen, zowel van de natuur als van de (water)recreatie. Deze aspecten zullen meegewogen dienen te worden in het convenant dat thans in voorbereiding is en dat uiterlijk 31 december 2007 zal moeten zijn vastgesteld. Het Rijk zal hier als convenantpartner op toe zien.
Naar aanleiding van de kamerbehandeling heb ik de pkb Derde Nota Waddenzee aangepast. Ik vertrouw erop dat er hiermee voldoende draagvlak in uw Kamer bestaat voor het in de pkb Derde Nota Waddenzee geformuleerde beleid en dat uw Kamer de eindstemming van het deel 3a op dinsdag 31 oktober zal laten plaatsvinden. Dán kan de pkb-procedure zonder verdere vertraging vanwege het verkiezingsreces worden voortgezet.
Na de afronding van de pkb-procedure kan de aandacht verschuiven naar de uitvoering van het beleid, waarvan het Beheer- en Ontwikkelingsplan Waddengebied en het Waddenfonds belangrijke elementen zijn.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-26431-93.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.