26 407 Biodiversiteit

Nr. 58 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 mei 2011

Op verzoek van uw vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie stuur ik u mijn voorlopige appreciatie van de Commissiemededeling over de Europese Biodiversiteitsstrategie voor 2020, die op 3 mei 2011 is gepubliceerd. Voor de volledigheid meld ik dat uw Kamer hierover ook nog via een BNC-fiche wordt geïnformeerd.

De strategie is gericht op het stoppen van het biodiversiteitsverlies en op een snelle omslag van de EU naar een hulpbronefficiënte en groene economie. De Milieuraad is in maart 2010 overeengekomen dat het biodiversiteitsbeleid in de EU is gericht op het hoofddoel het biodiversiteitsverlies en de achteruitgang van ecosysteemdiensten binnen de EU uiterlijk in 2020 tot staan te brengen en, voor zover dit haalbaar is, ongedaan te maken, en tevens de bijdrage van de EU om het wereldwijde biodiversiteitsverlies te voorkomen op te voeren.

Het hoofddoel van de strategie is, mede in lijn met de afspraken van de tiende bijeenkomst van partijen van het Biodiversiteitsverdrag in oktober 2010, door de Commissie uitgewerkt in zes doelen met bijbehorende maatregelen:

  • Volledige uitvoering van de Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn;

  • Verbeteren van ecosysteemdiensten en het herstel van minimaal gedegradeerde ecosystemen door de ontwikkeling van een groene infrastructuur;

  • Bredere toepassing van biodiversiteitsmaatregelen in het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid;

  • Gebruik van «maximale duurzame opbrengst» voor visserij en gezond visstandbeheer;

  • Aanpak van invasieve exoten met nieuwe EU-regelgeving;

  • De EU-bijdrage tot het afwenden van het wereldwijde verlies aan biodiversiteit wordt opgevoerd.

Zoals ook uiteengezet in de brief aan uw Kamer van 12 april 2011 (Tweede Kamer, vergaderjaar 2010–2011, 26 407, nr. 57) vindt het kabinet de volgende punten van belang:

  • De aanpak van het verlies aan biodiversiteit dient sterk samen te hangen met de aanpak van andere maatschappelijke uitdagingen zoals voedselzekerheid, het tegengaan van klimaatverandering en armoedebestrijding en bijdragen aan duurzame groei;

  • Een beleidscoherente mondiale inzet van de EU en een verdere integratie van biodiversiteit in ander beleid;

  • Uitvoerbaarheid, haalbaarheid en betaalbaarheid vormen een vereiste;

  • De maatschappelijke en economische waarde van biodiversiteit moet meer dan in het verleden worden meegewogen bij het (economisch) handelen. Het verduurzamen van handelsketens biedt daarvoor goede handvatten;

  • Behoud van biodiversiteit vereist een voortgaande aandacht voor ecologisch herstel en duurzaam gebruik van biodiversiteit.

Appreciatie

Ik ben positief kritisch over de hoofdlijnen van de mededeling. Het definitieve oordeel per maatregel volgend op deze mededeling zal afhangen van de uiteindelijke vormgeving van de voorstellen. Uitvoerbaarheid van de nieuwe strategie is een vereiste en dat vraagt om afrekenbare, haalbare en betaalbare doelen en acties en een goede balans tussen economie en ecologie. Het is daarbij van belang dat voldoende flexibiliteit wordt geboden in de uitvoering.

Vertrekpunt in de mededeling is dat, in aanvulling op de intrinsieke waarde, biodiversiteit en de bijbehorende ecosysteemdiensten een belangrijke economische waarde hebben. Het kabinet omarmt deze benadering: biodiversiteit levert ons veel op. De wereldwijde aantasting van ecosystemen en ecosysteemdiensten (het «life support system») kan een belemmering vormen voor een duurzame economische groei. Het is daarom van belang de economische waarde van (het behoud en duurzaam gebruik van) biodiversiteit een plek te geven in de besluitvorming en aan te sluiten bij mondiale besluitvormingsprocessen op dit gebied.

In de mededeling worden goede aanzetten geleverd voor de integratie van biodiversiteit in ander beleid. Ik kan me vinden in de voorstellen om in het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid de mogelijkheid om het behoud van biodiversiteit door boeren verder te stimuleren. Duurzame landbouw speelt, naast haar functie als voedselproducent, een belangrijke rol bij de realisatie van maatschappelijke doelen zoals het behoud van biodiversiteit. Daarbij blijf ik voorstander van een flexibele en integrale aanpak van landbouw in combinatie met maatschappelijke doelen in het landelijk gebied, gericht op het belonen van de gewenste bijdragen. Ook de verduurzaming van de visserij en de aandacht voor het betalen voor ecosysteemdiensten sluiten aan op Nederlandse inzet. Ten aanzien van Natura 2000 en de Kaderrichtlijn Mariene Strategie blijft de Nederlandse inzet gericht op flexibele, haalbare en betaalbare uitvoering.

De samenhang in de aanpak van grote mondiale opgaven zoals voedselzekerheid, tegengaan van klimaatverandering en armoedebestrijding blijft naar mijn mening te veel onderbelicht en er worden weinig concrete voorstellen gedaan om die samenhang te verbeteren. De mededeling schetst het belang van biodiversiteit voor het bedrijfsleven.

Ik vind het dan ook belangrijk dat het bedrijfsleven wordt betrokken bij de uitvoering van de strategie, zodat de kansen om handelsketens en productieprocessen te verduurzamen ten volle worden benut. Daarnaast ben ik van mening dat maatregelen en voorstellen in kader van deze strategie ook moeten worden beoordeeld op hun effect op de biodiversiteit buiten de EU.

Ik zet vraagtekens bij de relatie tussen de omschreven ambities en de voorgestelde financieringsmogelijkheden. Het is onduidelijk hoe de financiering wordt geregeld omdat de Commissie daarvoor in de komende jaren nog met voorstellen zal komen. Tenslotte is de strategie ook niet duidelijk over de kosten en baten van de verschillende maatregelen. Het kabinet acht het gezien de huidige budgettaire mogelijkheden niet wenselijk additionele financiële verplichtingen aan te gaan.

De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

H. Bleker

Naar boven