nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is bij de bepaling
van de heffingsmaatstaf voor de onroerendezaakbelastingen de bestaande vrijstelling
ten behoeve van in de land- of bosbouw bedrijfsmatig geëxploiteerde cultuurgrond
en de daarop gebouwde eigendommen tevens betrekking te doen hebben op de gronden
waarop, en de glasopstallen waarin, bedrijfsmatig gewassen geteeld of gekweekt
worden zonder de ondergrond als voedingsbodem te gebruiken en daartoe de Gemeentewet
te wijzigen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
Artikel 220d, eerste lid, van de Gemeentewet wordt als volgt gewijzigd:
A
In onderdeel a wordt na «cultuurgrond» ingevoegd:
, daaronder mede begrepen de open grond, alsmede de ondergrond van glasopstallen,
die bedrijfsmatig aangewend wordt voor de kweek of teelt van gewassen, zonder
daarbij de ondergrond als voedingsbodem te gebruiken.
B
Onderdeel b wordt vervangen door:
b. glasopstallen, die bedrijfsmatig worden aangewend voor de kweek of
teelt van gewassen, voor zover de ondergrond daarvan bestaat uit de in onderdeel
a bedoelde grond;.
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2000.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
De Staatssecretaris van Financiën,