26 387
Actieprogramma Elektronische Overheid

nr. 14
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 3 april 2002

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties1 heeft op 7 maart 2002 overleg gevoerd met minister Van Boxtel voor Grote Stedenen Integratiebeleid over:

– de uitvoeringsrapportage 2001 van het Actieprogramma Elektronische Overheid 1999–2002 (26 387, nr. 13).

Van dit overleg brengt de commissie bijgaand beknopt verslag uit.

Vragen en opmerkingen uit de commissie

De heer Cherribi (VVD) heeft uit verschillende Europese onderzoeken begrepen dat de Benelux wat betreft de elektronische overheid de hekkensluiter van Europa is, na Griekenland op de twaalfde plaats. Hoe verklaart de minister het feit dat geen enkele vooruitgang is geboekt op twee belangrijke terreinen: de provincie en de politie? Hoe is dat te rijmen met de wens voor een samenhangende ICT in het overheidsbestel? De heer Cherribi zou graag zien dat de minister de nadruk legt op de Europese dimensie van de digitalisering, zodat de versnippering niet verder toeneemt. Kan de minister de situatie bij de politie toelichten?

Voor de negentig gemeenten met een achterstand op ICT-gebied wordt een veegactie georganiseerd. Volgens de heer Cherribi heeft die veegactie geen zin als men hoegenaamd geen belangstelling heeft. Is het niet beter om een whizzkid of een aanjager te detacheren bij die gemeenten?

Wat de heer Cherribi nog het meest verontrust, is dat het ministerie van BZK, toch de spil van het Actieprogramma elektronische overheid (ELO), het poverste rapport krijgt.

De heer Cherribi betreurt het dat de burger bij de meeste gemeenten geen e-mailbevestiging ontvangt en dat men in sommige gemeenten zonder fax niets kan beginnen omdat voor veel zaken een handtekening nodig is. Wanneer wordt de elektronische handtekening eindelijk geïntroduceerd?

Door het verschil in tempo en technische harmonisatie tussen departementen en gemeenten op ICT-gebied ontstaat een gigantisch fornuis, waarop heel veel verschillende pannetjes staan te pruttelen. Dat lijkt de heer Cherribi een weinig effectieve situatie. Wat denkt de minister daaraan te gaan doen? Welk e-testament wil hij nalaten?

De heer Wijn (CDA) vindt dat er uit de voortgangsrapportage Actieprogramma elektronische overheid een gemengd beeld ontstaat. Dat maakt het lastig om te zeggen wat er goed of slecht is gegaan. Drie op de tien Nederlanders maken gebruik van elektronische communicatie met de overheid. Dat lijkt niet zo gek, maar daarmee staat Nederland op de achtste plaats in Europa. Dat is niet het ambitieniveau dat nagestreefd werd in 1998. Uit onderzoek blijkt dat de elektronische dienstverlening van de overheid in Nederland geen fraai plaatje oplevert. Nederland loopt wat dat betreft fors achter bij de andere landen van de EU. In het rapport van Accenture wordt Nederland gekarakteriseerd als een «visionary follower». De ambitie was oorspronkelijk toch dat Nederland een «visionary leader» moest worden?

De kleine gemeenten blijken erg achter te blijven op ICT-gebied. Hoe wil de minister voorkomen dat zij de aansluiting missen? Een alom gehoorde klacht is dat er een gebrek aan opleiding en kennis is. Wat doet de minister concreet aan opleidingen? Kan de minister aangeven hoe het komt dat de provincies zo achterblijven?

Er is veel geld beschikbaar gesteld voor het Actieprogramma elektronische overheid, maar de heer Wijn krijgt de indruk dat het geld niet altijd even goed wordt besteed. Er worden vaak onnodige kosten gemaakt; ontwikkelingstrajecten duren meestentijds langer dan verwacht en nog steeds is er sprake van desinvesteringen omdat men verouderde technologie heeft of omdat een bepaalde standaardisatie niet tot ontwikkeling komt. Dit probleem was drie jaar geleden ook al bekend. Wat heeft de minister concreet gedaan om dit te verbeteren?

De afspraak was dat er eind 2001 een toolkit ontwikkeld zou zijn om het bedrijvenloket landelijk uit te rollen. Is die toolkit al ontwikkeld?

Gemeenten doen nog te weinig aan elektronische dienstverlening. Hoe staat het met de Taskforce public key infrastructure (PKI)? Heeft die taskforce geen te vrijblijvend karakter? Hoe wordt het bedrijfsleven hierbij betrokken? De heer Wijn heeft de indruk dat er veel overlap is met het project TTP.nl. Het zou zonde zijn als op twee plaatsen hetzelfde wiel wordt uitgevonden. Kan de minister uitleggen hoe men in Europees verband denkt over PKI? Is de Nederlandse structuur wel in te passen?

In een vorig overleg is uitgebreid stilgestaan bij de veiligheid van internet en de kwetsbaarheid van ICT-toepassingen. Het ministerie van Verkeer en Waterstaat is daarop gekomen met de KWINT-nota, over de kwetsbaarheid van infrastructuur. Staatssecretaris Van der Ploeg heeft voorgesteld om een organisatie in het leven te roepen die zich daarmee bezighoudt. Wat doet de minister in dit verband? Hij heeft ervaring met het millenniumprobleem en heeft de meeste operationele kennis binnen het kabinet. Wat gebeurt er met de kennis die is opgedaan ten tijde van het millennium? Wat is de inbreng van de minister op het punt van de ICT-kwetsbaarheid? Hoe worden de onderscheiden verantwoordelijkheden van serviceproviders, telecomoperators en overheden vastgelegd?

De voortgang op het gebied van de elektronische overheid valt tegen. Kan de minister garanderen dat in 2006 het punt van 100% elektronische dienstverlening door de overheid is bereikt?

Mevrouw Scheltema-de Nie (D66) vindt het positief dat er veel geld is vrijgemaakt voor het Actieprogramma elektronische overheid, maar het heeft haar teleurgesteld dat Nederland in Europa op dit gebied een middenmoter is. Waar ligt dat aan? De doelstelling dat eind 2002 een kwart van de overheidsdienstverlening elektronisch afgehandeld moet kunnen worden, is behaald, maar mevrouw Scheltema zou graag zien als de doelstelling voor 2006 wat ruimer zou zijn. Is in 2006 100% haalbaar?

Uit de rapportage blijkt dat een deel van de gemeenten en de provincies het laten afweten. Hoe komt dat? Voor de gemeenten met problemen met hun website is de stimuleringsregeling Veegactie opgezet. Is dat voldoende? Hoe kan de minister bevorderen dat er meer gebeurt op dit gebied? Is het mogelijk om verder te komen door bepaalde kwaliteitseisen te stellen? De rijksoverheid doet het beter op het gebied van elektronische dienstverlening. Er worden overheidsloketten opgericht, maar die moeten verder uitgebouwd worden. Komt er ook een overheidsloket voor de wensen en de opinies van de burgers? De Consumentenbond klaagt dat er een groot gat zit tussen wat gemeenten aanbieden en wat burgers willen van hun gemeente. De Consumentenbond stelt voor om kwaliteitseisen op te stellen voor de online-dienstverlening en om de gemeenten ieder jaar te laten rapporteren over die dienstverlening. Wat vindt de minister van die suggestie?

De elektronische handtekening is belangrijk om verder te komen met elektronische dienstverlening. Uit de stukken blijkt dat binnenkort een belangrijke mijlpaal wordt bereikt, het basiscertificaat. Wanneer gebeurt dat? Welke perspectieven openen zich dan?

Tot slot stelt mevrouw Scheltema nog een aantal korte vragen. De kwetsbaarheid van ICT en de veiligheid bij elektronische dienstverlening is een punt van zorg. In hoeverre is Nederland voorbereid op digitale rampspoed? Ziet de minister iets in het voorstel van de Nederlandse internetproviders om een digitaal rampenplan te maken? Kan de minister hierbij een rol spelen? Kan de minister meer vertellen over CERT? Er zijn nu 128 digitale trapveldjes in 29 gemeenten. Zijn die alleen voor jongeren bestemd? Kunnen ouderen zich daarvoor laten bijscholen? Is de stichting ICTU een ZBO? Wat is de stand van zaken bij ICTU op dit moment? Er ligt nog een rapport van de commissie-Docters van Leeuwen. Wanneer kan de Kamer het kabinetsstandpunt daarover verwachten?

Mevrouw Wagenaar (PvdA) constateert dat de doelstelling van 25% elektronische dienstverlening is behaald, maar dat het ontbreekt aan ruimte voor interactiviteit. Kan de minister garanderen dat in 2006 100% elektronische dienstverlening is behaald? Aan de websites van departementen is ook nog het een en ander te verbeteren. Filmpjes van bewindslieden horen daar in haar ogen niet thuis. Er moet een duidelijke scheiding zijn tussen politieke activiteiten en overheidsvoorlichting. Interactiviteit en dienstverlening aan de burger moeten vooropstaan.

De verwachting is dat aan het eind van dit jaar 10% van de gemeenten nog geen eigen website heeft, maar dat vindt mevrouw Wagenaar erg veel. Een aantal gemeenten doet het heel goed op het punt van elektronische dienstverlening, maar een aantal gemeenten blijft achter. Vooral de provincies blijven sterk achter. Wat wil de minister daaraan doen?

De samenvoeging van overheid.nl en Postbus 51 heeft nog steeds niet plaatsgevonden. Wanneer is die integratie afgerond?

De digitale trapveldjes zijn een goed initiatief. Vindt er nog een evaluatie plaats? Is het mogelijk om ook een dergelijke voorziening op te zetten voor het platteland? Is het mogelijk om via de trapvelden te kijken naar een dienstverleningsproject?

Het wetsvoorstel voor de elektronische handtekening ligt nu bij de Kamer. Hoe staat het met de ontwikkeling van het digitale paspoort?

Het auteursrecht vormt vaak een belemmering voor digitale ontwikkelingen. In de Staatscourant staat dat het kabinet ervoor wil zorgen dat op overheidsstukken geen auteursrecht meer rust. Wat kan de minister daar nog meer over vertellen?

Privacybescherming is van groot belang voor de burgers. Het bevreemdt mevrouw Wagenaar dan ook dat juist op de website van deze minister adresgegevens ingevoerd moeten worden. Wat is de reden daarvoor?

Het Actieprogramma elektronische overheid heeft alleen kans van slagen als een brede laag van de bevolking wordt bereikt. Daarom vindt mevrouw Wagenaar dat er meer content moet worden ontwikkeld met een maatschappelijke toepassing. Waarom wordt niet voor ieder beleidsveld systematisch onderzocht welke maatschappelijke toepassingen mogelijk zijn?

Na 11 september 2001 heeft veiligheid een belangrijke plaats gekregen. Wat gebeurt er aan de veiligheid? Onderhoudt de minister contact met de internetproviders? Hoe wordt de Nederlandse infrastructuur in de gaten gehouden?

Wat mevrouw Wagenaar nog mist, is een overheidszoekmachine. Wat vindt de minister van die gedachte?

Antwoord van de regering

De minister wijst erop dat de rapporten over elektronische dienstverlening door de overheid een verschillend beeld geven. Uit het EU-onderzoek blijkt dat Nederland tot de hekkensluiters behoort, maar uit het Accenture-onderzoek blijkt dat de Nederlandse overheid een grote voortgang heeft geboekt met elektronische dienstverlening en dat Nederland de zevende plek inneemt van de onderzochte 53 landen. In de Harvard Study Global Information Technology Report was Nederland dertiende van de 75 onderzochte landen. De Europese meting gaat uit van elektronische diensten via internet, maar er wordt niet gekeken naar de kwaliteit van de dienstverlening. Er is niet gekeken naar communicatie via gesloten netwerken, terwijl die van belang zijn voor de privacy en de veiligheid. Een belangrijke oorzaak van de lage score in de EU-monitor is de forse achterstand van de gemeenten. De doelstelling dat eind 2002 25% van de dienstverlening elektronisch afgehandeld kan worden, is echter al ruimschoots behaald.

De overgang naar het nieuwe millennium is goed verlopen. De projectstructuur die daarvoor was ingericht, is ontmanteld, maar veel werkverbanden zijn blijven bestaan. Er wordt ook op regelmatige basis contact onderhouden om te volgen wat er gebeurt. Het belangrijkste onderwerp is op dit moment de veiligheid en daar is de minister ook intensief mee bezig. Zo heeft hij meegewerkt aan de «terrorismebrief» die het kabinet in oktober naar de Tweede Kamer heeft gestuurd, waarin wordt ingegaan op de beveiliging van de verschillende infrastructurele voorzieningen, waaronder de digitale snelweg. Daar wordt de Kamer op regelmatige basis over geïnformeerd door minister De Vries. De minister was ook lid van het ministerieel voorportaal terrorismebestrijding. Dat heeft een vertaling gekregen in het CERT (Computer emergency response team) dat is ondergebracht bij de stichting ICTU. De stichting ICTU is overigens geen ZBO. De CERT houdt zich onder andere bezig met het traceren van virussen en onderzoekt mogelijke reacties op aanslagen via virussen.

De minister heeft goede hoop dat de elektronische handtekening eind 2002, begin 2003 kan worden geïntroduceerd. Public key infrastructure zorgt ervoor dat men verzekerd kan zijn van de vertrouwelijkheid van elektronische communicatie en transacties. Het is een moeilijk traject met het oog op de grote verscheidenheid aan dienstverlening van de overheid aan de burger. Er is inmiddels een projectstructuur gemaakt en er is een verkenning gedaan naar de manier waarop PKI zich zou moeten ontwikkelen. Op dit moment vindt de Europese aanbesteding plaats, waarvoor verschillende bedrijven zich kunnen inschrijven. De minister zegt toe dat hij de Kamer daar zo spoedig mogelijk over informeert. Hij wijst erop dat men zich niet blind moet staren op de successen in andere landen, omdat de elektronische handtekening daar niet echt veilig en goed is.

De ontwikkelingen bij de overheid gaan snel. Inmiddels is driekwart van de gemeenten on line en de websites worden steeds beter. Ieder jaar wordt de «webwijzer award» uitgereikt, wat een stimulans is om de kwaliteit van de websites te verbeteren. De sites bij de overheid zijn ook in toenemende mate interactief. De afspraak op het ministerie van BZK is dat e-mails binnen 48 uur beantwoord worden. Overigens is de site van het ministerie van BZK onlangs nog vernieuwd. Op de site is bijvoorbeeld informatie te vinden over de activiteiten van de bewindslieden, maar de site bevat geen politieke informatie. De Kamer heeft inmiddels al een reactie ontvangen op het rapport-Wallage en binnenkort hoopt de minister de Kamer een reactie op het rapport-Docters van Leeuwen te sturen. Daar wordt op dit moment de laatste hand aan gelegd.

De overheid zal zich in hoog tempo moeten aanpassen aan de ontwikkelingen in de samenleving. Daarbij gaat het niet alleen om dienstverlening, maar ook om participatie. Daartoe is de organisatie Xpin opgericht, die evenals CERT onderdeel uitmaakt van ICTU. Het is de bedoeling dat niet alleen de overheid, maar ook het bedrijfsleven gebruik kan maken van de kennis die bij ICTU aanwezig is.

Er wordt veel aan gedaan om ervoor te zorgen dat provincies en gemeenten de aansluiting niet missen, maar de minister gaat ervan uit dat zij zelf de opleidingsfaciliteiten organiseren. Binnenkort vindt er overleg plaats met de VNG en dan wil de minister dit probleem bespreken. Hij geeft aan dat hij nadenkt over de mogelijkheid om een benchmarking te organiseren. Dan kunnen de gemeenten leren van de goede voorbeelden van andere gemeenten.

In april is de feestelijke lancering van burgeroverheid.nl, waar de burger terechtkan met eventuele klachten. De burger moet de overheid kunnen controleren en aanspreken op bepaalde punten. De minister had in eerste instantie een aantal marktpartijen gevraagd om zo'n «klachtenlijn» voor de gehele overheid op te richten, maar zij kwamen er onderling niet uit. Daarom heeft de minister besloten om het zelf te doen. Het wordt voorlopig ondergebracht bij ICTU, maar hij sluit niet uit dat dit op termijn elders zal worden ondergebracht.

Als gevolg van de aanslagen op 11 september in de Verenigde Staten zijn de ontwikkelingen met het digitale paspoort in een stroomversnelling geraakt. Direct na de aanslagen heeft de minister al zijn Europese collega's een brief gestuurd met het voorstel om in Europees verband te spreken over het toepassen van één vorm van biometrie. In het nieuwe Nederlandse paspoort is overigens al een voorziening opgenomen om biometrie te implementeren. Daar heeft men positief op gereageerd, maar een complicerende factor is dat in het Verdrag van Nice is bepaald dat reisdocumenten geen onderwerp zijn van te harmoniseren beleid. Daarom wil de minister de techniek als leidraad nemen om tot harmonisatie te komen. In juni wordt er in Nederland een speciale conferentie over dit onderwerp georganiseerd. De minister zegt toe dat hij de Kamer daarna zal informeren over de stand van zaken.

Als gevolg van de Europese richtlijn is er geen auteursrecht op basisinformatie van de democratische rechtsstaat. De minister wijst de Kamer in dit verband nog op de beleidslijn in de nota «Naar optimale beschikbaarheid van overheidsinformatie». De informatie wordt tegen verstrekkingskosten beschikbaar gesteld.

Het idee van een overheidszoekmachine vindt de minister interessant, maar hij wijst erop dat overheid.nl in feite al een zoekmachine is. Inmiddels is overheid.nl al twee keer vernieuwd. Er wordt veel gebruik van gemaakt, maar het kan natuurlijk altijd beter. Aan het samengaan van overheid.nl en Postbus 51 wordt op dit moment gewerkt. De minister hoopt dat de integratie aan het eind van het jaar een feit is.

De digitale trapvelden zijn ontstaan uit een poging om de drie portefeuilleonderdelen van de minister te combineren: het grotestedenbeleid, integratie en de nieuwe technologie. Het idee was om in de aandachtswijken een vindplaats voor nieuwe technologie te creëren en vervolgens zijn die voorzieningen als paddestoelen uit de grond geschoten. Het probleem is dat er een subsidieregeling is voor drie jaar. Daarna moeten de steden de digitale trapvelden in overleg met hun partners doorzetten. De minister zegt toe dat er een evaluatie komt van de digitale trapvelden. Gekeken zal worden wat het project heeft opgeleverd en hoe het eventueel kan worden uitgebouwd. De vraag naar de financiering zal door een volgend kabinet beantwoord moeten worden. Het is mogelijk om de digitale trapvelden op het platteland te organiseren. Ook plattelandsgemeenten kunnen in samenwerking met bedrijfsleven en buurtbewoners een dergelijke voorziening treffen, maar er is geen subsidiegeld meer voor.

Nadere gedachtewisseling

De heer Cherribi (VVD) vindt dat e-mailbevestiging door gemeenten de norm moet worden en dat het mogelijk moet worden om digitaal aangifte te doen van bijvoorbeeld de geboorte van een kind. Ook hoopt het dat het mogelijk wordt om bij de politie digitaal aangifte te doen van fietsendiefstal. Vooral de politie en de provincies blijven achter met elektronische dienstverlening en daar moet in de komende jaren hard aan gewerkt worden.

Kan de minister aangeven wat de meerwaarde van de rapporten van de commissie-Wallage en de commissie-Docters van Leeuwen is?

De heer Wijn (CDA) maakt zich zorgen over de ontwikkelingen bij de gemeenten. Op het gebied van transactie en transformatie gebeurt nog te weinig. Ziet de minister meer mogelijkheden dan een benchmarking om de overheids-ICT op een hoger plan te brengen?

Hoe is de stand van zaken bij de ontwikkeling van de toolkit voor het bedrijvenloket?

Ook mevrouw Scheltema-de Nie (D66) maakt zich zorgen over de achterstand van de gemeenten, maar zij vindt dat het uiteindelijk de taak van de gemeenten zelf is om die achterstand in te halen. De rijksoverheid kan de gemeenten natuurlijk wel de helpende hand bieden. De Consumentenbond heeft voorgesteld om de gemeenten hier jaarlijks over te laten rapporteren. Wat vindt de minister daarvan? Bij de provincies is de situatie natuurlijk nog zorgwekkender. Wat gebeurt daar, bijvoorbeeld in het kader van het IPO? Heeft de minister daar enig zicht op?

Mevrouw Scheltema vindt het prima dat er een evaluatie komt van de digitale trapvelden, maar zij is bang dat er niets meer gebeurt als de subsidie is opgedroogd. Kan de minister de digitale trapvelden een toekomst bieden?

Mevrouw Wagenaar (PvdA) is blij met de toezegging van de minister om de trapvelden te evalueren, maar zij vindt dat de minister zich wat makkelijk afmaakt van de digitale trapvelden op het platteland.

Waarom is het nodig om adresgegevens in te vullen als de minister een vraag wordt gesteld?

Mevrouw Wagenaar zou graag zien dat systematisch voor ieder beleidsveld wordt bekeken welke maatschappelijke toepassingen er zijn op internet.

De minister zegt toe dat hij serieus gaat kijken naar de e-mailbevestiging door gemeenten. Hij zal de Kamer laten weten of dat een haalbare zaak is.

Ook de minister vindt dat het tijd is voor een inhaalmanoeuvre bij de politie. Minister De Vries heeft daartoe ook het platform ICT en politie opgericht, waar de heer Kohnstamm voorzitter van is. Inmiddels is het platform klaar met de aanbevelingen en nu vindt er overleg plaats met de regiokorpsen, het korpsbeheerdersberaad en de korpschefs om ervoor te zorgen dat die aanbevelingen daadwerkelijk worden uitgevoerd. Daar is ook geld voor beschikbaar gesteld.

De minister stelt voor om in een apart overleg nader in te gaan op de adviezen van de commissie-Wallage en de commissie-Docters van Leeuwen. De commissie-Wallage heeft zich beziggehouden met de voorlichting door de regering in relatie tot de media en de Kamer. Er worden nu ook wat veranderingen doorgevoerd. Zo komt er een regeringswebsite bij overheid.nl. De commissie-Docters van Leeuwen heeft gekeken naar de institutionele ordening van de overheid en heeft een aantal aanbevelingen gedaan, bijvoorbeeld om medebewind af te schaffen en om een regeringsfunctionaris voor ICT in te stellen. Op dit moment wordt op het ministerie de laatste hand gelegd aan de reactie daarop.

De minister wijst erop dat de gemeentelijke autonomie ook geldt voor zaken als ICT-opleidingen. Hij heeft echter wel een aantal instrumenten ingezet om de ICT-ontwikkeling bij de gemeenten te versnellen. In dat verband wijst hij nog op de webwijzer award en op de verschillende subsidieregelingen. Het beoordelen van de kwaliteit van gemeentelijke websites moet gebeuren door de gemeenteraad en de burgers en niet vanuit Den Haag. Op dit moment wordt in samenwerking met de VNG onderzoek gedaan naar de gemeenten die achterblijven op dit gebied. Het oprichten van een nieuwe organisatie die zich richt op het ontwikkelen van meer uniforme standaarden en informatiestructuren behoort tot de mogelijkheden, maar het moet ook geen keurslijf worden.

Het bedrijvenloket heeft vertraging opgelopen, maar het krijgt nu een nieuwe impuls.

In het kabinet zijn duidelijke afspraken gemaakt over de verantwoordelijkheden van de verschillende bewindslieden voor de veiligheid. De minister wijst erop dat minister De Vries als eerste verantwoordelijk is voor de veiligheid. Er wordt hard aan gewerkt en de Kamer zal regelmatig op de hoogte worden gesteld van de voortgang die op dit terrein wordt geboekt.

Het voorstel van de Consumentenbond om kwaliteitseisen te formuleren voor de gemeenten vindt de minister een brug te ver. Hij wijst de Kamer in dit verband nog op advies.overheid.nl waarop een ranglijst te vinden is van alle gemeentelijke websites.

Over het budget voor de digitale trapvelden, zal men bij de formatie afspraken moeten maken. Voor de digitale trapvelden is geld beschikbaar gesteld vanuit de GSB-portefeuille met het oog op de cumulerende problemen in de aandachtswijken. Niets houdt de gemeentebesturen op het platteland echter tegen om iets dergelijks te organiseren voor de bewoners.

Na lang wikken en wegen heeft de minister besloten om mensen te vragen adresgegevens in te voeren bij ministervanboxtel.nl. De minister is ook verantwoordelijk voor het integratiebeleid en de reacties op dat gebied zijn niet altijd even positief. Men moet dus de adresgegevens invullen, zodat de minister eventueel aangifte kan doen bij de politie van discriminatie of racisme.

Voor maatschappelijke toepassingen van internet is de kanskaartformule ontwikkeld. Er is extra geld uitgetrokken voor de innovatieprojecten van een aantal steden en voor de broedplaatsen. Met de steden is ook afgesproken dat gekeken wordt naar de toegevoegde waarde voor burgers en bedrijven. De minister wil kijken of die pilots verder uitgerold kunnen worden in de rest van Nederland.

De voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

De Cloe

De griffier van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

De Gier


XNoot
1

Samenstelling: Leden: Te Veldhuis (VVD), ondervoorzitter, De Cloe (PvdA), voorzitter, Van den Berg (SGP), Van de Camp (CDA), Scheltema-de Nie (D66), Van der Hoeven (CDA), Van Heemst (PvdA), Noorman-den Uyl (PvdA), Hoekema (D66), Rijpstra (VVD), O. P. G. Vos (VVD), Rehwinkel (PvdA), Wagenaar (PvdA), Luchtenveld (VVD), Duijkers (PvdA), Verburg (CDA), Rietkerk (CDA), Halsema (GroenLinks), Kant (SP), Balemans (VVD), De Swart (VVD), De Pater-van der Meer (CDA), Slob (ChristenUnie), Pitstra (GroenLinks) en Horn (PvdA).

Plv. leden: Van Beek (VVD), Zijlstra (PvdA), Ravestein (D66), Van Wijmen (CDA), Bakker (D66), Balkenende (CDA), Barth (PvdA), Gortzak (PvdA), Dittrich (D66), Cherribi (VVD), Van den Doel (VVD), Van Oven (PvdA), Apostolou (PvdA), Cornielje (VVD), Belinfante (PvdA), Mosterd (CDA), Th. A. M. Meijer (CDA), Van Gent (GroenLinks ), Poppe (SP), Van Splunter (VVD), Nicolaï (VVD), Wijn (CDA), Rouvoet (ChristenUnie), Rabbae (GroenLinks) en Kuijper (PvdA).

Naar boven