26 366
Samenvoeging van de gemeenten Hoevelaken en Nijkerk

nr. 3
MEMORIE VAN TOELICHTING1

1. Inleiding

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat (artikel 25a, vierde lid, onderdeel b, van de Wet op de Raad van State)

Dit voorstel betreft de samenvoeging van de gemeenten Hoevelaken en Nijkerk. Deze gemeenten hebben het initiatief genomen tot een vrijwillige samenvoeging.

Op 11 juni 1996 presenteerden gedeputeerde staten van Utrecht de notitie «Betrokken en krachtig bestuur». Daarin werd in het kader van de vernieuwing van het lokale bestuur binnen die provincie het voorstel gedaan de gemeente Hoevelaken en een deel van de gemeente Nijkerk samen te voegen met de huidige gemeente Amersfoort. Naar het oordeel van het Utrechtse provinciebestuur was het zaak dat Amersfoort de ruimte krijgt om in relatie tot toekomstige bouwtaakstellingen een samenhangend lokaal beleid te voeren. Kort daarna, op 4 juli 1996, hebben de gemeenteraden van Hoevelaken en Nijkerk evenwel de intentie uitgesproken om de beide gemeenten samen te voegen. In september daaraanvolgend zijn in beide gemeenten informatie-avonden gehouden. Uit een gehouden enquête en uit de informatie-avonden kwam naar voren dat de fusie door een meerderheid van de bevolking werd gesteund. De gemeenten hebben een adviesbureau opdracht gegeven te onderzoeken welke mogelijkheden er bestaan voor samenvoeging van Hoevelaken en Nijkerk. De notitie, getiteld «Samenhang en perspectief», waarin het resultaat van het onderzoek is opgenomen, is door de beide raden vastgesteld op 31 oktober 1996. De beide raden hebben op deze datum tevens de ontwerp-regeling tot samenvoeging vastgesteld, die door gedeputeerde staten van Gelderland reeds op 5 november 1996 is goedgekeurd. Zij hebben deze aan mijn ambtsvoorganger doorgezonden met het verzoek te bevorderen dat deze ontwerp-regeling kracht van wet krijgt.

Bij brief van 25 november 1996 heeft mijn ambtsvoorganger de colleges van gedeputeerde staten van de provincies Utrecht en Gelderland uitgenodigd voor een gezamenlijk overleg. Dit in verband met de samenhang met het C20-proces rond Amersfoort. Dit overleg heeft plaatsgevonden op 9 december 1996. Er werd overeenstemming bereikt over de instelling van een interprovinciale commissie voor een procedure voor Amersfoort, waarbij de gemeenten Bunschoten, Hoevelaken, Leusden en Nijkerk werden betrokken. In het overleg is aan het provinciebestuur van Gelderland gemeld dat de beslissing over de indiening van een wetsvoorstel tot samenvoeging van de gemeenten Hoevelaken en Nijkerk zou worden opgeschort totdat een eindbeoordeling mogelijk zou zijn in het kader van het C20-beleid rond Amersfoort. Dit is aan de betrokken besturen bij brief van 20 december 1996 meegedeeld.

Op basis van het door de interprovinciale commissie gedane voorstel hebben op 10 december 1997 provinciale staten van Utrecht en provinciale staten van Gelderland de gemeentelijke grenswijziging C20-gemeente Amersfoort, tevens provinciegrenswijziging Utrecht/Gelderland bij gelijkluidend besluit vastgesteld. Per 1 januari 1998 is de gemeentegrens van Amersfoort gewijzigd, waarmee in voldoende mate tegemoet is gekomen aan de ruimteproblemen van Amersfoort. Ook de gemeente Amersfoort heeft ingestemd met deze grenscorrecties. Hierdoor is het C20-traject voor wat betreft Amersfoort afgerond.

Vervolgens heeft op 8 juni 1998 bestuurlijk overleg plaatsgevonden met de beide gemeentebesturen. Gelet op het feit dat de raadsbesluiten tot vrijwillige samenvoeging dateerden uit 1996 en in maart 1998 gemeenteraadsverkiezingen waren gehouden, was het wenselijk, alvorens tot een definitieve beoordeling te komen of tot voorbereiding van een wetsvoorstel moest worden overgegaan, na te gaan of beide gemeentebesturen nog altijd achter hun eerder genomen besluit stonden. Beide gemeenten hebben in het overleg duidelijk aangegeven nog steeds te willen samengaan.

2. Inhoud van het voorstel

De gemeente Hoevelaken (ca 8 800 inwoners) en de gemeente Nijkerk (ca 27 000 inwoners) worden integraal samengevoegd tot de nieuwe gemeente Nijkerk die dus ca 35 800 inwoners zal tellen. Als naam van de nieuwe gemeente is gekozen voor «Nijkerk», aangezien Nijkerk verreweg het grootste aantal inwoners heeft van de beide samen te voegen gemeenten. Er zijn geen voorstellen gedaan voor een andere naam voor de nieuwe gemeente.

Door de beide gemeenten wordt overwogen dat er sprake is van een samenhang van beide gemeenten in karakter van ruimte, bebouwing en bevolking. De ambtelijke organisatie van Hoevelaken wordt te bescheiden genoemd, waardoor onvoldoende mogelijkheden bestaan voor specialisatie en vervangbaarheid. De samenvoeging past binnen het beleidskader gemeentelijke herindeling alsmede binnen de in het regeerakkoord (kamerstukken II 1997/98, 26 024, nr. 10, blz. 78) vastgestelde uitgangspunten. De gemeente Hoevelaken heeft ook zelf aangegeven onvoldoende mogelijkheden te zien om op langere termijn zelfstandig te kunnen voortbestaan. Door de samenvoeging van Hoevelaken en Nijkerk zal naar verwachting de nieuwe gemeente in staat zijn meer taken zelf uit te oefenen zonder dat samenwerkingsverbanden nodig zijn. Nu na de grenscorrectie rond Amersfoort ook de gemeente Amersfoort van mening is dat in voldoende mate tegemoet is gekomen aan de ruimteproblemen van deze gemeente, zijn er geen belemmeringen meer voor deze samenvoeging. Alle informatie afwegende kan ik mij in deze samenvoeging vinden. Ik volg daarmee de ontwerp-regeling, zoals die door gedeputeerde staten van Gelderland is goedgekeurd.

3. Financiële aspecten

De samenvoeging, die naar ik hoop per 1 januari 2000 effectief kan worden, zal met zich brengen dat de algemene uitkering van de nieuwe gemeente Nijkerk structureel geringer zal zijn dan de som van de algemene uitkering aan de gemeenten Hoevelaken en Nijkerk. Ik raam de vermindering op circa f 0,35 miljoen. De vermindering wordt veroorzaakt door het wegvallen van eenmaal het «vaste bedrag» en daarnaast het negatieve effect bij de maatstaf «schaalfactor uitvoeringskosten bijstandsontvangers».

Tegenover de veranderingen aan de inkomstenzijde staan ook veranderingen aan de uitgavenzijde. De meest evidente verandering treedt op bij de bestuurskosten. Bij samenvoeging is in ieder geval een burgemeester en een secretaris minder noodzakelijk. Verder zal naar verwachting de nieuwe gemeente Nijkerk op langere termijn een efficiencywinst kunnen realiseren. Een en ander zal naar verwachting de achteruitgang van de uitkering van het gemeentefonds ruimschoots kunnen compenseren.

Onder het regime van de nieuwe Financiële-verhoudingswet is een nieuwe maatstaf geïntroduceerd met behulp waarvan in verband met herindeling tijdelijke ondersteuning wordt gegeven. Deze «gewenningsbijdrage herindeling» leidt voor de nieuwe gemeente Nijkerk tot een uitkering van naar raming f 0,6 miljoen (afgerond) in het eerste jaar na herindeling en jaarlijks f 0,3 miljoen in het tweede, derde en vierde jaar. De gewenningsbijdrage wordt vier jaar lang verstrekt (dus naar verwachting voor de jaren 2000 t/m 2003). Met deze handelwijze, waarbij het eerste jaar tweemaal zoveel wordt verstrekt als in de drie latere jaren, wordt gevolg gegeven aan de wens van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, zoals verwoord in de motie Noorman-Den Uyl c.s. (kamerstukken II, 1997/98, 25 655 en 25 656, nr. 9) bij de behandeling van het wetsvoorstel tot gemeentelijke herindeling in de Bommelerwaard en het wetsvoorstel tot samenvoeging van de gemeenten Buren, Lienden en Maurik.

Ik zie, mede gelet op de informatie uit het rapport «Samenhang en perspectief», geen reden tot zorg over de financiële levensvatbaarheid van de nieuwe gemeente.

4. Inwerkingtreding en tussentijdse verkiezingen

Naar verwachting zal deze samenvoeging op 1 januari 2000 effectief kunnen worden. De wet zal daartoe uiterlijk in de eerste helft van september 1999 in werking moeten treden om voor de voorbereiding van de herindelingsverkiezingen voldoende tijd te hebben. Het provinciebestuur van Gelderland bepaalt de datum voor de herindelingsverkiezingen, die doorgaans in november of december vóór de datum van herindeling plaatsvinden. Reguliere gemeenteraadsverkiezingen vinden daarna plaats in maart 2002.

De inwerkingtreding van de wet wordt vastgesteld op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. Dit biedt de mogelijkheid om te zijner tijd te beoordelen of de voorziene datum van herindeling per 1 januari 2000 niet onverhoopt tot onaanvaardbare risico's leidt in het kader van de millenniumovergang.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A. Peper


XNoot
1

De bijlagen zijn ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie.

Naar boven