nr. 59
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 maart 2002
1. Inleiding
Hierbij bieden wij u de zesde voortgangsrapportage «Rechtspraak
in de 21e eeuw», over de periode 1 juli tot en met 31 december
2001, aan.1
In de voortgangsrapportage wordt verslag gedaan van de afronding van de
projecten in het kader van het ondersteunend beleid en van het evaluatieprogramma
«Rechtspraak in de 21e eeuw». Ook het rapport van de departementale
accountantsdienst is aan in de rapportage toegevoegd.
De zesde voortgangsrapportage van het Programma Versterking Rechterlijke
Organisatie (PVRO) dat onder regie van de zittende magistratuur zelf stond,
vormt een onderdeel van deze voortgangsrapportage. In april 2002 zal nog een
apart eindrapport van PVRO verschijnen. In dit rapport zal inzicht worden
gegeven in de resultaten die de afgelopen drie jaar zijn bereikt.
2. Afronding van het Groot Project
Inmiddels zijn de wet Organisatie en bestuur gerechten en de wet Raad
voor de rechtspraak op 1 januari 2002 ingevoerd en zijn alle daarmee samenhangende
projecten geïmplementeerd. U bent de afgelopen jaren over de voortgang
geinformeerd via halfjaarlijkse voortgangsrapportages. Deze zesde voortgangsrapportage
sluit dit informatietraject af. Ik stel u daarom voor het project Rechtspraak
in de 21e eeuw als afgerond te beschouwen.
Uiteraard is de modernisering van de rechtsprekende organisatie niet afgerond
en zult u ook niet verstoken blijven van verdere informatie daarover. In overleg
met de Raad voor de rechtspraak zal ik de ontwikkelingen en resultaten monitoren
om na te gaan of de nieuwe organisatie van de rechtsprekende macht zich in
de gewenste richting beweegt. Het jaarverslag van de Raad zal informatie bevatten
over de verdere vorderingen van de modernisering van de rechtsprekende macht
en over de acties van de Raad op dit punt. Dit jaarverslag zal u, met mijn
bevindingen, worden voorgelegd. Ook in de Memorie van Toelichting
van de begroting van mijn ministerie zal informatie te vinden zijn bij art
4.1-rechtspleging. Voorts zullen de wet Organisatie en bestuur gerechten en
de wet Raad voor de rechtspraak over vijf jaar worden geëvalueerd en
zal een verslag aan u worden gezonden over de doeltreffendheid en de effecten
van beide wetten.
3. Reactie rapport departementale accountantsdienst
De departementale accountantsdienst (DAD) geeft in het rapport, dat als
derde deel aan de voortgangsrapportage is toegevoegd, een oordeel over de
projectorganisatie en over de voortgangsrapportage zelf.
Tot mijn genoegen spreekt de departementale accountantsdienst een positief
oordeel uit over beide aspecten. In de aandachtspunten die de DAD noemt, kan
ik mij vinden.
De Minister van Justitie,
A. H. Korthals