Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2006-2007 | 26431 nr. 91 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2006-2007 | 26431 nr. 91 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 oktober 2006
Met deze brief geef ik u mede namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de Minister van Verkeer en Waterstaat en de Minister van Economische Zaken het oordeel van het kabinet over de gewijzigde moties volgens de agenda zoals vastgesteld op 20 oktober 2006. Per gewijzigde motie is het oordeel verwoord, met daarbij een korte beschrijving van de motivering.
Gewijzigde motie nr. 71 van de leden Atsma en Snijder-Hazelhoff over uitbreiding havens Waddeneilanden
Deze motie is op een aantal onderdelen gewijzigd. Bij de gevraagde uitzondering voor beperkte zeewaartse uitbreiding van de recreatiehavens op de Waddeneilanden is een koppeling gelegd met het nog op te stellen convenant recreatievaart dat een integrale visie bevat.
Met deze wijzigingen wil ik de motie niet langer ontraden. Ik wil voor deze gewijzigde motie het oordeel aan de Kamer overlaten.
Gewijzigde motie nr. 72 van de leden Atsma en Snijder-Hazelhoff over de diepte van de vaargeulen
De gebruikte formulering voor de gevraagde diepte van – 7,50 meter NAP voor de vaargeul naar Harlingen wordt door mij zo begrepen dat het hier de vaargeul Harlingen-Noordzee betreft. Ik stem in met dit verzoek. Met de overige in de motie voorgestelde tekst wordt het principe van natuurlijke vaargeuldieptes echter losgelaten. Er zou dan vanuit de pkb geen beperking gelden voor de verschillende vaargeulen van de Noordzee naar de havens van Den Helder, Harlingen, Delfzijl en de Eemshaven. Ook ontbreekt de eis van economische rendabiliteit als afweging bij verdergaande verdiepingen.
Het kabinet gaat in op het verzoek om het jaar 2006 als referentie te nemen voor de streefdieptes van vaargeulen, waarbij de streefdiepte voor de vaargeul Harlingen-Noordzee – 7,50 m NAP zal zijn, en de mogelijkheid om in aansluiting op de natuurlijke ontwikkelingen incidenteel verdere verdiepingen mogelijk te maken in bovengenoemde geulen. Vanzelfsprekend blijft voorwaarde dat dit past binnen het afwegingskader van de PKB en dat verdieping economisch rendabel is.
Naast bovenstaande toezegging blijft het oordeel van het kabinet ongewijzigd, aangezien de strekking van de motie niet is gewijzigd: ontraden.
Gewijzigde motie nr. 73 van het lid Atsma c.s. over overgangen van zoet naar zout water
Het kabinet ziet deze motie als een ondersteuning van de reeds in de pkb opgenomen toezegging van het kabinet om voorafgaand aan het creëren van een natuurlijke zoet-zoutovergang een brede belangenafweging te laten plaatsvinden, waarbij ook het belang van de agrarische sector zwaarwegend wordt meegenomen.
Ik wil voor deze motie het oordeel aan de Kamer overlaten.
Gewijzigde motie nr. 75 van de leden Snijder-Hazelhoff en Atsma zeewaartse uitbreiding van havens
De Kamer verzoekt de regering in de gewijzigde motie om Den Helder uit te zonderen in de cbb over het verbod op zeewaartse uitbreiding, i.v.m. de problematiek rond de TESO-veerhaven. Zoals al aangegeven tijdens het notaoverleg sta ik welwillend tegenover deze uitzondering.
Ik wil voor deze motie het oordeel aan de Kamer overlaten.
De overige moties zijn sinds indiening tijdens het notaoverleg van 9 oktober niet gewijzigd. Het oordeel van het kabinet is op 9 oktober reeds mondeling gegeven. Voor de volledigheid wordt dit oordeel hieronder nog eens bevestigd.
Motie 70 van het lid Gerkens en Duyvendak over militaire activiteiten in de Waddenzee
Ik ontraad de kamer de motie te aanvaarden.
Motie 74 van de leden Snijder-Hazelhoff, Atsma, Van der Staaij en Huizinga-Heringa over uitzonderingen op de hoogtebepaling voor nieuwe bebouwing
Ik ontraad de kamer ernstig de motie te aanvaarden.
Motie 76 van de leden Snijder-Hazelhoff en Atsma over een convenant inzake een integraal beleid voor het beheersbaar maken en houden van recreatie en toerisme op de Waddenzee
De kamer verzoekt de regering om de gewijzigde tekst de status van concrete beleidsbeslissing te geven. Aangezien dit geen concrete maar een beslissing over het proces betreft, namelijk het opstellen van een convenant, is dit juridisch niet passend. Wel zou deze tekst kunnen worden aangemerkt als beslissing van wezenlijk belang. In dat geval laat ik het oordeel aan de Kamer. Ook een beslissing van wezenlijk belang kan alleen gewijzigd worden via de procedure van een partiële herziening.
Ik ontraad de kamer de motie te aanvaarden.
Motie 78 van de leden Huizinga-Heringa, Kruijsen, Duyvendak en Van der Staaij over de nadere invulling van het convenant inzake een integraal beleid recreatie en toerisme op de Waddenzee
Ik ontraad de kamer de motie te aanvaarden.
Motie 79 van het lid Duyvendak over begrenzing van het pkb-gebied
Ik ontraad de kamer de motie te aanvaarden.
Motie 80 van het lid Duyvendak over schadelijke gevolgen van gaswinning onder de Waddenzee
Ik ontraad de kamer de motie te aanvaarden.
Motie 81 van het lid Duyvendak om ultralightvliegtuigen te weren uit het Waddengebied
Ik ontraad de kamer de motie te aanvaarden.
Motie 82 van het lid Duyvendak om reclamesleepvliegtuigen te weren uit het gebied tussen Texel en het vasteland
Ik ontraad de kamer de motie te aanvaarden.
Motie 83 van het lid Duyvendak om laagvliegen in de burgerluchtvaart te beperken tot noodgevallen
Ik ontraad de kamer de motie te aanvaarden.
Ik vertrouw er op de Kamer hiermee voldoende op de hoogte te hebben gesteld van het kabinetsoordeel over de moties opdat een verdere spoedige afronding mogelijk wordt.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-26431-91.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.