26 368
Wijziging van de Ziekenfondswet in verband met wijzigingen met betrekking tot de financiering van ziekenfondsen (maximering reserves ziekenfondsen)

nr. 6
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 27 september 1999

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel I, onder A, wordt artikel 19 gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid wordt «De Ziekenfondsraad» vervangen door: Het College.

2. In het derde lid wordt «De Ziekenfondsraad» vervangen door «Het College» en «hij» door: het.

3. In het vierde lid wordt «De Ziekenfondsraad» onderscheidenlijk «de Ziekenfondsraad» vervangen door «Het College» en «het College».

4. In het vijfde lid, eerste volzin, wordt «De Ziekenfondsraad» vervangen door «Het College».

5. In het vijfde lid wordt de tweede volzin vervangen door: Naar het oordeel van de Commissie onverantwoorde besparingen op de beheerskosten worden in mindering gebracht op de uitkering.

6. In het vijfde lid, vierde volzin, wordt «de Ziekenfondsraad» vervangen door «het College».

B

In artikel I, onder B, wordt artikel 21, derde lid, vervangen door:

3. De Commissie is bevoegd vast te stellen dat uitgaven van een ziekenfonds niet verantwoord waren voor zover deze door haar niet noodzakelijk worden geacht voor de uitvoering van de verzekering ingevolge deze wet.

C

In artikel I, onder F, wordt artikel 43b als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt: , bedoeld in artikel 71,.

2. In het derde lid wordt telkens «de Ziekenfondsraad» vervangen door: het College.

3. In het vierde lid wordt de tweede volzin vervangen door: Voor de toepassing van de eerste volzin blijven uitgaven, waarvan de Commissie heeft vastgesteld dat deze niet verantwoord waren, buiten beschouwing, tenzij de Commissie anders besluit.

D

In artikel I, onder G, wordt artikel 43d, eerste lid, als volgt gewijzigd:

1. In de eerste volzin wordt «de Ziekenfondsraad» vervangen door: het College.

2. De tweede volzin wordt vervangen door: Uitgaven waarvan de Commissie vaststelt dat deze niet verantwoord zijn, blijven daarbij buiten beschouwing, tenzij de commissie anders besluit.

E

Artikel I, onder H en I, vervallen.

F

Artikel II komt te luiden:

ARTIKEL II

De ziekenfondsen brengen de reserves, gevormd op grond van het bepaalde krachtens artikel 19 van de Ziekenfondswet, zoals die bepaling luidde onmiddellijk voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, ten gunste of ten laste van de reserve Ziekenfondswet, bedoeld in artikel 43b, derde lid, van de Ziekenfondswet.

G

Artikel IIIA komt te luiden:

ARTIKEL IIIA

De Wet financiering volksverzekeringen wordt gewijzigd als volgt:

A. In artikel 39, derde lid, wordt in de onderdelen f en h voor «subsidies» ingevoegd: uitgaven ten behoeve van.

B. Artikel 40, derde lid, komt te luiden:

3. Bij de vaststelling van de uitkeringen worden de uitgaven die de Commissie toezicht uitvoeringsorganisatie, bedoeld in de Ziekenfondswet, niet verantwoord acht, buiten beschouwing gelaten.

H

Ingevoegd worden vier artikelen, luidende:

ARTIKEL IIIB

In artikel 57, vierde lid, van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten wordt «de Ziekenfondsraad» vervangen door: het College.

ARTIKEL IIIC

Artikel 14, derde lid, van de Wet op de toegang tot ziektekostenverzekeringen vervalt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

ARTIKEL IIID

In artikel 6, derde lid, aanhef, van de Wet op de toegang tot ziektekostenverzekeringen 1998 wordt geschrapt: artikel 73, eerste lid, van.

ARTIKEL IIIE

De wet van 27 maart 1999, houdende wijziging van de Ziekenfondswet, de Wet tarieven gezondheidszorg en de Wet ziekenhuisvoorzieningen in verband met wijzigingen in de taak, samenstelling en werkwijze van de in die wetten geregelde bestuursorganen, alsmede wijziging van andere wetten in verband daarmee (uitvoeringsorganen volksgezondheid) (Stb. 185) wordt gewijzigd als volgt:

A. In artikel III, onderdeel N, wordt in het vijfde lid van artikel 15a «derde» vervangen door: vierde.

B. Artikel IX, onder a, vervalt.

C. Aan artikel XXI wordt een volzin toegevoegd, luidende: Indien voor het tijdstip, bedoeld in de tweede volzin, een voorstel van wet tot regeling van het betrokken onderwerp bij de Staten-Generaal is ingediend, vervalt de regeling op het tijdstip waarop een van beide kamers der Staten-Generaal besluit het wetsvoorstel niet aan te nemen of op het tijdstip waarop het wetsvoorstel kracht van wet krijgt.

I

Artikel IV komt te luiden als volgt:

ARTIKEL IV

1. De artikelen I, onderdelen A, B, C, D, E, F, voor zover het betreft de wijzigingen van artikel 43b, eerste en tweede lid, G, voor zover het betreft artikel 43c, III, IIIA, IIIB, IIIC, IIID en IIIE treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst. De artikelen IIIA, IIIB, IIID en IIIE, met uitzondering van onderdeel C, werken terug tot en met 1 juli 1999.

2. Artikel I, onderdeel F, voor zover het betreft artikel 43b, derde en vierde lid, en onderdeel G, voor zover het betreft artikel 43d, en artikel II treden in werking met ingang van 1 januari van het kalenderjaar na dat waarin de overige onderdelen van deze wet in werking zijn getreden.

Toelichting

In de Nota naar aanleiding van het verslag heb ik erop gewezen dat mij onlangs is gebleken dat er bij ziekenfondsen nog andere reserves bestaan dan in artikel II van het wetsvoorstel genoemd, die buiten de reserve Ziekenfondswet zouden moeten mogen blijven. Ik kondigde bij die gelegenheid een nota van wijziging aan, die daartoe de ruimte zou bieden. In onderdeel F van deze nota van wijziging is in verband hiermee gekozen voor een andere formulering van artikel II. De eerder gekozen limitatieve opsomming van onderdelen die moeten worden uitgezonderd bij het inbrengen van bestaande reserves in de reserve Ziekenfondswet bleek niet goed werkbaar bleek te zijn. Daarom is er nu voor gekozen om de definitie van de reserve Ziekenfondswet te laten aansluiten bij de wijze waarop tot nu toe ingevolge het op artikel 19 van de Ziekenfondswet gebaseerde Besluit financiering ziekenfondsen Ziekenfondswet de wettelijke reserves van de ziekenfondsen zijn en nog worden bepaald. Het gaat daarbij om de reserves in verband met de uitvoering van de Ziekenfondswet, zoals door de ziekenfondsen in hun jaarrekening opgenomen, nadat daarop de door de toezichthouder, de Commissie toezicht uitvoeringsorganisatie (Ctu), aangebrachte correcties zijn doorgevoerd. Het laatste jaar waarover het bureau Onderzoek en controle van de Ctu volledig onderzoek heeft uitgevoerd is het jaar 1997. In bijlage 1 bij deze nota is de stand van de reserves van de ziekenfondsen per 31 december 1997 weergegeven na verwerking van de correcties die voortvloeien uit dat onderzoek. De Ctu heeft overigens op dit moment pas van een beperkt aantal ziekenfondsen de rapporten over het jaar 1997 behandeld. In die zin past dus nog een zeker voorbehoud bij de cijfers.

Het overzicht in bijlage 1 kan worden vergeleken met de gegevens in bijlage 1 bij de nota naar aanleiding van het verslag (tabel 1, kolom 1997). In die tabel zijn de totale reserves van de ziekenfondsen (de aanwezige solvabiliteitsmarge) per ultimo 1997 gesteld op f 2 137 300 000,–. In bijlage 1 bij deze nota van wijziging wordt dit bedrag gecorrigeerd tot f 2 015 351 673,–. Het laatstgenoemde bedrag is lager, onder meer omdat bedragen die betrekking hebben op de afrekening van subsidies (egalisatiereserve subsidies) en reserves op grond van de voormalige vrijwillige ziekenfondsverzekering, voorzover die op dat moment bij ziekenfondsen zelf berustten, buiten beschouwing zijn gelaten. Een volledige verschillenanalyse is opgenomen in bijlage 1 (tabel 1).

De totale reserves zijn verdeeld in een reserve ZFW en algemene of overige reserves.

De reserve Zfw betreft de reserves, bedoeld in de artikelen 4b en 10, derde lid, van het Besluit financiering ziekenfondsen Ziekenfondswet (reserve verstrekkingen en vergoedingen, respectievelijk egalisatiereserve beheerskosten, inclusief de daaraan toe te rekenen rendementen en een proportionele toerekening van de bij de ziekenfondsen aanwezige herwaarderingsreserves). Deze reserves vallen onder de maximering op grond van dit wetsvoorstel.

De algemene of overige reserves van de ziekenfondsen vallen niet onder de maximering op grond van het wetsvoorstel. Tot die reserves behoren de statutaire reserves (waarborgkapitaal), reserves die dateren van vóór de invoering van de ziekenfondsbudgettering, rendementen die niet worden toegerekend aan de reserve Zfw, een proportionele toerekening van de bij de ziekenfondsen aanwezige herwaarderingsreserves, en andere voorzieningen op grond van het Burgerlijk wetboek. Een groot deel van de algemene of overige reserves is gevormd in de periode tussen 1991 en 1997. Gedurende die periode, die begint bij de invoering van de risicodragende ziekenfondsbudgettering, hanteerde de Ctu een norm voor de rendementen die ziekenfondsen dienden te verantwoorden op hun wettelijke reserves. Werkelijk behaalde rendementen boven die norm konden worden verantwoord op de algemene of overige reserves. Zoals ik reeds aangaf in de nota naar aanleiding van het verslag, geldt sinds 1997 de regel dat het werkelijk behaalde rendement op het vermogen moet worden verantwoord op dat deel van het vermogen waarop het is behaald.

Blijkens tabel 2 in bijlage 1 is van de totale reserves ad f 2,0 miljard per ultimo 1997 f 1,64 miljard aan te merken als reserve Zfw en f 0,36 miljard als algemene of overige reserves. In 1990 (vóór de invoering van de risicodragende ziekenfondsbudgettering) bedroegen de algemene of overige reserves van de ziekenfondsen tezamen f 91,6 mln.

Tabel 2 geeft ook inzicht in de mate waarin ziekenfondsen beschikken over achtergestelde leningen. Tezamen met de reserve Zfw en de algemene of overige reserves bepalen zij de Aanwezige solvabiliteitsmarge.

De tabellen 3 en 4 en figuur 1 in bijlage 1 zetten de reserve Zfw af tegen de Vereiste Solvabiliteitsmarge, zowel op basis van de situatie 1997 als op basis van de zogenaamde eindsituatie (als sprake is van een nacalculatiepercentage van nul op de voor de ziekenfondsen variabele delen van de budgettering van verstrekkingen en vergoedingen). De wijze waarop dit gebeurt is dezelfde als in de bijlage bij de nota naar aanleiding van het verslag.

Voor verdere details en voor de gegevens per ziekenfonds (geanonimiseerd) verwijs ik naar bijlage 1.

Behalve de wijziging onder F bevat de nota van wijziging enkele andere, meer technische wijzigingen.

Nu de wet van 27 maart 1999, houdende wijziging van de Ziekenfondswet, de Wet tarieven gezondheidszorg en de Wet ziekenhuisvoorzieningen in verband met wijzigingen in de taak, samenstelling en werkwijze van de in die wetten geregelde bestuursorganen, alsmede wijziging van andere wetten in verband daarmee (uitvoeringsorganen volksgezondheid) (Stb. 185), verder te noemen: wet uitvoeringsorganen volksgezondheid, het Staatsblad heeft bereikt en per 1 juli 1999 gedeeltelijk in werking is getreden, kunnen de wijzigingen die in artikel IIIA waren voorzien, in het wetsvoorstel worden doorgevoerd.

In alle gevallen op een na (de in artikel IIIA voorziene schrapping van artikel I, onderdeel I, van het wetsvoorstel) gaat het daarbij steeds om vervanging van de naam «Ziekenfondsraad» door de nieuwe naam: College voor zorgverzekeringen. De bedoelde wijzigingen zijn terug te vinden in de onderdelen A-D van de nota van wijziging.

Er was te meer aanleiding tot aanpassing, nu is gebleken dat in artikel IIIA ten onrechte niet was voorzien in het vervallen van artikel I, onderdeel H, van het onderhavige wetsvoorstel, dat door de bedoelde wet overbodig is geworden. Daarin is voorzien met onderdeel E van de nota van wijziging, dat ook de wel in artikel IIIA vervatte schrapping van artikel I, onderdeel I, bevat.

Voorts is in de voorgestelde artikelen 19, vijfde lid, 21, derde lid, 43b, vierde lid, en 43d, eerste lid, thans – in overeenstemming met de taakverdeling tussen het bestuur van het College voor zorgverzekeringen en de Commissie toezicht uitvoeringsorganisatie die is neergelegd in de wet uitvoeringsorganen volksgezondheid – geregeld dat de bevoegdheid om besparingen of uitgaven onverantwoord te verklaren, toekomt aan de Commissie toezicht uitvoeringsorganisatie (vgl. onderdeel A, onder 5, onderdeel B, onderdeel C, onder 3, en onderdeel D, onder 2.

Tevens is erin voorzien dat ook in artikel 40 van de Wet financiering volksverzekeringen wordt geregeld dat de Commissie toezicht uitvoeringsorganisatie de bevoegde instantie is als het gaat om het onverantwoord verklaren van uitgaven (vgl. onderdeel G, onder B).

In onderdeel C, onder 1, is voorts nog een tekstuele omissie gecorrigeerd. In het wetsvoorstel was ten onrechte geen rekening gehouden met de schrapping van artikel 71 van de Ziekenfondswet en van de verwijzing daarnaar in artikel 43b, eerste lid, van die wet in de wet uitvoeringsorganen volksgezondheid.

In onderdeel G, onder A, is verder een tekstwijziging in artikel 39 van de Wet financiering volksverzekeringen aangebracht om de tekst van deze bepaling in overeenstemming te brengen met die van het vergelijkbare artikel 1q, derde lid, van de Ziekenfondswet.

Tot slot voegt de nota van wijzigingen nog enige technische wijzigingen van andere wetten toe aan het wetsvoorstel.

In artikel 57 van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten is bij de wet uitvoeringsorganen volksgezondheid nagelaten de naam Ziekenfondsraad te vervangen door de nieuwe naam van dat college (artikel IIIB voorziet daarin).

Artikel IIIC maakt het mogelijk bij (klein) koninklijk besluit het tijdstip te bepalen waarop artikel 14, derde lid, van de Wet op de toegang tot ziektekostenverzekeringen (Wtz) vervalt. Dit artikel, dat betrekking heeft op de reserves van de voorheen bestaande vrijwillige ziekenfondsverzekering, is bij de totstandkoming van de Wet op de toegang tot ziektekostenverzekeringen 1998 annex intrekking van de Wtz vooralsnog gehandhaafd. Inmiddels zijn door de ziekenfondsen afspraken met betrekking tot de inzet van deze middelen gemaakt; nadat mijnerzijds bestuurlijk zal zijn vastgesteld dat er voldoende zicht op is dat de gemaakte afspraken in de praktijk voldoen, kan aldus op eenvoudige wijze ook dit laatste onderdeel van de Wtz komen te vervallen.

In artikel 6 van de onlangs tot stand gekomen Wet op de toegang tot ziektekostenverzekeringen 1998 wordt verwezen naar artikel 73 van de Ziekenfondswet, dat met de wet uitvoeringsorganen volksgezondheid is komen te vervallen; de verwijzing is in artikel IIID aangepast.

In artikel IIIE zijn enige technische onvolkomenheden uit de wet uitvoeringsorganen volksgezondheid rechtgezet. In het met artikel III, onderdeel N, van die wet vastgestelde artikel 15a, vijfde lid, van de Wet ziekenhuisvoorzieningen wordt ten onrechte terugverwezen naar het derde lid, waar duidelijk gedoeld wordt op het vierde lid. Verder is voorzien in schrapping van artikel IX, onder a. Dit onderdeel is niet per 1 juli 1999 in werking getreden, aangezien de bepaling uitgaat van een bepaling van een wet die inmiddels niet meer bestaat.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers

BIJLAGE 1

In onderstaande tabel zijn per geanonimiseerd ziekenfonds twee reservestanden vermeld (bedragen f x 1 miljoen). In de tweede kolom is de aanwezige solvabiliteitsmarge (ASM) weergegeven zoals vermeld in de Nota naar aanleiding van het verslag (bijlage 1, tabel 1). De derde kolom geeft de gecorrigeerde ASM aan. De totale omvang van de aanpassingen bedraagt f 121,9 mln. De verschillen zijn aangegeven in de vierde kolom. De vijfde kolom licht de achtergrond van de verschillen toe.

Tabel 1. Aanwezige solvabiliteitsmarge ZFW 1997

 19971997  
Ziekenfonds (# anoniem) AANWEZIGE SOLVABILITEITS MARGE (ASM)(cf nota n.a.v. verslag) AANWEZIGE SOLVABILITEITS MARGE (gecorrigeerd) VERSCHIL TOELICHTING
169,766,8– 2,91)
2101,7103,31,61)
30,00,00,05)
487,087,00,0 
590,390,30,0 
61,41,2– 0,21)
751,164,213,11)
8133,0132,7– 0,32)
987,785,6– 2,11)
1014,614,60,0 
11114,1114,10,0 
12358,4246,8– 111,62)
1375,772,3– 3,41)
142,41,8– 0,61)
15328,9341,913,03)
1649,424,1– 25,32) / 4)
171,21,1– 0,11)
184,24,20,0 
1922,622,60,0 
201,00,2– 0,81)
2167,967,90,0 
22200,2198,0– 2,22)
230,00,00,05)
2472,072,00,0 
2557,356,2– 1,11) / 2)
26– 0,61,11,71)
2757,457,40,0 
2886,886,3– 0,52)
292,01,8– 0,21)
TOTAAL2 137,32 015,5– 121,9 

Bron: College voor zorgverzekeringen

Toelichting:

1) De cijfers, zoals weergegeven in de nota naar aanleiding van het verslag , waren ontleend aan de zogenaamde 08-staten die de ziekenfondsen indienen bij het College voor zorgverzekeringen. De gecorrigeerde cijfers zijn ontleend aan de jaarrekeningen van de ziekenfondsen, gecorrigeerd voor de uitkomsten van het toezicht. Tussen de beide opgaven kunnen zich technische verschillen voordoen.

2) eliminatie egalisatiereserve subsidies of reserves ex-vrijwillige verzekering

3) aanpassing balanswaardering ultimo 1997

4) in de kolom solvabiliteitsmarge was abusievelijk het vermogen van de aanvullende verzekering verwerkt

5) toegelaten per 1 januari 1998

Tabel 2. Opbouw aanwezige solvabiliteitsmarge 1997

 1997199719971997
ZIEKENFONDS (# ANONIEM) AANWEZIGE SOLVABILITEITS-MARGE(gecorrigeerd) RESERVE ZFW ACHTERGESTELDE LENINGEN ALGEMENE EN OVERIGE RESERVES
166,874,60,0– 7,8
2103,350,8– 1,353,8
30,00,00,00,0
487,088,20,0– 1,2
590,364,30,025,9
61,2– 1,73,0– 0,1
764,271,7– 0,4– 7,1
8132,7139,30,0– 6,6
985,687,40,0– 1,8
1014,610,40,04,2
11114,1100,90,013,2
12246,8152,30,094,6
1372,364,80,07,5
141,81,90,0– 0,1
15341,9292,20,049,7
1624,119,30,04,8
171,1– 0,31,5– 0,1
184,2– 3,88,3– 0,3
1922,64,20,018,4
200,20,20,00,0
2167,933,1– 2,137,0
22198,0161,10,036,9
230,00,00,00,0
2472,079,90,0– 7,9
2556,252,90,03,3
261,1– 1,43,3– 0,8
2757,447,40,09,9
2886,354,70,031,6
291,80,60,90,3
TOTAAL2 015,51 645,113,1357,3

Bron: College voor zorgverzekeringen

Tabel 3. Reserve ZFW en vereiste solvabiliteitsmarge ZFW 1997

 19971997 EINDSITUATIE
ZIEKENFONDS (# ANONIEM) RESERVE ZFW VEREISTE SOLVA-BILITEITS-MARGE (VSM) RESERVE ZFW -/- VEREISTE SOLVA-BILITEITS-MARGE (VSM) VEREISTE SOLVABILITEITS MARGE (VSM) RESERVE ZFW '97 -/- VEREISTE SOLVA-BILITEITS-MARGE (VSM) EINDSITUATIE
174,631,043,644,130,5
250,846,24,663,3– 12,5
30,00,00,01,9– 1,9
488,245,342,961,626,6
564,335,728,648,216,1
6– 1,71,1– 2,81,1– 2,8
771,734,237,546,125,6
8139,352,986,476,363,0
987,428,059,438,548,9
1010,47,23,29,90,5
11100,953,547,472,628,3
12152,386,765,6120,931,4
1364,833,231,647,117,7
141,91,10,81,60,3
15292,2104,3187,9143,0149,2
1619,316,72,623,3– 4,0
17– 0,31,1– 1,41,1– 1,4
18– 3,84,1– 7,96,6– 10,4
194,211,8– 7,617,0– 12,8
200,21,1– 0,91,1– 0,9
2133,151,8– 18,771,6– 38,5
22161,1107,853,3146,015,1
230,00,00,01,1– 1,1
2479,943,236,758,121,8
2552,919,733,226,426,5
26– 1,41,1– 2,51,1– 2,5
2747,450,6– 3,267,9– 20,5
2854,730,724,043,311,4
290,61,1– 0,51,1– 0,5
TOTAAL1 645,1901,1744,01 241,8403,3

Bron: College voor zorgverzekeringen

Tabel 4. Frequentieverdeling reserves ZFW van ziekenfondsen, als percentage van de vereiste solvabiliteitsmarge in 1997, en als percentage van de vereiste solvabiliteitsmarge in de eindsituatie

reserve ZFW als percentage van de vereiste solvabiliteitsmargeaantal ziekenfondsen (VSM 1997)aantal ziekenfondsen (VSM eindsituatie)
< 044
0% – 100%57
100% – 150%410
150% – 200%83
200% – 250%23
> 250%40
Totaal2727

Bron: College voor zorgverzekeringen. De twee nieuwe ziekenfondsen met een reserve ZFW van f 0,0 mln. in 1997 (nrs. 3 en 23) zijn in deze presentatie niet opgenomen.

Figuur 1. Verhouding tussen de reserve ZFW en de vereiste solvabiliteitmarge 1997, en tussen de reserve ZFW en de op de eindsituatie gerichte solvabiliteitmarge

kst-26368-6-1.gif
Naar boven