26 397
Vernieuwing studiefinanciering

nr. 2
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAPPEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Zoetermeer, 1 maart 1999

Op 5 februari jongstleden heb ik u de nota «Flexibele studiefinanciering; een stelsel dat past» toegezonden.

Inmiddels heb ik overleg gevoerd met de VSNU en HBO-raad gezamenlijk, de BVE-raad en de studentenbonden LSVb en ISO. De verslagen van het overleg treft u hierbij aan1.

Ik hecht er aan één punt onder uw aandacht te brengen. De VSNU acht de in de nota voorgestelde leeftijdsgrens als nieuwe grens voor het wettelijk collegegeld bezwaarlijk. Deze grens is voorgesteld om de flexibele opname van studiefinanciering te vergemakkelijken. De VSNU ziet een aantal bezwaren tegen dit voorstel en opteert voor handhaving van de oude regeling, waarbij studenten het wettelijk collegegeld betalen als zij studiefinanciering ontvangen.

Afgesproken is om in een gezamenlijke werkgroep in kaart te brengen wat de voor- en nadelen van beide grenzen zijn. Het voorstel dat hieruit voortvloeit, zal worden verwerkt in de wetgeving die op grond van behandeling van de nota in de Tweede Kamer wordt voorbereid.

Voorziene ingangsdatum van de wetgeving is 1 augustus 2000. Om deze termijn te halen streef ik ernaar dat het wetsvoorstel in juni naar de Raad van State te zenden, zodat het wetsvoorstel in het najaar aan het parlement kan worden aangeboden.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

L. M. L. H. A. Hermans


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie.

Naar boven