nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet tot wijziging
van artikel 107 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg
alsmede toevoeging van een artikel 107a.
De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden
waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
18 januari 1999
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is het overgangsrecht
met betrekking tot de toepassing van de artikelen 34, vierde lid, en 96 te
vereenvoudigen, voor zover het nieuw te regelen beroepen betreft;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
Artikel 107 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg
wordt gewijzigd als volgt:
A. De aanhef van het eerste lid komt te luiden:
1. Voor de toepassing van de artikelen 34, vierde lid, en 96 worden met
degenen die een krachtens artikel 34, eerste lid, geregelde of aangewezen
opleiding tot een beroep dat ook wettelijk geregeld was vóór
de datum van inwerkingtreding van artikel 34, hebben voltooid, gelijkgesteld:.
B. Na artikel 107 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 107a
Voor de toepassing van de artikelen 34, vierde lid, en 96 worden met degenen
die een krachtens artikel 34, eerste lid, geregelde of aangewezen opleiding
tot een beroep dat niet wettelijk geregeld was vóór de datum
van inwerkingtreding van artikel 34, hebben voltooid, gelijkgesteld: personen
wier verworven vakbekwaamheid, gelet op het bezit van een door Onze Minister
aangewezen getuigschrift, geacht kan worden gelijkwaardig of nagenoeg gelijkwaardig
te zijn aan de vakbekwaamheid welke uit het voltooid hebben van de krachtens
artikel 34, eerste lid, geregelde of aangewezen opleiding tot het desbetreffende
beroep kan worden afgeleid.
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,