26 427
Wijziging van onder meer de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met enkele maatregelen ter verbetering van het functioneren van het vervangingsfonds en het participatiefonds (regeling verbetering functioneren vervangings- en participatiefonds)

nr. 9
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAPPEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Zoetermeer, 8 september 1999

Tijdens de plenaire behandeling van het wetsvoorstel «Verbeteren functioneren VF/PF» (Tweede Kamer, vergaderjaar 1998–1999, 26 427) heb ik u toegezegd om voor de stemming in te gaan op de vraag van mevrouw Lambrechts (D66) over (de noodzaak van) het tussentijds aanpassen van de opslagpercentages.

Ik kan u dienaangaande als volgt berichten.

Ik ben het met mevrouw Lambrechts eens dat slechts zeer terughoudend gebruik moet worden gemaakt van de mogelijkheid om tussentijds de opslagpercentages aan te passen. De uitvoeringslasten en rechtszekerheid moeten immers opwegen tegen het belang dat wordt nagestreefd met een tussentijdse aanpassing. Aangezien deze percentages thans slechts eenmalig en voor het gehele jaar vastgesteld worden, bestaat er geen voorziening voor situaties waarin tussentijds (financiële) knelpunten optreden waarvoor onverwijld een oplossing moet worden geboden. Juist voor deze situaties voorziet het tussentijds aanpassen van de opslagpercentages in een adequaat antwoord. Op dit moment is er overigens geen sprake van een knelpunt. Ik heb voorts geen aanwijzingen dat een knelpunt (op korte termijn) zal optreden.

Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

L. M. L. H. A. Hermans

Naar boven