26 422
Inrichting en functioneren binnenlands bestuur

nr. 3
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 november 1999

Met het oog op het algemeen overleg inzake de notitie beperking van het aantal leden van provinciale staten (kamerstukken II, 1999–2000, 26 422, nr. 2) op 14 december a.s. merk ik op dat in de vijfde paragraaf bij de tweede variant abusievelijk de volgende zin niet geheel overeenstemt met de onder voorstel 2 staande tabel, die wel juist is:

«Vervolgens zouden de inwonersklassen telkens met 500 000 inwoners en vier zetels per klasse extra verhoogd kunnen worden tot een maximum van 51 zetels bij 2 000 000 inwoners.»

Deze zin dient te worden vervangen door de volgende tekst:

Vervolgens zouden de inwonersklassen eenmaal met 500 000 en vervolgens met 1 000 000 inwoners per klasse verhoogd kunnen worden. Uitgaande van een stijging van vier zetels per hogere inwonersklasse bedraagt het maximumaantal dan 51 zetels bij meer dan 3 000 000 inwoners.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A. Peper

Naar boven