Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 september 2012
Hierbij bied ik u de studie «TEEB-Stad» aan*. TEEB-Stad is een gezamenlijk initiatief
van het Rijk en tien gemeenten. De gemeente Apeldoorn is trekker en er wordt samengewerkt
met het bureau Witteveen en Bos. Deze studie is de derde publicatie van een serie
van zes Nederlandse studies die wordt uitgebracht in het kader van TEEB («The Economics
of Ecosystems and Biodiversity») voor Nederland1. Met TEEB voor Nederland wil het kabinet de economische en maatschappelijke waarde
van ecosysteemdiensten en biodiversiteit in termen van kosten en baten inzichtelijk
maken. Naast de twee al aan uw kamer aangeboden studies zijn er ook studies gaande
over ruimtelijke afwegingen (TEEB Fysiek), Nederlandse handelsketens en over Caribisch
Nederland. Het kabinet beoogt met deze TEEB-studies bij te dragen aan bewustwording
bij ondernemers en overheden van de economische en maatschappelijke betekenis van
ecosysteemdiensten en biodiversiteit door deze te waarderen en zo mogelijk te monetariseren.
Bij TEEB-Stad is het doel hiervan om de maatschappelijke baten van groenblauwe maatregelen
als vanzelfsprekend mee te nemen in investeringskeuzes en besluitvorming rond ruimtelijke
projecten.
Grote winst is te behalen als al vroeg in de ontwerpfase op zoek wordt gegaan naar
mogelijke baten van een groenontwikkeling. De uitkomsten laten namelijk zien dat een
groene leefomgeving een groot netto maatschappelijk rendement oplevert, waar ook de
biodiversiteit in meelift. Uit de voorbeeldcases van de deelnemende gemeenten blijkt
bijvoorbeeld dat groen anderhalf tot twee keer meer aan baten oplevert dan de kosten
voor investering en onderhoud. Zoals besparing op zorgkosten, meerwaarde van onroerend
goed, besparing op energiekosten en besparing op afvoer- en zuiveringskosten van regenwater.
Dit zijn relevante uitkomsten aangezien een steeds groter deel van de mensheid in
stedelijk gebied woont en werkt.
Als de baten inzichtelijk zijn, is er een goede basis om gesprekken met andere partijen
aan te gaan, zoals met beleggers, vastgoedontwikkelaars, gezondheidszorg, bedrijfsleven,
sociale instellingen, waterschappen, grondbedrijven enzovoort. De aanleg en het onderhoud
van het openbaar groen in en om de stad wordt dan niet meer per definitie als opgave
voor de overheid gezien.
TEEB-Stad heeft duidelijk gemaakt dat de bijdrage van groen aan de stedelijke economie
inzichtelijk is te maken. Toch zal de implementatie van dit instrument niet vanzelf
gaan. Het vraagt een andere werkwijze dan doorgaans in ruimtelijke leefomgevingsplannen
wordt gehanteerd. Het is daarom belangrijk om de komende tijd het instrument niet
alleen te promoten, maar ook gemakkelijk toegankelijk te maken en mensen uit de praktijk
te leren hoe ze het kunnen hanteren. Inmiddels hebben verschillende organisaties aangegeven
een rol te willen spelen in dit vervolg.
De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
H. Bleker
*) Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer