26 368
Wijziging van de Ziekenfondswet in verband met wijzigingen met betrekking tot de financiering van ziekenfondsen (maximering reserves ziekenfondsen)

nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP

Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet houdende wijziging van de Ziekenfondswet in verband met wijzigingen met betrekking tot de financiering van ziekenfondsen (maximering reserves ziekenfondsen).

De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden waarop het rust.

En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.

's-Gravenhage

4 januari 1999

Beatrix

nr. 2
VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Ziekenfondswet te wijzigen teneinde de mogelijkheid te scheppen de hoogte van reserves van ziekenfondsen aan een maximum te binden en enige daarmee verband houdende andere wijzigingen in de regels inzake financiering van ziekenfondsen aan te brengen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Ziekenfondswet wordt als volgt gewijzigd:

A. Artikel 19 komt te luiden:

Artikel 19

1. De Ziekenfondsraad verstrekt aan de ziekenfondsen ten laste van de Algemene Kas jaarlijks een uitkering ter gehele of gedeeltelijke dekking van de kosten van de verzekering ingevolge deze wet. De eerste volzin is niet van toepassing met betrekking tot een ziekenfonds waarvoor ingevolge deze wet een afzonderlijke kas is ingesteld.

2. Bij ministeriële regeling wordt jaarlijks geregeld welke middelen beschikbaar zijn voor de uitkeringen aan ziekenfondsen voor het volgende kalenderjaar. In die regeling worden tevens regels gesteld met betrekking tot de vaststelling van de uitkeringen, alsmede met betrekking tot de nadere vaststelling van de uitkeringen, bedoeld in het vijfde lid.

3. De Ziekenfondsraad stelt beleidsregels vast, waarin wordt aangegeven op welke wijze hij toepassing geeft aan de in het tweede lid bedoelde regels. De beleidsregels behoeven de goedkeuring van Onze Minister.

4. De Ziekenfondsraad stelt de uitkering van elk ziekenfonds vast vóór de aanvang van het kalenderjaar waarop de uitkering betrekking heeft. De betaling van de uitkering geschiedt overeenkomstig door de Ziekenfondsraad te stellen beleidsregels.

5. De Ziekenfondsraad stelt na afloop van het kalenderjaar waarop de uitkering betrekking heeft, de uitkering nader vast. Naar het oordeel van de Ziekenfondsraad onverantwoorde besparingen op de beheerskosten worden in mindering gebracht op de uitkering. Het verschil tussen het bedrag van de vooraf vastgestelde uitkering en de nader vastgestelde uitkering wordt verrekend. Overeenkomstig door de Ziekenfondsraad te stellen beleidsregels wordt aan het ziekenfonds onderscheidenlijk door het ziekenfonds een vergoeding voor rentekosten over het verschil verleend onderscheidenlijk in rekening gebracht.

6. Ook na aanvang van het kalenderjaar kan bij ministeriële regeling worden geregeld dat middelen beschikbaar zijn voor het doen van uitkeringen. In dat geval zijn de tweede en derde volzin van het tweede lid en het derde, vierde en vijfde lid van overeenkomstige toepassing.

7. Bij ministeriële regeling kunnen ter zake van de verstrekking van uitkeringen nadere regels worden gesteld.

B. Na artikel 20 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 21

1. Een ziekenfonds besteedt de middelen waarover het ten behoeve van de verzekering ingevolge deze wet de beschikking heeft gekregen, ter dekking van zijn ten behoeve van de uitvoering van de verzekering ingevolge deze wet noodzakelijke uitgaven.

2. De beheerskosten van een ziekenfonds worden aangemerkt als kosten voor de uitvoering van de verzekering ingevolge deze wet, voor zover zij niet worden gedekt door vergoedingen voor beheerskosten die het ziekenfonds ontvangt anders dan voor de uitvoering van de verzekering ingevolge deze wet.

3. De Ziekenfondsraad is bevoegd vast te stellen dat uitgaven van een ziekenfonds niet verantwoord waren voor zover deze door hem niet noodzakelijk worden geacht voor de uitvoering van de verzekering ingevolge deze wet.

C. Na artikel 20 vervallen het opschrift «d. Aanvullende verzekering» en artikel 33.

D. In artikel 41, eerste lid, worden de woorden «tegen vergoeding» geschrapt. Voorts wordt een volzin toegevoegd, luidende: Het ziekenfonds brengt de kosten van zodanige werkzaamheden aan de opdrachtgever in rekening.

E. Artikel 43 vervalt.

F. Artikel 43b wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt: met betrekking tot het deel van de kosten van de in deze wet geregelde verzekering dat niet wordt gedekt door een uitkering uit de Algemene Kas, bedoeld in artikel 71,.

2. In het tweede lid wordt «Met betrekking tot de in het eerste lid bedoelde kosten dient een ziekenfonds te beschikken» vervangen door: Een ziekenfonds beschikt.

3. Toegevoegd worden twee nieuwe leden, luidende:

3. Een ziekenfonds houdt een reserve Ziekenfondswet aan. Bij ministeriële regeling wordt een maximum aan deze reserve gesteld. Indien de Ziekenfondsraad vaststelt dat de reserve Ziekenfondswet het gestelde maximum te boven gaat, stort het ziekenfonds het door de Ziekenfondsraad vastgestelde bedrag van de overschrijding binnen vier weken in de Algemene Kas.

4. Het saldo van baten en lasten van een ziekenfonds over enig boekjaar wordt toegevoegd aan onderscheidenlijk gebracht ten laste van de reserve Ziekenfondswet. Voor de toepassing van de eerste volzin blijven uitgaven, waarvan de Ziekenfondsraad heeft vastgesteld dat deze niet verantwoord waren, buiten beschouwing, tenzij de Ziekenfondsraad anders besluit. De eerste volzin is niet van toepassing op baten en lasten die in redelijkheid moeten worden toegerekend aan andere onderdelen van het eigen vermogen.

G. Na artikel 43b worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 43c

Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de belegging van gelden waarover ziekenfondsen beschikken.

Artikel 43d

1. In geval van liquidatie of intrekking van de toelating van een ziekenfonds heeft de Ziekenfondsraad ten behoeve van de Algemene Kas een vordering op het ziekenfonds ten belope van de som van de reserve Ziekenfondswet en de middelen, waarover het ziekenfonds ten behoeve van de uitvoering van de verzekering ingevolge deze wet de beschikking heeft gekregen, voor zover deze door het ziekenfonds niet zijn aangewend ter dekking van zijn ten behoeve van de uitvoering van de verzekering ingevolge deze wet noodzakelijke uitgaven. Uitgaven die door de Ziekenfondsraad niet verantwoord worden geacht, worden daarbij buiten beschouwing gelaten.

2. Het eerste lid is niet van toepassing bij overdracht van verbintenissen van een ziekenfonds aan een ander ziekenfonds en bij samenvoeging van ziekenfondsen tot een nieuw ziekenfonds, voor zover het in het eerste lid bedoelde bedrag is overgedragen aan het andere onderscheidenlijk het nieuwe ziekenfonds.

H. Artikel 71, eerste lid, komt te luiden:

1. Er is een Algemene Kas waarin gestort worden de gelden, bedoeld in artikel 14a, eerste lid, onder a, met uitzondering van de nominale premies, bedoeld in de artikelen 17 en 18, alsmede de gelden, bedoeld in artikel 14a, eerste lid, onder b, en tweede lid.

I. Artikel 77, onderdeel b, komt te luiden:

b. besluiten van de Ziekenfondsraad genomen krachtens een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 71, tweede lid, en krachtens de artikelen 19, 21, derde lid, 43b, en 73, eerste lid, onder c en d, en.

ARTIKEL II

De ziekenfondsen brengen de reserves die bestaan op het tijdstip van inwerkingtreden van deze wet, met uitzondering van de statutaire reserve, wettelijke reserves en reserves ten behoeve van de uitvoering van de algemene verzekering bijzondere ziektekosten, ten gunste of ten laste van de reserve Ziekenfondswet, bedoeld in artikel 43b, derde lid, van de Ziekenfondswet.

ARTIKEL III

Voor de financiering van de kosten ingevolge de Ziekenfondswet over kalenderjaren, aangevangen voor de inwerkingtreding van deze wet, blijft het bepaalde krachtens artikel 19 van de Ziekenfondswet, zoals die bepaling luidde onmiddellijk voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, van toepassing.

ARTIKEL IIIA

Indien het bij koninklijke boodschap van 23 april 1998 ingediende voorstel van wet houdende wijziging van de Ziekenfondswet, de Wet tarieven gezondheidszorg en de Wet ziekenhuisvoorzieningen in verband met wijzigingen in de taak, samenstelling en werkwijze van de in die wetten geregelde bestuursorganen, alsmede wijziging van andere wetten in verband daarmee (uitvoeringsorganen volksgezondheid) (26 011), tot wet wordt verheven, wordt dit voorstel van wet als volgt gewijzigd:

1. In artikel I, onder A, wordt in artikel 19:

a. in het eerste lid «De Ziekenfondsraad» vervangen door: Het College;

b. in het derde lid «De Ziekenfondsraad» vervangen door «Het College» en «hij» door: het;

c. in het vierde en vijfde lid telkens «De Ziekenfondsraad» onderscheidenlijk «de Ziekenfondsraad» vervangen door «Het College» en «het College».

2. In artikel I, onder B, wordt in artikel 21, derde lid, «De Ziekenfondsraad» vervangen door: Het College.

3. In artikel I, onder F en G, wordt in de artikelen 43b, derde en vierde lid, en 43d, eerste lid, telkens «de Ziekenfondsraad» vervangen door: het College.

4. Artikel I, onder I, vervalt.

ARTIKEL IV

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit vast te stellen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Naar boven